NL/BG 1.30: Difference between revisions

(Bhagavad-gita Compile Form edit)
 
(Vanibot #0019: LinkReviser - Revised links and redirected them to the de facto address when redirect exists)
 
Line 1: Line 1:
[[Category:NL/Bhagavad-gītā - Hoofdstuk 1|N30]]
[[Category:NL/Bhagavad-gītā - Hoofdstuk 1|N30]]
<div style="float:left">'''[[Dutch - Bhagavad-gita zoals ze is|Bhagavad-gītā zoals ze is]] - [[NL/BG 1| Hoofdstuk 1: Het aanschouwen van de strijdmachten op het slagveld van Kuruksetra]]'''</div>
<div style="float:left">'''[[Dutch - Bhagavad-gītā zoals ze is|Bhagavad-gītā zoals ze is]] - [[NL/BG 1| Hoofdstuk 1: Het aanschouwen van de strijdmachten op het slagveld van Kuruksetra]]'''</div>
<div style="float:right">[[File:Go-previous.png|link=NL/BG 1.29| BG 1.29]] '''[[NL/BG 1.29|BG 1.29]] - [[NL/BG 1.31|BG 1.31]]''' [[File:Go-next.png|link=NL/BG 1.31| BG 1.31]]</div>
<div style="float:right">[[File:Go-previous.png|link=NL/BG 1.29| BG 1.29]] '''[[NL/BG 1.29|BG 1.29]] - [[NL/BG 1.31|BG 1.31]]''' [[File:Go-next.png|link=NL/BG 1.31| BG 1.31]]</div>
{{RandomImageRU}}
{{RandomImage|Dutch}}


==== TEXT 30 ====
==== VERS 30 ====
 
<div class="devanagari">
:न च शक्नोम्यवस्थातुं भ्रमतीव च मे मनः ।
:निमित्तानि च पश्यामि विपरीतानि केशव ॥३०॥
</div>


<div class="verse">
<div class="verse">
:''na ca śaknomy avasthātuṁ, bhramatīva ca me manaḥ''
:na ca śaknomy avasthātuṁ
:''nimittāni ca paśyāmi, viparītāni keśava''
:bhramatīva ca me manaḥ
 
:nimittāni ca paśyāmi
:viparītāni keśava
</div>
</div>


==== Synoniemen ====
==== WOORD-VOOR-WOORD-VERTALINGEN ====


<div class="synonyms">
<div class="synonyms">
na — evenmin; ca — ook; śaknomi — ben ik in staat; avasthātum — te blijven; bhramati — vergetend; iva — alsof; ca — en; me — mijn; manaḥ — geest; nimittāni — oorzaken; ca — ook; paśyāmi — ik zie; viparītāni — juist het tegenovergestelde; keśava — o doder van de demon Keśī (Kṛṣṇa).
''na'' — evenmin; ''ca'' — ook; ''śaknomi'' — ben ik in staat; ''avasthātum'' — te blijven; ''bhramati'' — vergetend; ''iva'' — alsof; ''ca'' — en; ''me'' — mijn; ''manaḥ'' — geest; ''nimittāni'' — oorzaken; ''ca'' — ook; ''paśyāmi'' — ik zie; ''viparītāni'' — juist het tegenovergestelde; ''keśava'' — o doder van de demon Keśī (Kṛṣṇa).
</div>
</div>


==== Vertaling ====
==== VERTALING ====


<div class="translation">
<div class="translation">
Line 24: Line 30:
</div>
</div>


==== Commentaar ====
==== COMMENTAAR ====


<div class="purport">
<div class="purport">
Door zijn onrust kon Arjuna niet langer op het slagveld blijven en deze zwakheid van geest deed hem zijn zelfbeheersing verliezen. Overdreven gehechtheid aan materiële dingen plaatst iemand in verwarrende levensomstandigheden. Bhayaṁ dvitīyābhiniveśataḥ syāt (Śrīmad-Bhāgavatam 11.2.37): zulke angst en verlies van mentaal evenwicht overkomt personen die te veel door materiële omstandigheden beïnvloed worden. Arjuna voorzag alleen maar pijnlijke tegenslagen op het slagveld; hij zou niet gelukkig worden, zelfs al zou hij de vijand verslaan.
Door zijn onrust kon Arjuna niet langer op het slagveld blijven en deze zwakheid van geest deed hem zijn zelfbeheersing verliezen. Overdreven gehechtheid aan materiële dingen plaatst iemand in verwarrende levensomstandigheden. ''Bhayaṁ dvitīyābhiniveśataḥ syāt'' (''Śrīmad-Bhāgavatam'' 11.2.37): zulke angst en verlies van mentaal evenwicht overkomt personen die te veel door materiële omstandigheden beïnvloed worden. Arjuna voorzag alleen maar pijnlijke tegenslagen op het slagveld; hij zou niet gelukkig worden, zelfs al zou hij de vijand verslaan.


De woorden ‘nimittāni viparītāni’ zijn belangrijk. Wanneer iemand zijn verwachtingen niet ziet uitkomen, raakt hij gefrustreerd en vraagt zich af: ‘Waarom ben ik hier?’ Iedereen is geïnteresseerd in zichzelf en in zijn eigen welzijn, maar niemand is geïnteresseerd in het Allerhoogste Zelf. Arjuna gaf blijk van onwetendheid wat betreft zijn eigenbelang omdat Kṛṣṇa dat zo wilde. Ieders eigenbelang is gelegen in Viṣṇu of Kṛṣṇa. De geconditioneerde ziel vergeet dit en krijgt daarom materiële ellende te verduren. Arjuna dacht dat zijn overwinning in de strijd niets anders dan verdriet voor hem zou veroorzaken.
De woorden ''‘nimittāni viparītāni’'' zijn belangrijk. Wanneer iemand zijn verwachtingen niet ziet uitkomen, raakt hij gefrustreerd en vraagt zich af: ‘Waarom ben ik hier?’ Iedereen is geïnteresseerd in zichzelf en in zijn eigen welzijn, maar niemand is geïnteresseerd in het Allerhoogste Zelf. Arjuna gaf blijk van onwetendheid wat betreft zijn eigenbelang omdat Kṛṣṇa dat zo wilde. Ieders eigenbelang is gelegen in Viṣṇu of Kṛṣṇa. De geconditioneerde ziel vergeet dit en krijgt daarom materiële ellende te verduren. Arjuna dacht dat zijn overwinning in de strijd niets anders dan verdriet voor hem zou veroorzaken.
</div>
</div>



Latest revision as of 11:32, 28 June 2018

Śrī Śrīmad A.C. Bhaktivedanta Swami Prabhupāda


VERS 30

न च शक्नोम्यवस्थातुं भ्रमतीव च मे मनः ।
निमित्तानि च पश्यामि विपरीतानि केशव ॥३०॥
na ca śaknomy avasthātuṁ
bhramatīva ca me manaḥ
nimittāni ca paśyāmi
viparītāni keśava

WOORD-VOOR-WOORD-VERTALINGEN

na — evenmin; ca — ook; śaknomi — ben ik in staat; avasthātum — te blijven; bhramati — vergetend; iva — alsof; ca — en; me — mijn; manaḥ — geest; nimittāni — oorzaken; ca — ook; paśyāmi — ik zie; viparītāni — juist het tegenovergestelde; keśava — o doder van de demon Keśī (Kṛṣṇa).

VERTALING

Ik ben niet in staat hier langer te blijven. Ik ben mijn zelfbeheersing kwijt en mijn geest duizelt. Ik voorzie alleen maar onheil, o Kṛṣṇa, doder van de demon Keśī.

COMMENTAAR

Door zijn onrust kon Arjuna niet langer op het slagveld blijven en deze zwakheid van geest deed hem zijn zelfbeheersing verliezen. Overdreven gehechtheid aan materiële dingen plaatst iemand in verwarrende levensomstandigheden. Bhayaṁ dvitīyābhiniveśataḥ syāt (Śrīmad-Bhāgavatam 11.2.37): zulke angst en verlies van mentaal evenwicht overkomt personen die te veel door materiële omstandigheden beïnvloed worden. Arjuna voorzag alleen maar pijnlijke tegenslagen op het slagveld; hij zou niet gelukkig worden, zelfs al zou hij de vijand verslaan.

De woorden ‘nimittāni viparītāni’ zijn belangrijk. Wanneer iemand zijn verwachtingen niet ziet uitkomen, raakt hij gefrustreerd en vraagt zich af: ‘Waarom ben ik hier?’ Iedereen is geïnteresseerd in zichzelf en in zijn eigen welzijn, maar niemand is geïnteresseerd in het Allerhoogste Zelf. Arjuna gaf blijk van onwetendheid wat betreft zijn eigenbelang omdat Kṛṣṇa dat zo wilde. Ieders eigenbelang is gelegen in Viṣṇu of Kṛṣṇa. De geconditioneerde ziel vergeet dit en krijgt daarom materiële ellende te verduren. Arjuna dacht dat zijn overwinning in de strijd niets anders dan verdriet voor hem zou veroorzaken.