NL/BG 11.2: Difference between revisions

(Bhagavad-gita Compile Form edit)
 
(Vanibot #0019: LinkReviser - Revised links and redirected them to the de facto address when redirect exists)
 
Line 2: Line 2:
<div style="float:left">'''[[Dutch - Bhagavad-gītā zoals ze is|Bhagavad-gītā zoals ze is]] - [[NL/BG 11| Hoofdstuk 11: De kosmische gedaante]]'''</div>
<div style="float:left">'''[[Dutch - Bhagavad-gītā zoals ze is|Bhagavad-gītā zoals ze is]] - [[NL/BG 11| Hoofdstuk 11: De kosmische gedaante]]'''</div>
<div style="float:right">[[File:Go-previous.png|link=NL/BG 11.1| BG 11.1]] '''[[NL/BG 11.1|BG 11.1]] - [[NL/BG 11.3|BG 11.3]]''' [[File:Go-next.png|link=NL/BG 11.3| BG 11.3]]</div>
<div style="float:right">[[File:Go-previous.png|link=NL/BG 11.1| BG 11.1]] '''[[NL/BG 11.1|BG 11.1]] - [[NL/BG 11.3|BG 11.3]]''' [[File:Go-next.png|link=NL/BG 11.3| BG 11.3]]</div>
{{RandomImageRU}}
{{RandomImage|Dutch}}


==== VERS 2 ====
==== VERS 2 ====
<div class="devanagari">
:भवाप्ययौ हि भूतानां श्रुतौ विस्तरशो मया ।
:त्वत्तः कमलपत्राक्ष माहात्म्यमपि चाव्ययम् ॥२॥
</div>


<div class="verse">
<div class="verse">
:''bhavāpyayau hi bhūtānāṁ, śrutau vistaraśo mayā''
:bhavāpyayau hi bhūtānāṁ
:''tvattaḥ kamala-patrākṣa, māhātmyam api cāvyayam''
:śrutau vistaraśo mayā
 
:tvattaḥ kamala-patrākṣa
:māhātmyam api cāvyayam
</div>
</div>


Line 15: Line 21:


<div class="synonyms">
<div class="synonyms">
bhava — verschijning; apyayau — verdwijning; hi — zeker; bhūtānām — van alle levende wezens; śrutau — zijn gehoord; vistaraśaḥ — in detail; mayā — door mij; tvattaḥ — van Jou; kamala-patra-akṣa — o lotus-ogige; māhātmyam — roem; api — ook; ca — en; avyayam — onvergankelijke.
''bhava'' — verschijning; ''apyayau'' — verdwijning; ''hi'' — zeker; ''bhūtānām'' — van alle levende wezens; ''śrutau'' — zijn gehoord; ''vistaraśaḥ'' — in detail; ''mayā'' — door mij; ''tvattaḥ'' — van Jou; ''kamala-patra-akṣa'' — o lotus-ogige; ''māhātmyam'' — roem; ''api'' — ook; ''ca'' — en; ''avyayam'' — onvergankelijke.
</div>
</div>


Line 27: Line 33:


<div class="purport">
<div class="purport">
Uit vreugde spreekt Arjuna Heer Kṛṣṇa hier aan met ‘lotus-ogige’ (de ogen van Kṛṣṇa lijken op de bloembladen van een lotusbloem), want in een vorig hoofdstuk verzekerde Kṛṣṇa hem het volgende: ahaṁ kṛtsnasya jagataḥ prabhavaḥ pralayas tathā — ‘Ik ben de oorzaak van het verschijnen en verdwijnen van deze hele materiële manifestatie.’ Arjuna heeft hierover uitvoerig van de Heer gehoord. Arjuna is zich er verder van bewust dat hoewel Kṛṣṇa de oorzaak is van alles wat verschijnt en verdwijnt, Hij er afzijdig van blijft. Zijn persoonlijkheid gaat niet verloren. Zo heeft de Heer in het negende hoofdstuk gezegd dat Hij alomtegenwoordig is; toch is Hij niet overal persoonlijk aanwezig. Dat is de onvoorstelbare volheid van Kṛṣṇa, en Arjuna geeft aan die grondig te
Uit vreugde spreekt Arjuna Heer Kṛṣṇa hier aan met ‘lotus-ogige’ (de ogen van Kṛṣṇa lijken op de bloembladen van een lotusbloem), want in een vorig hoofdstuk verzekerde Kṛṣṇa hem het volgende: ''ahaṁ kṛtsnasya jagataḥ prabhavaḥ pralayas tathā'' — ‘Ik ben de oorzaak van het verschijnen en verdwijnen van deze hele materiële manifestatie.’ Arjuna heeft hierover uitvoerig van de Heer gehoord. Arjuna is zich er verder van bewust dat hoewel Kṛṣṇa de oorzaak is van alles wat verschijnt en verdwijnt, Hij er afzijdig van blijft. Zijn persoonlijkheid gaat niet verloren. Zo heeft de Heer in het negende hoofdstuk gezegd dat Hij alomtegenwoordig is; toch is Hij niet overal persoonlijk aanwezig. Dat is de onvoorstelbare volheid van Kṛṣṇa, en Arjuna geeft aan die grondig te
hebben begrepen.
hebben begrepen.
</div>
</div>

Latest revision as of 11:44, 28 June 2018

Śrī Śrīmad A.C. Bhaktivedanta Swami Prabhupāda


VERS 2

भवाप्ययौ हि भूतानां श्रुतौ विस्तरशो मया ।
त्वत्तः कमलपत्राक्ष माहात्म्यमपि चाव्ययम् ॥२॥
bhavāpyayau hi bhūtānāṁ
śrutau vistaraśo mayā
tvattaḥ kamala-patrākṣa
māhātmyam api cāvyayam

WOORD-VOOR-WOORD-VERTALINGEN

bhava — verschijning; apyayau — verdwijning; hi — zeker; bhūtānām — van alle levende wezens; śrutau — zijn gehoord; vistaraśaḥ — in detail; mayā — door mij; tvattaḥ — van Jou; kamala-patra-akṣa — o lotus-ogige; māhātmyam — roem; api — ook; ca — en; avyayam — onvergankelijke.

VERTALING

O lotus-ogige, ik heb uitvoerig van Je gehoord over het verschijnen en verdwijnen van alle levende wezens en ik ben me bewust geworden van Je onvergankelijke glorie.

COMMENTAAR

Uit vreugde spreekt Arjuna Heer Kṛṣṇa hier aan met ‘lotus-ogige’ (de ogen van Kṛṣṇa lijken op de bloembladen van een lotusbloem), want in een vorig hoofdstuk verzekerde Kṛṣṇa hem het volgende: ahaṁ kṛtsnasya jagataḥ prabhavaḥ pralayas tathā — ‘Ik ben de oorzaak van het verschijnen en verdwijnen van deze hele materiële manifestatie.’ Arjuna heeft hierover uitvoerig van de Heer gehoord. Arjuna is zich er verder van bewust dat hoewel Kṛṣṇa de oorzaak is van alles wat verschijnt en verdwijnt, Hij er afzijdig van blijft. Zijn persoonlijkheid gaat niet verloren. Zo heeft de Heer in het negende hoofdstuk gezegd dat Hij alomtegenwoordig is; toch is Hij niet overal persoonlijk aanwezig. Dat is de onvoorstelbare volheid van Kṛṣṇa, en Arjuna geeft aan die grondig te hebben begrepen.