NL/Prabhupada 0467 - Omdat ik toevlucht genomen heb bij Krishna's lotusvoeten ben ik veilig: Difference between revisions

(Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0467 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1977 Category:NL-Quotes - Lec...")
 
(Vanibot #0023: VideoLocalizer - changed YouTube player to show hard-coded subtitles version)
 
Line 7: Line 7:
[[Category:NL-Quotes - in India, Mayapur]]
[[Category:NL-Quotes - in India, Mayapur]]
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- BEGIN NAVIGATION BAR -- DO NOT EDIT OR REMOVE -->
{{1080 videos navigation - All Languages|Dutch|NL/Prabhupada 0466 - De zwarte slang is minder schadelijk dan de menselijke slang|0466|NL/Prabhupada 0468 - Onderzoek gewoon en sta klaar hoe Kṛṣṇa te dienen|0468}}
<!-- END NAVIGATION BAR -->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<div class="center">
<div class="center">
Line 15: Line 18:


<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
{{youtube_right|7JDhKQQQECM|Omdat ik toevlucht heb genomen tot Krishna's lotusvoeten, ben ik veilig<br />- Prabhupāda 0467}}
{{youtube_right|UUBX7ctpa8Y|Omdat ik toevlucht genomen heb bij Krishna's lotusvoeten ben ik veilig<br />- Prabhupāda 0467}}
<!-- END VIDEO LINK -->
<!-- END VIDEO LINK -->


<!-- BEGIN AUDIO LINK -->
<!-- BEGIN AUDIO LINK -->
<mp3player>http://vaniquotes.org/w/images/770228SB-MAY_clip5.mp3</mp3player>
<mp3player>https://s3.amazonaws.com/vanipedia/clip/770228SB-MAY_clip5.mp3</mp3player>
<!-- END AUDIO LINK -->
<!-- END AUDIO LINK -->


Line 27: Line 30:


<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT -->
<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT -->
Prabhupāda: Dus Prahlāda Mahārāja, zo'n verheven persoonlijkheid, het gezag, hij is zo bescheiden, hij zegt, kiṁ toṣṭum arhati sa me harir ugra-jāteḥ: "Ik ben geboren in een zeer woeste familie. Natuurlijk heb ik de kwaliteit van mijn vader, mijn familie, demonische familie geërfd. En personen zoals Heer Brahmā en andere halfgoden, ze konden de Heer niet tevreden stellen, en wat zal ik doen?" Een Vaiṣṇava denkt zo. Vaiṣṇava, Prahlāda Mahārāja, hoewel hij transcendentaal is, nitya-siddha, hij denkt, identificeert zich met zijn familie. Net als Haridāsa Ṭhākura. Haridāsa Ṭhākura ging de Jagannātha tempel niet binnen. Hetzelfde, vijfhonderd jaar geleden, ze lieten niemand toe in de Jagannātha tempel behalve de hindoes. Hetzelfde gaat nog steeds door. Maar Haridāsa Ṭhākura ging nooit met geweld naar binnen. Hij dacht: "Ja, ik ben een lage rangs persoon, geboren in een lage rangs familie. Waarom zal ik de pūjārīs en anderen verstoren die direct betrokken zijn bij Jagannātha? Nee nee." Sanātana Gosvāmī, hij kwam niet in de buurt van de tempel poort. Hij dacht, "Door mij aan te raken, zullen de pūjārīs onrein zijn. Beter zal ik niet gaan." Maar Jagannātha Zelf kwam om hem dagelijks te zien. Dit is de positie van de toegewijde. Toegewijde is zeer nederig, maar om de kwaliteit van de toegewijden te bewijzen, zorgt de Heer voor hen. Kaunteya pratijānīhi na me bhaktaḥ praṇaśyati ([[Vanisource:BG 9.31|BG 9.31]]).  
Prabhupāda: Dus Prahlāda Mahārāja, zo'n verheven persoonlijkheid, de autoriteit, hij is zo nederig, hij zegt: ''kiṁ toṣṭum arhati sa me harir ugra-jāteḥ'': "Ik ben in een hele woeste familie geboren. Natuurlijk heb ik de kwaliteiten van mijn vader, van mijn demonische familie geërfd. En personen zoals heer Brahmā en andere halfgoden konden de Heer niet tevreden stellen, en wat zal ik doen?" Een ''Vaiṣṇava'' denkt zo. ''Vaiṣṇava'', Prahlāda Mahārāja, hoewel hij transcendentaal is, ''nitya-siddha'', hij denkt, identificeert zich met zijn familie. Net als Haridāsa Ṭhākura. Haridāsa Ṭhākura ging de Jagannātha tempel niet binnen. Hetzelfde; vijfhonderd jaar geleden lieten ze niemand toe in de Jagannātha tempel behalve de hindoes. Hetzelfde gaat nog steeds door. Maar Haridāsa Ṭhākura ging nooit geforceerd naar binnen. Hij dacht: "Ja, ik ben een lage persoon, geboren in een lage familie. Waarom zou ik de ''pūjārī's'' en anderen verstoren die direct Jagannātha aan het dienen zijn? Nee." Sanātana Gosvāmī ging niet in de buurt van de tempel poort. Hij dacht: "Door mij aan te raken zullen de ''pūjārī's'' onrein zijn. Beter dat ik niet ga." Maar Jagannātha Zelf kwam hem dagelijks zien. Dit is de positie van de toegewijde. Toegewijde is heel nederig, maar om de kwaliteit van de toegewijden te bewijzen, zorgt de Heer voor hen. ''Kaunteya pratijānīhi na me bhaktaḥ praṇaśyati'' ([[NL/BG 9.31|BG 9.31]]).  


Dus moeten we altijd afhankelijk zijn van Kṛṣṇa's zekerheid. In alle omstandigheden, alle gevaarlijke posities, Kṛṣṇa... Avaśya rakṣibe kṛṣṇa viśvāsa pālana (Śaraṇāgati). Dit is overgave. Overgave betekent... Een item is het hebben van vol vertrouwen in Kṛṣṇa, dat "In uitvoering van mijn toegewijde dienst kunnen er zo vele gevaren zijn, maar omdat ik toevlucht hebben genomen tot Kṛṣṇa's lotusvoeten, ben ik veilig." Dit, dit geloof in Kṛṣṇa.  
Dus we moeten altijd op Kṛṣṇa's verzekering vertrouwen. In alle omstandigheden, alle gevaarlijke posities, Kṛṣṇa ... ''Avaśya rakṣibe kṛṣṇa viśvāsa pālana'' (Śaraṇāgati). Dit is overgave. Overgave betekent ... Een van de punten is volledig vertrouwen in Kṛṣṇa dat: "In de uitvoering van mijn toegewijde dienst kunnen er zo vele gevaren zijn, maar omdat ik toevlucht heb genomen bij Kṛṣṇa's lotusvoeten ben ik veilig." Dit is geloof in Kṛṣṇa.  


:samāśritā ye pada-pallava-plavaṁ
:''samāśritā ye pada-pallava-plavaṁ''
:mahat-padaṁ puṇya-yaśo murāreḥ
:''mahat-padaṁ puṇya-yaśo murāreḥ''
:bhavāmbudhir vatsa-padaṁ paraṁ padaṁ
:''bhavāmbudhir vatsa-padaṁ paraṁ padaṁ''
:padaṁ padaṁ yad vipadāṁ na teṣām
:''padaṁ padaṁ yad vipadāṁ na teṣām''
:([[Vanisource:SB 10.14.58|SB 10.14.58]])
:([[Vanisource:SB 10.14.58|SB 10.14.58]])


Padaṁ padaṁ yad vipadāṁ na teṣām. Vipadam betekent "gevaarlijke positie." Padaṁ padam, elke stap in deze materiële wereld - na teṣām, niet voor de toegewijde. Padaṁ padaṁ yad vipadāṁ na teṣām. Dit is Śrīmad-Bhāgavatam. Zelfs vanuit literair oogpunt zo verheven. Dus Prahlāda Mahārāja... Net als Kavirāja Gosvāmī. Hij schrijft Caitanya-caritāmṛta, en presenteert zichzelf, hij zegt,
''Padaṁ padaṁ yad vipadāṁ na teṣām''. ''Vipadam'' betekent "gevaarlijke positie." ''Padaṁ padam'', elke stap in deze materiële wereld - ''na teṣām'', niet voor de toegewijde. ''Padaṁ padaṁ yad vipadāṁ na teṣām''. Dit is Śrīmad-Bhāgavatam. Zelfs vanuit literair oogpunt zo verheven. Dus Prahlāda Mahārāja ... Net als Kavirāja Gosvāmī. Hij schrijft Caitanya-caritāmṛta en hij presenteert zichzelf door te zeggen:


:purīṣera kīṭa haite muñi se laghiṣṭha
:''purīṣera kīṭa haite muñi se laghiṣṭha''
:jagāi mādhāi haite muñi se pāpiṣṭha
:''jagāi mādhāi haite muñi se pāpiṣṭha''
:mora nāma yei laya tāra puṇya kṣaya
:''mora nāma yei laya tāra puṇya kṣaya''
:([[Vanisource:CC Adi 5.205|CC Adi 5.205]])
:([[Vanisource:CC Adi 5.205|CC Adi 5.205]])  


Net als dat. De auteur van Caitanya-caritāmṛta, hij presenteert zichzelf: "De lichter dan de worm in de ontlasting." Purīṣera kīṭa haite muñi se laghiṣṭha. En in Caitanya-līlā, Jagāi-Mādhāi, twee broers worden verondersteld het meest zondig te zijn. Maar hij heeft ook, ze werden ook verlost. Kavirāja Gosvāmī zegt: "Ik ben meer zondig zijn dan Jagāi-Mādhāi."  
Op die manier. De auteur van Caitanya-caritāmṛta presenteert zichzelf: "Lager dan een worm in de ontlasting." ''Purīṣera kīṭa haite muñi se laghiṣṭha''. En in Caitanya-''līlā''; Jagāi en Mādhāi, de twee broers worden verondersteld het meest zondig te zijn. Maar Hij heeft hun ook verlost. Kavirāja Gosvāmī zegt: "Ik ben meer zondig dan Jagāi en Mādhāi."  


:jagāi madhāi haite muñi se pāpiṣṭha
:''jagāi madhāi haite muñi se pāpiṣṭha''
:mora nāma yei laya tāra puṇya kṣaya
:''mora nāma yei laya tāra puṇya kṣaya''


"Ik ben zo laag in rang dat als iemand mijn naam neemt, hoe weinig vrome actie er is, is verloren gegaan." Op deze manier presenteert hij. En Sanātana Gosvāmī, de presentatie van zichzelf, nīca jāti nīca karma nīca saṅga... Ze zijn niet kunstmatig. Een Vaiṣṇava denkt eigenlijk zo. Dat is Vaiṣṇava. Hij is nooit trots op... En tegenovergesteld nummer: "Oh, ik heb dit. Ik heb dit. Wie is gelijk aan mij? Ik ben zo rijk. Ik ben zo dit en dat." Dat is het verschil.  
"Ik ben zo laag dat als iemand mijn naam neemt dan is de weinige vrome actie die er is verloren." Op deze manier presenteert hij zichzelf. En Sanātana Gosvāmī presenteert zichzelf: ''nīca jāti nīca karma nīca saṅga'' ... Het is niet kunstmatig. Een ''Vaiṣṇava'' denkt werkelijk zo. Dat is ''Vaiṣṇava''. Hij is nooit trots op ... En juist het tegenovergestelde: "Oh, ik heb dit. Ik heb dit. Wie is gelijk aan mij? Ik ben zo rijk. Ik ben zo dit en dat." Dat is het verschil.  


Dus we moeten leren deze tṛṇād api sunicena taror api sahiṣṇunā en de voetafdruk van Prahlāda Mahārāja volgen. Dan zullen wij zeker worden geaccepteerd door Nṛsiṁha-deva, Kṛṣṇa, zonder enig falen. Veel dank.  
Dus we moeten dit leren: ''tṛṇād api sunicena taror api sahiṣṇunā'', en volgen in de voetsporen van Prahlāda Mahārāja. Dan zullen we zeker geaccepteerd worden door Nṛsiṁha-deva, Kṛṣṇa, zonder enig falen.  
 
Heel veel dank.


Toegewijden: Jaya Prabhupāda!  
Toegewijden: Jaya Prabhupāda!  
<!-- END TRANSLATED TEXT -->
<!-- END TRANSLATED TEXT -->

Latest revision as of 16:01, 29 January 2021



Lecture on SB 7.9.8 -- Mayapur, February 28, 1977

Prabhupāda: Dus Prahlāda Mahārāja, zo'n verheven persoonlijkheid, de autoriteit, hij is zo nederig, hij zegt: kiṁ toṣṭum arhati sa me harir ugra-jāteḥ: "Ik ben in een hele woeste familie geboren. Natuurlijk heb ik de kwaliteiten van mijn vader, van mijn demonische familie geërfd. En personen zoals heer Brahmā en andere halfgoden konden de Heer niet tevreden stellen, en wat zal ik doen?" Een Vaiṣṇava denkt zo. Vaiṣṇava, Prahlāda Mahārāja, hoewel hij transcendentaal is, nitya-siddha, hij denkt, identificeert zich met zijn familie. Net als Haridāsa Ṭhākura. Haridāsa Ṭhākura ging de Jagannātha tempel niet binnen. Hetzelfde; vijfhonderd jaar geleden lieten ze niemand toe in de Jagannātha tempel behalve de hindoes. Hetzelfde gaat nog steeds door. Maar Haridāsa Ṭhākura ging nooit geforceerd naar binnen. Hij dacht: "Ja, ik ben een lage persoon, geboren in een lage familie. Waarom zou ik de pūjārī's en anderen verstoren die direct Jagannātha aan het dienen zijn? Nee." Sanātana Gosvāmī ging niet in de buurt van de tempel poort. Hij dacht: "Door mij aan te raken zullen de pūjārī's onrein zijn. Beter dat ik niet ga." Maar Jagannātha Zelf kwam hem dagelijks zien. Dit is de positie van de toegewijde. Toegewijde is heel nederig, maar om de kwaliteit van de toegewijden te bewijzen, zorgt de Heer voor hen. Kaunteya pratijānīhi na me bhaktaḥ praṇaśyati (BG 9.31).

Dus we moeten altijd op Kṛṣṇa's verzekering vertrouwen. In alle omstandigheden, alle gevaarlijke posities, Kṛṣṇa ... Avaśya rakṣibe kṛṣṇa viśvāsa pālana (Śaraṇāgati). Dit is overgave. Overgave betekent ... Een van de punten is volledig vertrouwen in Kṛṣṇa dat: "In de uitvoering van mijn toegewijde dienst kunnen er zo vele gevaren zijn, maar omdat ik toevlucht heb genomen bij Kṛṣṇa's lotusvoeten ben ik veilig." Dit is geloof in Kṛṣṇa.

samāśritā ye pada-pallava-plavaṁ
mahat-padaṁ puṇya-yaśo murāreḥ
bhavāmbudhir vatsa-padaṁ paraṁ padaṁ
padaṁ padaṁ yad vipadāṁ na teṣām
(SB 10.14.58)

Padaṁ padaṁ yad vipadāṁ na teṣām. Vipadam betekent "gevaarlijke positie." Padaṁ padam, elke stap in deze materiële wereld - na teṣām, niet voor de toegewijde. Padaṁ padaṁ yad vipadāṁ na teṣām. Dit is Śrīmad-Bhāgavatam. Zelfs vanuit literair oogpunt zo verheven. Dus Prahlāda Mahārāja ... Net als Kavirāja Gosvāmī. Hij schrijft Caitanya-caritāmṛta en hij presenteert zichzelf door te zeggen:

purīṣera kīṭa haite muñi se laghiṣṭha
jagāi mādhāi haite muñi se pāpiṣṭha
mora nāma yei laya tāra puṇya kṣaya
(CC Adi 5.205)

Op die manier. De auteur van Caitanya-caritāmṛta presenteert zichzelf: "Lager dan een worm in de ontlasting." Purīṣera kīṭa haite muñi se laghiṣṭha. En in Caitanya-līlā; Jagāi en Mādhāi, de twee broers worden verondersteld het meest zondig te zijn. Maar Hij heeft hun ook verlost. Kavirāja Gosvāmī zegt: "Ik ben meer zondig dan Jagāi en Mādhāi."

jagāi madhāi haite muñi se pāpiṣṭha
mora nāma yei laya tāra puṇya kṣaya

"Ik ben zo laag dat als iemand mijn naam neemt dan is de weinige vrome actie die er is verloren." Op deze manier presenteert hij zichzelf. En Sanātana Gosvāmī presenteert zichzelf: nīca jāti nīca karma nīca saṅga ... Het is niet kunstmatig. Een Vaiṣṇava denkt werkelijk zo. Dat is Vaiṣṇava. Hij is nooit trots op ... En juist het tegenovergestelde: "Oh, ik heb dit. Ik heb dit. Wie is gelijk aan mij? Ik ben zo rijk. Ik ben zo dit en dat." Dat is het verschil.

Dus we moeten dit leren: tṛṇād api sunicena taror api sahiṣṇunā, en volgen in de voetsporen van Prahlāda Mahārāja. Dan zullen we zeker geaccepteerd worden door Nṛsiṁha-deva, Kṛṣṇa, zonder enig falen.

Heel veel dank.

Toegewijden: Jaya Prabhupāda!