NL/Prabhupada 0556 - Het eerste begrip van zelfrealisatie is dat de ziel eeuwig is: Difference between revisions

(Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0556 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1968 Category:NL-Quotes - Lec...")
 
(Vanibot #0023: VideoLocalizer - changed YouTube player to show hard-coded subtitles version)
 
Line 7: Line 7:
[[Category:NL-Quotes - in USA, Los Angeles]]
[[Category:NL-Quotes - in USA, Los Angeles]]
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- BEGIN NAVIGATION BAR -- DO NOT EDIT OR REMOVE -->
{{1080 videos navigation - All Languages|Dutch|NL/Prabhupada 0555 - Slapen op het gebied van spiritueel begrip|0555|NL/Prabhupada 0557 - We zouden heel sterk geneigd moeten zijn naar het Kṛṣṇa-bewustzijn zoals Haridāsa Ṭhākura|0557}}
<!-- END NAVIGATION BAR -->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<div class="center">
<div class="center">
Line 15: Line 18:


<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
{{youtube_right|nmmhDIt8PBw|Het eerste begrip van zelfrealisatie is dat de ziel eeuwig is<br />- Prabhupāda 0556}}
{{youtube_right|RlnMdW-usnI|Het eerste begrip van zelfrealisatie is dat de ziel eeuwig is<br />- Prabhupāda 0556}}
<!-- END VIDEO LINK -->
<!-- END VIDEO LINK -->


<!-- BEGIN AUDIO LINK (from English page -->
<!-- BEGIN AUDIO LINK (from English page -->
<mp3player>http://vaniquotes.org/w/images/681219-BG_part8_clip.mp3</mp3player>
<mp3player>https://s3.amazonaws.com/vanipedia/clip/681219-BG_part8_clip.mp3</mp3player>
<!-- END AUDIO LINK -->
<!-- END AUDIO LINK -->


Line 27: Line 30:


<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT (from DotSub) -->
<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT (from DotSub) -->
Prabhupāda: De materialistische persoon kan niet begrijpen wat de toekomst is. Ze denken dat dit lichaam alles is. "We hebben dit lichaam gekregen, en wanneer het beeindigd is, is het klaar voor iedereen." Deze vragen hebben we al besproken. Maar eigenlijk is het niet zo. Dit is het eerste begrip van zelfrealisatie, dat de ziel eeuwig is, Het wordt niet vernietigd zelfs na de vernietiging van dit lichaam. Dit is het begin van zelfrealisatie. Dus deze mensen begrijpen het niet. Het kan ze niets schelen. Dat is hun slaap. Dat is hun miserabele toestand. Ga verder.  
Prabhupāda: De materialistische mens kan niet begrijpen wat de toekomst is. Ze denken dat dit lichaam alles is. "We hebben dit lichaam, en wanneer het op is, dan is alles over." Deze vragen hebben we al besproken. Maar eigenlijk is het niet zo. Het eerste begrip van zelfrealisatie is dat de ziel eeuwig is, het wordt niet vernietigd zelfs niet na de vernietiging van dit lichaam. Dit is het begin van zelfrealisatie. Dus deze mensen begrijpen het niet. Het kan ze niets schelen. Dat is hun slaap. Dat is hun miserabele toestand. Ga verder.  


Tamāla Kṛṣṇa: "Hij gaat verder met zijn zelfrealisatie activiteit ongestoord door materiaal reacties." 70: "Een persoon die niet verstoord wordt door de onophoudelijke stroom van verlangens die binnenkomen als rivieren in de oceaan. die altijd wordt gevuld, maar is altijd nog steeds rustig, kan vrede bereiken, en niet de man die ernaar streeft om dergelijke verlangens te bevredigen."  
Tamāla Kṛṣṇa: "Hij gaat verder met zijn zelfrealisatie, ongestoord door materiële reacties." 70: "Alleen iemand die niet verstoord wordt door de onophoudelijke stroom van verlangens die als rivieren in de oceaan stromen, die zelf voortdurend wordt gevuld maar altijd rustig blijft, kan vrede bereiken, maar niet degene die zulke verlangens probeert te vervullen." ([[NL/BG 2.70|BG 2.70]])


Prabhupāda: Nu, hier is het ... Een materialistische mens, hij heeft zijn verlangens. Stel dat hij wat zaken doet en hij krijgt een beetje geld. Dus hij vervult zijn wens op een materialistische manier. Maar een Kṛṣṇa-bewust persoon, stel dat hij het doet op dezelfde manier, Hij is ook aan het plannen om iets te doen voor Kṛṣṇa-bewustzijn. Dus deze twee actiegebieden zijn niet op hetzelfde niveau. Ga verder.  
Prabhupāda: Een materialistische iemand heeft zijn verlangens. Stel dat hij wat zaken doet en hij krijgt een beetje geld. Dus hij vervult zijn verlangen op een materialistische manier. Maar een Kṛṣṇa-bewust persoon, stel dat hij het op dezelfde manier doet, hij is ook aan het plannen of aan het doen voor Kṛṣṇa-bewustzijn. Dus deze twee soorten activiteiten en zijn niet op hetzelfde niveau. Ga verder.  


Tamāla Kṛṣṇa: 70: "Een persoon die niet... 71: "Een persoon die alle verlangens naar zinsbevrediging heeft opgegeven, die vrij leeft van verlangens, die alle bezitsdrang heeft opgegeven en is verstoken van vals ego, alleen hij kan werkelijke vrede bereiken."  
Tamāla Kṛṣṇa: 71: "Iemand die alle verlangens naar zinsbevrediging heeft opgegeven, die zonder verlangens leeft, die alle bezitsdrang heeft opgegeven en vrij is van vals ego - alleen hij kan werkelijke vrede vinden." ([[NL/BG 2.71|BG 2.71]])


Prabhupāda: Ja. Dus de persoon die alle verlangen naar zinsbevrediging heeft opgegeven. We hebben niet ons verlangen te doden. Hoe kan je doden? Verlangen is een constante metgezel van een levend wezen. Dat is het levende symptoom. Omdat ik een levend wezen ben, jij bent een levend wezen, je hebt het verlangen, ik heb het verlangen. Niet deze tafel. De tafel heeft geen leven; dus het heeft geen verlangen. De tafel kan niet zeggen: "Ik sta hier voor zoveel maanden. Beweeg me alsjeblieft naar een andere plaats." Nee, want het heeft geen verlangen. Maar als ik hier zit voor drie uur, oh, ik zal zeggen, "Oh, ik ben moe geworden. Verwijder mij uit... Geef me alsjeblieft een andere plaats." Dus verlangen moet er zijn want we leven. We moeten de bezigheid van verlangens veranderen. Als we onze verlangens betrekken bij zinsbevrediging, dat is materieel. Maar als we onze verlangens betrekken om te handelen in opdracht van Kṛṣṇa, dat is ons, we zijn vrij van alle verlangens. Dit is het criterium.  
Prabhupāda: Ja. Dus degene die alle verlangen naar zinsbevrediging heeft opgegeven. We hoeven ons verlangen niet te doden. Hoe kan je het doden? Verlangen is een constante metgezel van een levend wezen. Dat is het kenmerk van leven. Omdat ik een levend wezen ben, jij bent een levend wezen, jij hebt verlangens, ik heb verlangens. Deze tafel niet. De tafel heeft geen leven, daarom heeft het geen verlangens. De tafel kan niet zeggen: "Ik sta hier nu al zoveel maanden. Zet me alsjeblieft op een andere plek." Nee, want het heeft geen verlangens. Maar als ik hier drie uur zit, oh, dan zal ik zeggen: "Oh, ik word moe. Haal me alsjeblieft weg, geef me alsjeblieft een andere plek." Dus verlangen moet er zijn omdat we leven. We moeten de invulling van de verlangens veranderen. Als we onze verlangens voor zinsbevrediging gebruiken dan is dat materieel. Maar als we onze verlangens gebruiken om iets voor Kṛṣṇa te doen, dat is onze, we zijn vrij van alle verlangens. Dit is het criterium.  


Tamāla Kṛṣṇa: 72: "Dat is de weg van het spirituele en godvruchtig leven, na het bereiken dat een mens niet verbijsterd is. Zo gelegen, zelfs op het uur van de dood, kan men in het koninkrijk van God binnen gaan." Commentaar: "Men kan Kṛṣṇa-bewustzijn of goddelijk leven bereiken in een keer, binnen een seconde, of men kan een dergelijke staat van het leven niet bereiken, zelfs na miljoenen geboorten."  
Tamāla Kṛṣṇa: 72: "Dat is de spirituele en goddelijke levenswijze, en wie deze heeft bereikt, zal niet meer verward zijn. Wanneer iemand zich zelfs op het moment van de dood in die toestand bevindt, kan hij binnengaan in het koninkrijk van God." ([[NL/BG 2.72|BG 2.72]]) Commentaar: "Men kan Kṛṣṇa-bewustzijn of goddelijk leven onmiddellijk, binnen een seconde bereiken, of men kan zelfs na miljoenen levens niet in staat zijn dit te bereiken."  


Prabhupāda: Meerdere keren waren er vragen die "Hoe lang zal het duren om Kṛṣṇa-bewust te worden?" Ook heb ik geantwoord, dat het in een seconde kan worden gedaan. Hetzelfde wordt uitgelegd. Ga verder.
Prabhupāda: Meerdere keren waren er vragen: "Hoe lang duurt het om Kṛṣṇa-bewust te worden?" Ik heb ook geantwoord dat het in een seconde gedaan kan worden. Hetzelfde wordt hier uitgelegd. Ga verder.  
<!-- END TRANSLATED TEXT -->
<!-- END TRANSLATED TEXT -->

Latest revision as of 16:15, 29 January 2021



Lecture on BG 2.62-72 -- Los Angeles, December 19, 1968

Prabhupāda: De materialistische mens kan niet begrijpen wat de toekomst is. Ze denken dat dit lichaam alles is. "We hebben dit lichaam, en wanneer het op is, dan is alles over." Deze vragen hebben we al besproken. Maar eigenlijk is het niet zo. Het eerste begrip van zelfrealisatie is dat de ziel eeuwig is, het wordt niet vernietigd zelfs niet na de vernietiging van dit lichaam. Dit is het begin van zelfrealisatie. Dus deze mensen begrijpen het niet. Het kan ze niets schelen. Dat is hun slaap. Dat is hun miserabele toestand. Ga verder.

Tamāla Kṛṣṇa: "Hij gaat verder met zijn zelfrealisatie, ongestoord door materiële reacties." 70: "Alleen iemand die niet verstoord wordt door de onophoudelijke stroom van verlangens die als rivieren in de oceaan stromen, die zelf voortdurend wordt gevuld maar altijd rustig blijft, kan vrede bereiken, maar niet degene die zulke verlangens probeert te vervullen." (BG 2.70)

Prabhupāda: Een materialistische iemand heeft zijn verlangens. Stel dat hij wat zaken doet en hij krijgt een beetje geld. Dus hij vervult zijn verlangen op een materialistische manier. Maar een Kṛṣṇa-bewust persoon, stel dat hij het op dezelfde manier doet, hij is ook aan het plannen of aan het doen voor Kṛṣṇa-bewustzijn. Dus deze twee soorten activiteiten en zijn niet op hetzelfde niveau. Ga verder.

Tamāla Kṛṣṇa: 71: "Iemand die alle verlangens naar zinsbevrediging heeft opgegeven, die zonder verlangens leeft, die alle bezitsdrang heeft opgegeven en vrij is van vals ego - alleen hij kan werkelijke vrede vinden." (BG 2.71)

Prabhupāda: Ja. Dus degene die alle verlangen naar zinsbevrediging heeft opgegeven. We hoeven ons verlangen niet te doden. Hoe kan je het doden? Verlangen is een constante metgezel van een levend wezen. Dat is het kenmerk van leven. Omdat ik een levend wezen ben, jij bent een levend wezen, jij hebt verlangens, ik heb verlangens. Deze tafel niet. De tafel heeft geen leven, daarom heeft het geen verlangens. De tafel kan niet zeggen: "Ik sta hier nu al zoveel maanden. Zet me alsjeblieft op een andere plek." Nee, want het heeft geen verlangens. Maar als ik hier drie uur zit, oh, dan zal ik zeggen: "Oh, ik word moe. Haal me alsjeblieft weg, geef me alsjeblieft een andere plek." Dus verlangen moet er zijn omdat we leven. We moeten de invulling van de verlangens veranderen. Als we onze verlangens voor zinsbevrediging gebruiken dan is dat materieel. Maar als we onze verlangens gebruiken om iets voor Kṛṣṇa te doen, dat is onze, we zijn vrij van alle verlangens. Dit is het criterium.

Tamāla Kṛṣṇa: 72: "Dat is de spirituele en goddelijke levenswijze, en wie deze heeft bereikt, zal niet meer verward zijn. Wanneer iemand zich zelfs op het moment van de dood in die toestand bevindt, kan hij binnengaan in het koninkrijk van God." (BG 2.72) Commentaar: "Men kan Kṛṣṇa-bewustzijn of goddelijk leven onmiddellijk, binnen een seconde bereiken, of men kan zelfs na miljoenen levens niet in staat zijn dit te bereiken."

Prabhupāda: Meerdere keren waren er vragen: "Hoe lang duurt het om Kṛṣṇa-bewust te worden?" Ik heb ook geantwoord dat het in een seconde gedaan kan worden. Hetzelfde wordt hier uitgelegd. Ga verder.