NL/Prabhupada 0528 - Radharani is het plezier vermogen van Krishna

Revision as of 15:29, 19 July 2016 by ErikAlbers (talk | contribs) (Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0528 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1971 Category:NL-Quotes - Lec...")
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)


Invalid source, must be from amazon or causelessmery.com

Radhastami, Srimati Radharani's Appearance Day -- London, August 29, 1971

Vandaag is het de geboorte, verschijningsdag van Śrīmatī Rādhārāṇī, Rādhāṣṭamī. Vijftien dagen na de geboorte van Kṛṣṇa verscheen Rādhārāṇī. (pauze) Rādhārāṇī is Kṛṣṇa's plezier potentie. Rādhā-kṛṣṇa-praṇaya-vikṛtir hlâdinî-śaktiḥ. De Heer, de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods, heeft verschillende soorten energieën, zoals wordt bevestigd in de Vedische literatuur. Parāsya śaktir vividhaiva śruyate (CC Madhya 13.65, commentaar). Na tasya kāryaṁ karaṇaṁ ca vidyate. De Allerhoogste Heer heeft niets persoonlijk te doen. Na tasya kāryam. Hij heeft niets te doen. Net zoals hier in deze materiële wereld vinden we een zeer grote man, politiek hoofd of hoofd van een bedrijf; persoonlijk, hij heeft niets te doen. Omdat hij heeft zoveel assistenten, secretaresses heeft, dat persoonlijk heeft hij niets te doen. Ook de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods, vol met zes volheden, waarom zou Hij iets moeten doen? Nee, hij heeft een groot aantal assistenten. Sarvataḥ pāṇi-pādas tat. In de Bhagavad-gītā: "Hij heeft overal Zijn handen en benen." Je zult Kṛṣṇa vinden, hij heeft niets te doen. Hij is gewoon bezig met plezier met gopīs en Rādhārāṇī. Hij is niet bezig met het doden van de demonen. Als Kṛṣṇa de demonen doodt, is Hij Vasudeva Kṛṣṇa; Hij is niet de originele Kṛṣṇa. Kṛṣṇa breidt Zichzelf uit. Eerste uitbreiding is Baladeva. Van Baladeva - Saṅkarṣaṇa, Pradyumna, Aniruddha, Vāsudeva. Dus door het Vāsudeva kenmerk handelt Hij in Mathurā en Dvārakā. Maar Kṛṣṇa in Zijn oorspronkelijke functie blijft in Vṛndāvana. Een van de grootste schrijvers van fictie in Bengalen, Bankimchandra Chatterjee, hij begreep Kṛṣṇa verkeerd, de Kṛṣṇa van Vṛndāvana, Kṛṣṇa van Dvārakā en Kṛṣṇa van Mathurā, zijn zij verschillende personen. Kṛṣṇa (is) hetzelfde, één, maar Hij kan Zichzelf uitbreiden in miljoenen en miljarden vormen. Advaitam acyutam anādim ananta-rūpam ādyaṁ purāṇa-puruṣam (Bs. 5.33). Advaita. Hoewel ananta-rūpam, nog steeds, Hij is ādyaṁ purāṇa-puruṣam, advaita. Er is geen onderscheid.

Dus deze Kṛṣṇa, als Hij wil genieten, wat voor soort genot zal Hij hebben? Dat is besproken door Śrīla Jīva Gosvāmī. Kṛṣṇa is Paraṁ Brahman. Brahman, Paramātmā, dan Param Brahman. Absolute Waarheid, drie verschillende functies. Iemand realiseert de Absolute Waarheid als onpersoonlijk Brahman. Jnani's, degenen die proberen om de Absolute Waarheid te begrijpen, door mentale speculatie, door middel van zijn eigen kennis, hij realiseert de Absolute Waarheid als onpersoonlijk Brahman. En degenen die proberen om de Absolute Waarheid te begrijpen door meditatie, yogis, ze realiseren de Absolute Waarheid als Paramātmā. Paramātmā is gelegen in het hart van iedereen. Īśvaraḥ sarva-bhūtānāṁ hṛd-deśe 'rjuna tiṣṭhati (BG 18.61). Die functie, Paramātmā functie. Aṇḍantara-sthaṁ paramānu-cayāntara-sthaṁ govindam ādi-puruṣaṁ tam ahaṁ bhajāmi. Die Paramātmā functie is een uitbreiding van Kṛṣṇa. Dit wordt verklaard in de Bhagavad-gītā, athavā bahunaitena kiṁ jñātena tavārjuna ekāṁṣena viṣṭabhyāham. Ekāṁṣena. Toen Kṛṣṇa en Arjuna probeerde te begrijpen over het verschillende potentiele bestaan ​​van Kṛṣṇa, dus Hij legde in de twaalfde (tiende) hoofdstuk uit: "Ik ben dit. Onder hen, ik ben dit. Onder hen..." Net als dat. En Hij concludeerde dat "Hoe ver zal ik doorgaan? Probeer beter te begrijpen dat slechts één plenaire gedeelte van Mij, door het binnenkomen van dit universum, de hele kosmos bestaat." Ekāṁṣena sthito jagat (BG 10.42). Jagat. Deze materiële wereld bestaat ​​op een plenair gedeelte van Kṛṣṇa. En Kṛṣṇa gaat binnen, aṇḍāntara-sthaṁ paramānu-cayāntara-stham, Hij gaat binnen in dit universum. Zonder Zijn binnenkomen kan dit universum niet bestaan. Net zoals zonder het binnenkomen van de ziel binnen dit lichaam, kan dit lichaam niet bestaan. Zodra de ziel eruit gaat, wordt het lichaam meteen nutteloos. het lichaam kan echter premier of iets anders zijn, Zodra de ziel uit het lichaam is, is het niet eens een cent waard. Op dezelfde manier, omdat Kṛṣṇa in dit universum binnenkomt, daardoor heeft het universum waarde. Anders is het gewoon een brok materie; het heeft geen waarde. Ekāṁṣena sthito jagat.