NL/Prabhupada 0770 - Ik hou van de ziel. Atma-tattva-vit. En waarom hou ik van de ziel? Omdat ik van Krishna hou

Revision as of 13:04, 26 November 2016 by ErikAlbers (talk | contribs) (Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0770 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1974 Category:NL-Quotes - Lec...")
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)


Invalid source, must be from amazon or causelessmery.com

Lecture on SB 2.1.1 -- Paris, June 9, 1974

Prabhupāda: In onze beweging voor Krishna-bewustzijn, praten we niet over zomaar iets, we praten over Krishna. En als we over Krishna praten, dan zal over honderd jaar, onze voorraad nog niet op zijn. We hebben zoveel boeken. Voor honderd jaar... De voorraad die we nu hebben, als we die honderd jaar lang continu lezen, en elk woord van het Śrīmad-Bhāgavatam proberen te begrijpen, dan zal dat honderd jaar duren. janmādy asya yataḥ (SB 1.1.1), als je dit probeert te begrijpen, kun je het voor honderd jaar begrijpen. Het is zo leuk, dit Śrīmad-Bhāgavatam. Lees elke dag en je vindt... Śrīmad-Bhāgavatam en Bhagavad-Gītā, Lees ze elke dag en je wordt steeds meer gerealiseerd, ātmavit. Je ziet telkens nieuwe betekenissen, nieuw licht. Dit Śrīmad-Bhāgavatam is zo mooi. Lees gewoon dit Śrīmad-Bhāgavatam ... Vidyā bhāgavatāvadhiḥ. Een geleerde ... Wat is de grens van onderricht? De grens van onderricht is het begrijpen van dit Śrīmad-Bhāgavatam. Dat is de grens. Einde. Er is geen andere kennis meer vereist. Daarom wordt gezegd, śrotavyādiṣu yaḥ paraḥ (SB 2.1.1). Het ultieme, eerste klas.

Apaśyatām ātma-tattvaṁ gṛheṣu gṛha-medhinām (SB 2.1.2). De gṛhamedhi weet niet dat de ziel bestaat en dat de ziel blijvend is. En wij, in feite, iedereen verlangt naar geluk. Wiens geluk? Het is geluk van de ziel en het is Krishna's geluk. We proberen dit lichaam te beschermen. We zijn heel blij met dit lichaam. Waarom? Omdat de ziel daar is. Iedereen weet dat. Zodra er geen ziel meer in dit lichaam zit, wordt het weggegooid. Gooi het weg. Niemand geeft er om. De dode lichamen van een mooie man of een mooi meisje, wie geeft daar om? Maar, als er een ziel aanwezig is, "Oh, zo'n mooie jongen, zo'n mooie meisje." De ziel is belangrijk.

Dus eigenlijk houden we niet van dit lichaam, want als hetzelfde mooie lichaam dood is, dan geven we er niet om. Omdat de ziel daar is ... ik hou dus van de ziel. Dit is een feit. Dit heet ātmavit, ātma-tattva-vit. En waarom hou ik van de ziel? Omdat ik van Krishna houd. De ziel is een integrerend deeltje van Krishna. Waarom ben ik zo dol op de ziel? Omdat het een integrerend deeltje van Krishna is Dus uiteindelijk, houd ik van Krishna. Dat is de conclusie. En als ik niet van Krishna houd, dan is dat mijn tekortkoming. Het is normaal om van Krishna te houden, daarom proberen we ieders Krishna-bewustzijn te wekken. Zodra iemands Krishna-bewustzijn gefocust is, dan begint hij van Krishna te houden, dan heeft hij geen behoefte om ergens anders van te houden. Svāmin kṛtārtho 'smi: "Nu ben ik helemaal tevreden." Anders zullen we vele vragen en antwoorden hebben, zo lang we niet zelf-gerealiseerd zijn, zal onze tijd verspilt worden.

Dit Krishna-praśna, onderzoek doen naar Krishna, moet altijd verder gaan. En je kunt alle antwoorden in de Bhagavad-Gītā en het Śrīmad-Bhāgavatam vinden. Door deze vragen en antwoorden zal je leven succesvol worden.

Hartelijk dank.

Toegewijden: Jaya Prabhupāda!