NL/Prabhupada 0738 - Krishna en Balarama zijn weer verschenen als Caitanya en Nityananda

Revision as of 12:00, 2 December 2016 by ErikAlbers (talk | contribs) (Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0738 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1975 Category:NL-Quotes - Lec...")
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)


Invalid source, must be from amazon or causelessmery.com

Lecture on CC Adi-lila 1.2 -- Mayapur, March 26, 1975

Krishna Caitanya en Nityananda zijn Heer Krishna en Balarama. In de tijd van Krishna, waren deze twee broers koeherders, bevriend met de gopi's, zonen van Moeder Yasoda en Nanda Maharaja. Dat is het leven in Vṛndāvana. Krishna en Balarama zijn koeherders uit dit dorp. Dat is de geschiedenis van de jeugd van Krishna en Balarama. Toen Ze naar Mathura gingen hadden ze een andere taak. Ze doodden Kamsa en de worstelaars, en toen ze naar Dvaraka gingen, moesten ze met zo veel andere demonen vechten. Maar hun kindertijd, tot zestien jaar, speelde zich af in Vrindavana, een gelukkig leven met uitsluitend liefde. Dat is paritrāṇāya sādhūnām (BG 4.8). Sādhus, toegewijden, zijn altijd gretig om Krishna, Balarama en Hun metgezellen te zien. Van Hen gescheiden, zijn ze altijd treurig. Om hun jeugd te doen opleven, spelen Krishna en Balarama Hun kindertijd in Vrindavana. En buiten Vrindavana, van Mathura naar Dvaraka en andere plaatsen, was hun taak vināśāya ca duṣkṛtām: doden. Ze hebben dus twee taken: de toegewijden gerust stellen, en de demonen doden. Natuurlijk, Krishna en Balarama, Ze zijn de Absolute Waarheid. Er is geen verschil tussen Hun doden en liefhebben. Ze zijn absoluut. Degenen die werden gedood, weet je, die werden ook bevrijd uit deze materiële gebondenheid.

Deze twee broers zijn weer verschenen, als Sri Krishna Caitanya en Nityananda. Sahoditau (CC Ādi 1.2). Ze zijn gelijktijdig verschenen. Niet dat de ene verscheen en de ander niet. Nee. Beiden, sahoditau. Ze worden vergeleken met de zon en de maan. De taak van de zon en de maan is de duisternis te verdrijven. De zon zien we overdag, en de maan 's nachts. Deze zon en maan, prachtige zon en maan, citrau, Ze zijn samen verschenen. En hun taak is hetzelfde, tamo-nudau. Hun taak is de duisternis verdrijven. Wij zijn in duisternis. Wij, iedereen in deze materiële wereld, is in duisternis. Duisternis betekent onwetendheid, zonder kennis. Ze zijn meestal dierlijk. "Waarom zijn ze dieren, zulke beschaafde mensen, zo goed gekleed en universitair onderricht? Waarom zijn ze in duisternis? "Ja, ze zijn in duisternis. "Wat is het bewijs? Het bewijs is dat ze niet Krishna-bewust zijn. Dat is het bewijs. Dat is hun duisternis. Vraag wie dan ook ... Vraag wat ze weten over Krishna. Iedereen is onwetend, duister. Dat is dus het bewijs. Waarom is dit het bewijs? Krishna zegt het. Wij niet, Krishna zegt het. Wat zegt Hij? Na māṁ duṣkṛtino mūḍhāḥ prapadyante narādhamāḥ, māyayāpahṛta-jñānā (BG 7.15). Apahṛta-jñānā betekent duisternis. Ook al zijn ze universitair onderricht, ook al worden ze beschaafd genoemd, gevorderd in de materiële samenleving, maar māyayāpahṛta-jnana. Hun onderricht ... Omdat ze Krishna niet goed begrijpen, en zich daarom niet overgeven aan Krishna, stelt Krishna persoonlijk vast: sarva-dharmān parityajya mām ekaṁ śaraṇaṁ vraja... (BG 18.66). Dit is Zijn persoonlijke mening. Deze schurken en dwazen zijn in duisternis. Ze weten niet wat het doel van het leven is. Krishna is zo vriendelijk dat Hij zegt: sarva-dharmān parityajya mām ekaṁ śaraṇaṁ vraja. Dit is de filosofie. Waarom doen ze het nog steeds niet? Waarom? Narādhamāḥ. Omdat ze de laagsten van de mensheid zijn, narādhama. Hoe zijn ze narādhama geworden? Duṣkṛtina, altijd zondig leven. Wat is zondig leven? Ongeoorloofde seks, vlees eten, intoxicatie en gokken. Ze zijn duṣkṛtina en narādhama, laagsten van de mensheid, omdat ze verslaafd zijn aan deze bezigheden. En alle kennis die ze ontwikkeld hebben door hun zogenaamde onderwijs, is valse kennis. Māyayāpahṛta-jnana. Dat is hun positie.