NL/Prabhupada 0848 - Iemand kan geen guru worden tenzij die Krishna-tattva kent

Revision as of 12:12, 9 December 2016 by ErikAlbers (talk | contribs) (Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0848 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1974 Category:NL-Quotes - Lec...")
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)


Invalid source, must be from amazon or causelessmery.com

741227 - Lecture SB 03.26.18 - Bombay

Toen Caitanya Mahāprabhu en Rāmānanda Rāya over spirituele bewustwording spraken ... Rāmānanda Rāya kwam uit een śūdra familie, hij was het hoofd van een gezin en ook politicus, gouverneur van Madras. Caitanya Mahāprabhu vroeg aan hem ... Dit is Caitanya Mahāprabhu's līlā: mūkaṁ karoti vācālam, hoe Hij een śūdra, grhastha, politicus, tot Zijn guru, Caitanya Mahāprabhu's guru, maakt. Niemand kan Caitanya Mahāprabhu's guru worden, maar hij speelde deze rol. Hij stelde vragen en Rāmānanda Rāya gaf antwoorden. Dus stel je eens voor hoe verheven zijn positie was. Hij aarzelde een beetje toen hem zeer ingewikkelde vragen werden gesteld. Hij was heel goed in staat om te antwoorden. Hij beantwoordde ze ook, maar hij aarzelde een beetje. "Meneer, U komt uit een zeer hoge brāhmaṇa familie en U bent de meest geleerde persoon, en nu hebt U sannyāsa genomen, de meest verheven positie in de menselijke samenleving."

Sannyāsa is een zeer respectabele positie. Ze worden in India nog steeds geëerd. Waar een sannyāsī gaat, althans in de dorpen, daar biedt men hem respectvolle eerbetuigingen aan en voorzien ze hem van allerlei gemakken, nu nog steeds. In de śāstra staat, als iemand een sannyāsī geen respect geeft of hem niet naar behoren eert, dan moet deze man als straf minstens een dag vasten. Dit is het Vedische systeem. Maar veel sannyāsī's maken hier misbruik van, dus we hoeven ons daar niet druk om te maken. Caitanya Mahāprabhu was geen valse sannyāsī. Hij was een echte sannyāsī. En Rāmānanda Rāya was een echte gṛhastha. Hij aarzelde dus een beetje. Om hem aan te moedigen, zei Caitanya Mahāprabhu meteen, "Nee, nee. Waarom aarzel je? Waarom voel je je minderwaardig? Je bent guru." "Hoe kan ik guru zijn?" Yei kṛṣṇa-tattva-vettā, sei guru haya (CC Madhya 8.128). Een kenner van Krishna zijn, is geen gewone positie. Yatatām api siddhānāṁ kaścid vetti māṁ tattvataḥ (BG 7.3). Wie Krishna kent, is geen gewone man. Yatatām api siddhānām (BG 7.3). Hij is zelfs boven de siddhas verheven. "Dus waarom aarzel je? Je kent Krishna-tattva, daarom vraag ik het aan jou." Dit is de positie.

Deze beweging voor Krishna-bewustzijn is bedoeld, om mensen die bij ons komen te onderrichten, om hen te verheffen, ver, ver boven de siddhas, ver, ver boven de siddhas. Het is heel gemakkelijk. Je kan zo worden, je kan deze positie van guru krijgen. Guru is verheven boven de siddhas. Kṛṣṇa-tattva-vettā. Yei kṛṣṇa-tattva-vettā, sei guru haya (CC Madhya 8.128). Je kan geen guru worden, tenzij je Krishna-tattva kent. Geen gewone man. De yogi's, de karmis, de jñānīs, zij kunnen geen guru worden. Dat wordt niet erkend, omdat zelfs een jñānī, Krishna pas kan begrijpen, na vele, vele levens; niet in één leven, maar na vele, vele leven. Als hij blijft volhouden met zijn jñāna methode, zijn speculatieve methode, om de Absolute Waarheid te begrijpen, dan zal hij toch vele, vele geboorten moeten doorlopen. Uiteindelijk, op een dag, kan hij fortuinlijk zijn. Als hij in contact komt met een toegewijde, dan kan het mogelijk zijn voor hem om Krishna te begrijpen.

Dat staat in de Bhagavad Gita: bahūnāṁ janmanām ante jñānavān māṁ prapadyate (BG 7.19). Wie is prapadyate? Die zich overgeeft aan Krishna. Tenzij je Krishna perfect begrijpt, waarom zal je je overgeven? Krishna zegt, sarva-dharmān parityajya mām ekaṁ śaraṇaṁ vraja(BG 18.66). Grote, grote geleerden zeggen: "Het is te veel." "Het is te veel wat Krishna eist, mām ekaṁ śaraṇaṁ vraja. Dat is te veel." Dit is niet te veel. Dit is je werkelijke positie. Wie werkelijk gevorderd is, in zijn kennis ... Bahūnāṁ janmanām ante (BG 7.19). Dat is niet haalbaar in een leven. Als hij volhardt in kennis, begrip van de Absolute Waarheid, na vele, vele levens, als hij daadwerkelijk kennis heeft, dan geeft hij zich aan Krishna over. Vāsudevaḥ sarvam iti sa mahātmā sudurlabhaḥ (BG 7.19). Zo'n mahātmā ... Je vindt zoveel mahātmā's, simpelweg door hun kleding te veranderen, maar niet zo'n mahātmā. Sa mahātmā sudurlabhaḥ. Het is zeer moeilijk om een ware mahātmā te vinden, maar ze bestaan. Wie fortuinlijk is, kan zo'n mahātmā ontmoeten en zijn leven zal succesvol worden. Sa mahātmā sudurlabhaḥ.