NL/Prabhupada 0426 - Iemand die wijs is treurt niet om het levende noch om het dode lichaam

Revision as of 14:29, 27 February 2016 by ErikAlbers (talk | contribs) (Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0426 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1972 Category:NL-Quotes - Lec...")
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)


Invalid source, must be from amazon or causelessmery.com

Lecture on BG 2.11 -- Edinburgh, July 16, 1972

Prabhupāda: Vertaling.

Pradyumna: Vertaling: 'De Gezegende Heer zei: Terwijl geleerde woorden sprekend, bent je aan het rouwen om iets wat het verdriet niet waard is. Degenen die wijs zijn weeklagen noch om de levenden, noch om de doden (BG 2.11)".

Prabhupāda: 'De Gezegende Heer zei: tijdens het spreken van geleerde woorden, rouw je om iets wat het verdriet niet waardig is. Degenen die wijs zijn weeklagen noch om de levenden noch om de doden." Deze Kṛṣṇa filosofie, Kṛṣṇa-bewustzijns beweging, is mensen te leren om te begrijpen wat de wezenlijke positie van het levend wezen is. Hier wordt gezegd dat iemand die geleerd is, hij weeklaagt niet, hetzij voor het levende of voor het dode lichaam. Ze moeten van de voorste rij verwijderd worden. Ze moeten worden verwijderd, ze moeten achteruit gaan. De huidige beschaving is gebaseerd op het lichamelijk begrip van het leven: "Ik ben dit lichaam." "Ik ben Indier," "Ik ben Amerikaan," "Ik ben Hindoe," "Ik ben Moslim," "Ik ben zwart," "Ik ben blank," en ga zo maar door. De hele beschaving is gebaseerd op dit lichamelijk begrip van het leven. Hoewel er vooruitgang van het leren is, vele universiteiten en onderwijsinstellingen, maar nergens wordt dit onderwerp besproken of geleerd, "Wat ik ben." In plaats daarvan worden ze nog meer misleid door hen onderwijs te geven dat "Je bent geboren in dit land. Je moet voor je land voelen, je moet handelen voor je volk." Of de zogenaamde nationaliteit wordt onderwezen. Maar niemand wordt eigenlijk geleerd wat hij is.

Dezelfde positie was voor Arjuna, Arjuna op het slagveld van Kurukṣetra. Er was een gevecht. Dat is de geschiedenis van groot India, Mahābhārata. Het heet Mahābhārata. Deze Bhagavad-gītā is onderdeel van Mahābhārata. Mahābhārata betekent groot India of grotere planeet. Dus in die geschiedenis van groot India, was er een gevecht tussen twee neef-broers, de Pāṇḍavas en de Kurus. De Pāṇḍavas en Kurus, ze behoorden tot dezelfde familie, die bekend staat als Kuru-dynastie, en in die tijd, 5000 jaar geleden, regeerde de Kuru-dynastie over de hele wereld. Nu, wat wij kennen als Bhārata-varṣa is slechts een fractie. Vroeger was deze planeet bekend als Bhārata-varṣa. Voor die tijd, van duizenden jaren geleden, was deze planeet bekend als Ilāvṛta-varṣa. Maar er was een groot keizer, wiens naam Bharata was. Naar zijn naam, werd deze planeet bekend als Bhārata-varṣa. Maar geleidelijk aan, in de loop van de tijd, werden mensen gedesintegreerd van de ene eenheid. Net zoals we ervaring in India hebben, zeg 20 jaar of 25 jaar geleden, was er geen Pakistan. Maar op de een of andere manier, is er een andere opdeling van Pakistan. Dus eigenlijk, lange, lange jaren geleden was er geen opdeling op deze planeet. De planeet is één, en de koning was ook één, en de cultuur was ook één. De cultuur was Vedische cultuur, en de koning was één. Zoals ik je vertelde dat de Kuru-dynastie koningen, ze regeerden over de hele wereld. Het was een monarchie. Zo was er een gevecht tussen twee neef broers van dezelfde familie, en dat is het thema van deze Bhagavad-gītā. Bhagavad-gītā werd gesproken op het slagveld. Op het slagveld, we hebben weinig tijd. Deze Bhagavad-gītā werd gesproken toen de twee partijen elkaar ontmoetten op het slagveld. En Arjuna, na het zien van de andere partij, dat de andere partij, alle van hen behoorden tot zijn familie, alle gezinsleden, want het was de strijd tussen neef broers, dus hij werd mededogend. Mededogend zei hij tegen Kṛṣṇa, "Mijn lieve Kṛṣṇa, ik wil niet vechten. Laat mijn neef broers genieten van het koninkrijk. Ik kan ze niet doden in deze strijd." Dit is het onderwerp van de Bhagavad-gītā. Maar Kṛṣṇa bewoog hem dat "Je bent een kṣatriya. Het is je plicht om te vechten. Waarom wijk je af van je plicht? '