NL/Prabhupada 0447 - Pas op om niet met een niet-toegewijde die dingen over God verzint om te gaan

Revision as of 13:54, 10 March 2016 by ErikAlbers (talk | contribs) (Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0447 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1977 Category:NL-Quotes - Lec...")
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)


Invalid source, must be from amazon or causelessmery.com

Lecture on SB 7.9.2 -- Mayapur, February 12, 1977

Dus als we het karakter van Lakṣmī-Nārāyaṇa bestuderen, dan zullen we niet meer woorden als daridra-Nārāyaṇa of dit of dat vervaardigen. Nee, we moeten daarom nooit deze pāṣaṇḍi volgen.

yas tu nārāyaṇaṁ devaṁ
brahmārudrādi-daivataiḥ
samatvena vikṣeta
sa pāṣaṇḍi bhaved dhruvam
(CC Madhya 18.116)

Pāṣaṇḍi betekent duivel, of niet-toegewijde. Abhaktā hīna cara. Wees voorzichtig om te mixen met een niet-toegewijde die God bedenkt. Zij geloven eigenlijk niet in God. Dit pāṣaṇḍi betekent zij die niet geloven in God. Ze denken dat er geen God is, maar ze zeggen gewoon: "Ja, er is God, maar God heeft geen hoofd, geen staart, geen mond, niets." En wat is God dan? Maar deze rakkers zeggen nirākāra. Nirākāra betekent dat er geen God is. Zeg eerlijk gezegd dat er geen God is. Waarom zeg je: "Ja, er is God, maar Hij heeft geen hoofd, geen staart, geen been, geen hand"? Dus wat is er? Dus dit is een ander bedrog. Degenen die atheïst zijn zeggen eerlijk: "Ik geloof niet in God. Er is geen..." Dat kunnen we begrijpen. Maar deze schurken, ze zeggen: "Daar is God, maar nirākāra." Nirākāra betekent dat er geen God is, maar soms wordt het woord nirākāra gebruikt. Maar dat nirākāra betekent niet dat God geen akāra heeft. Dat nirākāra betekent dat niet dit materiele akāra. Īśvaraḥ paramaḥ kṛṣṇah-sac-cid-ānanda vigrahaḥ (Bs. 5.1). Zijn lichaam is sac-cid-ānanda. Dat is volstrekt onmogelijk om te zien in deze materiële wereld. Ons lichaam is niet sat; het is asat. Dit lichaam dat ik nu heb of dat jij hebt, het zal zo lang blijven dit leven... En wanneer het klaar is, is het voor altijd klaar. Je zult dit lichaam nooit meer krijgen. Daarom asat.

Maar Kṛṣṇa's lichaam is niet zo. Kṛṣṇa's lichaam is hetzelfde, sat; altijd hetzelfde. Kṛṣṇa's andere naam is narakṛti. Ons lichaam is een imitatie van Kṛṣṇa's lichaam, niet dat Kṛṣṇa's lichaam een imitatie is van ons lichaam. Nee. Kṛṣṇa heeft Zijn lichaam, narakṛti, nara-vapu. Deze dingen zijn er. Maar dat vapu is niet zoals dit asat. Ons lichaam is asat. Het zal niet blijven. Zijn lichaam is sac-cid-ānanda. Ons lichaam is asat, acit en nirānanda - tegenovergesteld. Het zal niet blijven, en er is geen kennis, acit, en er is geen gelukzaligheid. We zijn altijd ongelukkig. Dus nirākāra betekent niet een lichaam als dit. Zijn lichaam is anders. Ānanda cinmāyā rasa pratibhavitabhis (Bs. 5,37). Ānanda cinmāyā. Aṅgāni yasya sakalendriya vṛtti-manti paśyanti pānti kalayanti ciraṁ jaganti (Bs. 5.32). Zijn aṅgāni, aṅgāni, delen van het lichaam, worden beschreven, sakalendriya-vṛtti-manti. Ik zie met mijn ogen. Mijn, deze speciale functie van mijn, dit deel van het lichaam om te zien. Maar Kṛṣṇa: sakalendriya-vṛtti-manti - Hij kan niet alleen zien, maar hij kan ook eten. Dat is belangrijk. Door het zien, kunnen we niet eten, maar wat we ook offeren, als Kṛṣṇa ziet, eet hij ook. Aṅgāni yasya sakalendriya-vṛtti-manti. Dus hoe kunnen we Kṛṣṇa's lichaam vergelijken met ons lichaam? Maar avajānanti māṁ mūḍhāḥ (BG 9.11). Degenen die boefjes zijn, ze denken dat "Kṛṣṇa heeft twee handen, twee benen, dus ik ben ook Kṛṣṇa. Ik ben ook." Dus laat je niet misleiden door de boefjes, pāṣaṇḍi. Neem het zoals het in de śāstra staat, leer het van bevoegde bronnen en wees gelukkig. Veel dank.

Toegewijden: Jaya Śrīla Prabhupāda!