NL/BG 1.27

Revision as of 19:06, 18 September 2017 by Harikirtandasa (talk | contribs) (Bhagavad-gita Compile Form edit)
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)
Его Божественная Милость А.Ч. Бхактиведанта Свами Прабхупада


TEXT 27

tān samīkṣya sa kaunteyaḥ, sarvān bandhūn avasthitān
kṛpayā parayāviṣṭo, viṣīdann idam abravīt

Synoniemen

tān — ze allemaal; samīkṣya — na gezien te hebben; saḥ — hij; kaunteyaḥ — de zoon van Kuntī; sarvān — allerlei; bandhūn — familieleden; avasthitān — opgesteld; kṛpayā — door medeleven; parayā — van een hoge graad; āviṣṭaḥ — overmand door; viṣīdan — terwijl je treurt; idam — als volgt; abravīt — sprak.

Vertaling

Toen de zoon van Kuntī, Arjuna, al deze verschillende soorten vrienden en familieleden zag, raakte hij door medeleven overmand en sprak als volgt.