NL/Prabhupada 0054 - Iedereen is Krishna alleen problemen aan het geven: Difference between revisions

(Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0054 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1971 Category:NL-Quotes - Lec...")
 
 
Line 7: Line 7:
[[Category:NL-Quotes - in India]]
[[Category:NL-Quotes - in India]]
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- BEGIN NAVIGATION BAR -- DO NOT EDIT OR REMOVE -->
{{1080 videos navigation - All Languages|Dutch|NL/Prabhupada 0053 - Eerst moeten we horen|0053|NL/Prabhupada 0055 - Krishna aanraken via auditieve receptie|0055}}
<!-- END NAVIGATION BAR -->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<div class="center">
<div class="center">
Line 15: Line 18:


<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
{{youtube_right|UVZTrjq50XI |Everyone is Simply Giving Krishna Trouble - Prabhupāda 0054}}
{{youtube_right|1e94MB0YNCU|Iedereen is Krishna alleen problemen aan het geven<br />- Prabhupāda 0054}}
<!-- END VIDEO LINK -->
<!-- END VIDEO LINK -->


<!-- BEGIN AUDIO LINK -->
<!-- BEGIN AUDIO LINK -->
<mp3player>http://vaniquotes.org/w/images/710215SB.GOR.am_clip4.mp3</mp3player>
<mp3player>https://s3.amazonaws.com/vanipedia/clip/710215SB.GOR.am_clip4.mp3</mp3player>
<!-- END AUDIO LINK -->
<!-- END AUDIO LINK -->


Line 27: Line 30:


<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT -->
<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT -->
Dus Māyāvādī willen bewijzen dat de absolute waarheid nirākāra is, of onpersoonlijk. Dus Kṛṣṇa geeft je intelligentie: "Ja, jij brengt dit naar voor. Breng deze logica naar voor, deze logica, die logica." Evenzo, Kṛṣṇa geeft... Er is een Bengaals gezegde over hoe God werkt, dat een man, een huishouder, bidt tot God, "Mijn lieve Heer, er mag geen diefstal zijn, inbraak, in mijn huis tijdens deze nacht. Alstublieft spaar me." Dus een man zegt zijn gebed, hij bidt op die manier. Een andere man bidt, de dief, "Mijn lieve Heer, deze nacht zal ik een inbraak plegen in dat huis. Alstublieft help me om iets te verkrijgen." Nu, wat is Kṛṣṇa's positie? (gelach) Kṛṣṇa is in iedereen's hart. Dus Kṛṣṇa moet zo veel gebeden vervullen. De inbreker en de dief en de huishouder, zo veel gebeden. Dus Kṛṣṇa's aanpassing... Maar Hij is nog steeds... Dat is Kṛṣṇa's intelligentie, hoe Hij aanpast. Hij geeft iedereen vrijheid. En iedereen krijgt faciliteiten, maar nog steeds is Hij erdoor verveeld. Daarom geeft Kṛṣṇa het advies aan Zijn toegewijden, "Plan niets. Jij deugniet, onzin, geef Mij geen last. (gelach) Alstublieft geef je over aan Me. Ga gewoon volgens Mijn plan; je zal gelukkig zijn. Je maakt plannen, je bent ongelukkig; Ik ben ook ongelukkig. (gelach) Ik ben ook ongelukkig. Zoveel plannen komen dagelijks, en ik moet ze vervullen." Maar Hij is vol genade. Als een... Ye yathā māṁ prapadyante tāṁs... ([[Vanisource:BG 4.11|BG 4.11]]).
Dus ''māyāvādī's'' willen bewijzen dat de absolute waarheid ''nirākāra'' is of onpersoonlijk. Dus Kṛṣṇa geeft je intelligentie: "Ja, jij verkondigt dit. Verkondig deze logica, die logica." Net zo geeft Kṛṣṇa ... Er is een Bengaals gezegde over hoe God werkt, een getrouwde man bidt tot God: "Mijn lieve Heer, laat er geen diefstal zijn in mijn huis tijdens deze nacht. Alstublieft spaar me." Dus een man bidt op die manier. Een andere man, de dief, bidt: "Mijn lieve Heer, deze nacht zal ik inbreken in dat huis. Alstublieft help me om iets te verkrijgen." Nu, wat is Kṛṣṇa's positie? (gelach) Kṛṣṇa is in iedereens hart. Dus Kṛṣṇa moet zo veel gebeden vervullen. De inbreker en de dief en de huisvader, zoveel gebeden. Dus Kṛṣṇa's aanpassing ... Maar Hij is nog steeds ... Dat is Kṛṣṇa's intelligentie, hoe Hij aanpast. Hij geeft iedereen vrijheid. En iedereen krijgt faciliteiten maar nog steeds wordt Hij erdoor gestoord. Daarom adviseert Kṛṣṇa aan Zijn toegewijden: "Plan niets jij dwaas, jij onzin, geef Mij geen last. (gelach) Geef je alstublieft aan Mij over. Ga volgens Mijn plan dan zal je gelukkig zijn. Je maakt plannen, je bent ongelukkig, Ik ben ook ongelukkig. (gelach) Zoveel plannen komen er dagelijks en Ik moet ze vervullen." Maar Hij is genadig. ''Ye yathā māṁ prapadyante tāṁs'' ... ([[NL/BG 4.11|BG 4.11]]).


Dus behalve de toegewijde van Kṛṣṇa, iedereen geeft gewoonweg Kṛṣṇa problemen, problemen, problemen, problemen. Daarom, ze worden duṣkṛtina genoemd. Duṣkṛtina, meest onverlaten, de onverlaten. Maak geen plannen. Aanvaardt Kṛṣṇa's plan. Dat zal gewoonweg problemen geven aan Kṛṣṇa. Daarom, een toegewijde bidt zelfs niet eens voor zijn onderhoud. Dat is zuivere toegewijde. Hij geeft geen problemen aan Kṛṣṇa's, zelfs niet voor zijn basis onderhoud. Als hij niet onderhouden wordt, hij zal lijden, vasten; toch, hij zal het Kṛṣṇa niet vragen, "Kṛṣṇa, ik heb heel veel honger. Geef me wat eten." Natuurlijk, Kṛṣṇa is waakzaam voor Zijn toegewijde, maar een toegewijde's principe is om geen plan te plaatsen voor Kṛṣṇa. Laat Kṛṣṇa doen. We moeten simpelweg gaan volgens het plan van Kṛṣṇa.
Dus behalve de toegewijde van Kṛṣṇa geeft iedereen Kṛṣṇa alleen problemen, problemen, problemen. Daarom worden ze ''duṣkṛtina'' genoemd. ''Duṣkṛtina'', de misbaksels. Maak geen plannen. Aanvaardt Kṛṣṇa's plan. Dat zal alleen problemen geven aan Kṛṣṇa. Daarom bidt een toegewijde zelfs niet eens voor zijn onderhoud. Dat is zuivere toegewijde. Hij geeft geen problemen aan Kṛṣṇa, zelfs niet voor zijn basis behoeften. Als hij niet onderhouden wordt dan zal hij lijden, vasten, toch zal hij het Kṛṣṇa niet vragen: "Kṛṣṇa, ik heb veel honger. Geef me wat eten." Natuurlijk is Kṛṣṇa waakzaam voor Zijn toegewijde, maar het is een principe van de toegewijde om geen plan te presenteren voor Kṛṣṇa. Laat Kṛṣṇa het doen. We moeten alleen gaan volgens het plan van Kṛṣṇa.


Dus wat is ons plan? Ons plan is, Kṛṣṇa zegt, sarva-dharmān parityajya mām ekaṁ śaraṇaṁ ([[Vanisource:BG 18.66|BG 18.66]]). Man-manā bhava mad-bhakto mad-yājī. Dus ons plan is het zelfde. We zijn gewoonweg aan het werven voor Kṛṣṇa, dat "Jij wordt Kṛṣṇa bewust." We moeten ons voorbeeld tonen, hoe we Kṛṣṇa bewust worden, hoe we Kṛṣṇa vereren, hoe we door de straten gaan om Kṛṣṇa's naam te vibreren, transcendentale naam. Nu verdelen we Kṛṣṇa's prasādam. Zoveel mogelijk, onze taak is om personen te induceren hoe hij Kṛṣṇa bewust wordt. Dat is alles. Voor die redenen, kan je je plan maken, want dat is Kṛṣṇa's plan. Maar dat moet ook goedgekeurd worden door Kṛṣṇa. Maak niet je eigen gefabriceerd, verzonnen plan. Daarom, om je te leiden, een vertegenwoordiger van Kṛṣṇa is vereist. Dat is de geestelijk leraar.
Dus wat is ons plan? Ons plan is, Kṛṣṇa zegt; ''sarva-dharmān parityajya mām ekaṁ śaraṇaṁ'' ([[NL/BG 18.66|BG 18.66]]). ''Man-manā bhava mad-bhakto mad-yājī''. Dus ons plan is hetzelfde. We zijn simpelweg voor Kṛṣṇa aan het werven dat: "Wordt Kṛṣṇa-bewust." We moeten het voorbeeld geven, hoe we Kṛṣṇa-bewust worden, hoe we Kṛṣṇa vereren, hoe we de straat op gaan om Kṛṣṇa's transcendentale naam te zingen. Nu gaan we Kṛṣṇa's ''prasādam'' uitdelen. Het is zoveel mogelijk onze taak is om mensen over te halen om Kṛṣṇa-bewust te worden. Dat is alles. Voor die redenen kan je plannen maken want dat is Kṛṣṇa's plan. Maar dat moet ook goedgekeurd worden door Kṛṣṇa. Maak niet je eigen gefabriceerde, verzonnen plan. Daarom, om je te leiden is er een vertegenwoordiger van Kṛṣṇa nodig. Dat is de spiritueel leraar.


Dus er is een enorm plan en een enorme regeling. Daarom moeten we in de voetstappen volgen van de mahājanas. Zoals het hier vermeld staat, dat dvādaśaite vijānīmo dharmaṁ bhāgavataṁ bhaṭāḥ. Hij zegt dat "Wij, de gekozen mahājanas, vertegenwoordigers van Kṛṣṇa, we weten wat bhāgavata-dharma is, wat Kṛṣṇa dharma is." Dvādaśa. Dvādaśa. De dvādaśa betekend twaalf namen, al eerder vermeld: svayambhūr nāradaḥ śambhuḥ... ([[Vanisource:SB 6.3.20|SB 6.3.20]]). Ik heb dit uitgelegd. Dus Yamarāja zegt, "Alleen wij, deze twaalf mannen, vertegenwoordigers van Kṛṣṇa, we weten wat bhāgavata-dharma is." Dvādaśaite vijānīmaḥ. Vijānīmaḥ betekend "we weten." Dharmaṁ bhāgavataṁ bhaṭāḥ, guhyaṁ viśuddhaṁ durbodhaṁ yaṁ jñātvāmṛtam aśnute. "We weten." Daarom wordt er geadviseerd, mahājano yena gataḥ sa panthāḥ ([[Vanisource:CC Madhya 17.186|CC Madhya 17.186]]). Deze mahājanas, zoals zij het hebben voorgeschreven, dat is de echte weg om Kṛṣṇa te begrijpen, of spirituele verlossing.
Dus er is een enorm plan en een enorme regeling. Daarom moeten we in de voetsporen volgen van de ''mahājanas''. Zoals hier vermeld staat; ''dvādaśaite vijānīmo dharmaṁ bhāgavataṁ bhaṭāḥ'' ([[Vanisource:SB 6.3.20-21|SB 6.3.21]]). Hij zegt dat: "Wij, de gekozen ''mahājanas'', vertegenwoordigers van Kṛṣṇa, wij weten wat ''bhāgavata-dharma'' is, wat Kṛṣṇa ''dharma'' is." ''Dvādaśa''. De ''dvādaśa'' betekent twaalf namen al eerder vermeld; ''svayambhūr nāradaḥ śambhuḥ'' ... ([[Vanisource:SB 6.3.20-21|SB 6.3.20]]). Ik heb dit uitgelegd. Dus Yamarāja zegt: "Alleen wij, deze twaalf mannen, vertegenwoordigers van Kṛṣṇa, wij weten wat ''bhāgavata-dharma'' is." ''Dvādaśaite vijānīmaḥ''. ''Vijānīmaḥ'' betekent we weten. ''Dharmaṁ bhāgavataṁ bhaṭāḥ guhyaṁ viśuddhaṁ durbodhaṁ yaṁ jñātvāmṛtam aśnute'' ([[Vanisource:SB 6.3.20-21|SB 6.3.21]]). "We weten." Daarom wordt geadviseerd; ''mahājano yena gataḥ sa panthāḥ'' ([[Vanisource:CC Madhya 17.186|CC Madhya 17.186]]). Deze ''mahājanas'', zoals zij het hebben voorgeschreven, dat is de echte weg om Kṛṣṇa te begrijpen of spirituele verlossing.


Dus we volgen de Brahma-sampradāya, de eerste, Svayambhū. Brahmā. Brahmā, dan Nārada, van Nārada, Vyāsadeva. Op deze manier, Madhvācārya, Śrī Caitanya Mahāprabhu, op deze manier. Dus vandaag, omdat we volgen in de voetstappen van Śrī Bhaktisiddhānta Sarasvatī Gosvāmī Prabhupāda, dus dit is, vandaag is zijn verschijningsdag. Dus we moeten deze tithi heel respectvol vereren en bidden tot Bhaktisiddhānta Sarasvatī Gosvāmī dat "We zijn bezig in uw dienst. Dus geef ons kracht, geef ons intelligentie. En we worden geleid door uw dienaar." Dus op deze manier moeten we bidden. En ik denk dat in de avond we prasādam zullen verdelen.
Dus we volgen de Brahma-''sampradāya'', de eerste Svayambhū. Brahmā. Dan Nārada, van Nārada, Vyāsadeva. Op deze manier, Madhvācārya, Śrī Caitanya Mahāprabhu. Dus vandaag, omdat we in de voetsporen van Śrī Bhaktisiddhānta Sarasvatī Gosvāmī Prabhupāda volgen, dus vandaag is zijn verschijningsdag. Dus we moeten deze ''tithi'' heel respectvol vereren en bidden tot Bhaktisiddhānta Sarasvatī Gosvāmī dat: "We zijn bezig in uw dienst. Dus geef ons kracht, geef ons intelligentie. En we worden geleid door uw dienaar." Dus op deze manier moeten we bidden. En ik denk dat we in de avond ''prasādam'' zullen uitdelen.
<!-- END TRANSLATED TEXT -->
<!-- END TRANSLATED TEXT -->

Latest revision as of 15:13, 13 March 2022



His Divine Grace Srila Bhaktisiddhanta Sarasvati Gosvami Prabhupada's Appearance Day, SB 6.3.24 -- Gorakhpur, February 15, 1971

Dus māyāvādī's willen bewijzen dat de absolute waarheid nirākāra is of onpersoonlijk. Dus Kṛṣṇa geeft je intelligentie: "Ja, jij verkondigt dit. Verkondig deze logica, die logica." Net zo geeft Kṛṣṇa ... Er is een Bengaals gezegde over hoe God werkt, een getrouwde man bidt tot God: "Mijn lieve Heer, laat er geen diefstal zijn in mijn huis tijdens deze nacht. Alstublieft spaar me." Dus een man bidt op die manier. Een andere man, de dief, bidt: "Mijn lieve Heer, deze nacht zal ik inbreken in dat huis. Alstublieft help me om iets te verkrijgen." Nu, wat is Kṛṣṇa's positie? (gelach) Kṛṣṇa is in iedereens hart. Dus Kṛṣṇa moet zo veel gebeden vervullen. De inbreker en de dief en de huisvader, zoveel gebeden. Dus Kṛṣṇa's aanpassing ... Maar Hij is nog steeds ... Dat is Kṛṣṇa's intelligentie, hoe Hij aanpast. Hij geeft iedereen vrijheid. En iedereen krijgt faciliteiten maar nog steeds wordt Hij erdoor gestoord. Daarom adviseert Kṛṣṇa aan Zijn toegewijden: "Plan niets jij dwaas, jij onzin, geef Mij geen last. (gelach) Geef je alstublieft aan Mij over. Ga volgens Mijn plan dan zal je gelukkig zijn. Je maakt plannen, je bent ongelukkig, Ik ben ook ongelukkig. (gelach) Zoveel plannen komen er dagelijks en Ik moet ze vervullen." Maar Hij is genadig. Ye yathā māṁ prapadyante tāṁs ... (BG 4.11).

Dus behalve de toegewijde van Kṛṣṇa geeft iedereen Kṛṣṇa alleen problemen, problemen, problemen. Daarom worden ze duṣkṛtina genoemd. Duṣkṛtina, de misbaksels. Maak geen plannen. Aanvaardt Kṛṣṇa's plan. Dat zal alleen problemen geven aan Kṛṣṇa. Daarom bidt een toegewijde zelfs niet eens voor zijn onderhoud. Dat is zuivere toegewijde. Hij geeft geen problemen aan Kṛṣṇa, zelfs niet voor zijn basis behoeften. Als hij niet onderhouden wordt dan zal hij lijden, vasten, toch zal hij het Kṛṣṇa niet vragen: "Kṛṣṇa, ik heb veel honger. Geef me wat eten." Natuurlijk is Kṛṣṇa waakzaam voor Zijn toegewijde, maar het is een principe van de toegewijde om geen plan te presenteren voor Kṛṣṇa. Laat Kṛṣṇa het doen. We moeten alleen gaan volgens het plan van Kṛṣṇa.

Dus wat is ons plan? Ons plan is, Kṛṣṇa zegt; sarva-dharmān parityajya mām ekaṁ śaraṇaṁ (BG 18.66). Man-manā bhava mad-bhakto mad-yājī. Dus ons plan is hetzelfde. We zijn simpelweg voor Kṛṣṇa aan het werven dat: "Wordt Kṛṣṇa-bewust." We moeten het voorbeeld geven, hoe we Kṛṣṇa-bewust worden, hoe we Kṛṣṇa vereren, hoe we de straat op gaan om Kṛṣṇa's transcendentale naam te zingen. Nu gaan we Kṛṣṇa's prasādam uitdelen. Het is zoveel mogelijk onze taak is om mensen over te halen om Kṛṣṇa-bewust te worden. Dat is alles. Voor die redenen kan je plannen maken want dat is Kṛṣṇa's plan. Maar dat moet ook goedgekeurd worden door Kṛṣṇa. Maak niet je eigen gefabriceerde, verzonnen plan. Daarom, om je te leiden is er een vertegenwoordiger van Kṛṣṇa nodig. Dat is de spiritueel leraar.

Dus er is een enorm plan en een enorme regeling. Daarom moeten we in de voetsporen volgen van de mahājanas. Zoals hier vermeld staat; dvādaśaite vijānīmo dharmaṁ bhāgavataṁ bhaṭāḥ (SB 6.3.21). Hij zegt dat: "Wij, de gekozen mahājanas, vertegenwoordigers van Kṛṣṇa, wij weten wat bhāgavata-dharma is, wat Kṛṣṇa dharma is." Dvādaśa. De dvādaśa betekent twaalf namen al eerder vermeld; svayambhūr nāradaḥ śambhuḥ ... (SB 6.3.20). Ik heb dit uitgelegd. Dus Yamarāja zegt: "Alleen wij, deze twaalf mannen, vertegenwoordigers van Kṛṣṇa, wij weten wat bhāgavata-dharma is." Dvādaśaite vijānīmaḥ. Vijānīmaḥ betekent we weten. Dharmaṁ bhāgavataṁ bhaṭāḥ guhyaṁ viśuddhaṁ durbodhaṁ yaṁ jñātvāmṛtam aśnute (SB 6.3.21). "We weten." Daarom wordt geadviseerd; mahājano yena gataḥ sa panthāḥ (CC Madhya 17.186). Deze mahājanas, zoals zij het hebben voorgeschreven, dat is de echte weg om Kṛṣṇa te begrijpen of spirituele verlossing.

Dus we volgen de Brahma-sampradāya, de eerste Svayambhū. Brahmā. Dan Nārada, van Nārada, Vyāsadeva. Op deze manier, Madhvācārya, Śrī Caitanya Mahāprabhu. Dus vandaag, omdat we in de voetsporen van Śrī Bhaktisiddhānta Sarasvatī Gosvāmī Prabhupāda volgen, dus vandaag is zijn verschijningsdag. Dus we moeten deze tithi heel respectvol vereren en bidden tot Bhaktisiddhānta Sarasvatī Gosvāmī dat: "We zijn bezig in uw dienst. Dus geef ons kracht, geef ons intelligentie. En we worden geleid door uw dienaar." Dus op deze manier moeten we bidden. En ik denk dat we in de avond prasādam zullen uitdelen.