NL/Prabhupada 0054 - Iedereen is Krishna alleen problemen aan het geven

Revision as of 08:52, 19 April 2015 by Rishab (talk | contribs) (Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0054 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1971 Category:NL-Quotes - Lec...")
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)


Invalid source, must be from amazon or causelessmery.com

His Divine Grace Srila Bhaktisiddhanta Sarasvati Gosvami Prabhupada's Appearance Day, SB 6.3.24 -- Gorakhpur, February 15, 1971

Dus Māyāvādī willen bewijzen dat de absolute waarheid nirākāra is, of onpersoonlijk. Dus Kṛṣṇa geeft je intelligentie: "Ja, jij brengt dit naar voor. Breng deze logica naar voor, deze logica, die logica." Evenzo, Kṛṣṇa geeft... Er is een Bengaals gezegde over hoe God werkt, dat een man, een huishouder, bidt tot God, "Mijn lieve Heer, er mag geen diefstal zijn, inbraak, in mijn huis tijdens deze nacht. Alstublieft spaar me." Dus een man zegt zijn gebed, hij bidt op die manier. Een andere man bidt, de dief, "Mijn lieve Heer, deze nacht zal ik een inbraak plegen in dat huis. Alstublieft help me om iets te verkrijgen." Nu, wat is Kṛṣṇa's positie? (gelach) Kṛṣṇa is in iedereen's hart. Dus Kṛṣṇa moet zo veel gebeden vervullen. De inbreker en de dief en de huishouder, zo veel gebeden. Dus Kṛṣṇa's aanpassing... Maar Hij is nog steeds... Dat is Kṛṣṇa's intelligentie, hoe Hij aanpast. Hij geeft iedereen vrijheid. En iedereen krijgt faciliteiten, maar nog steeds is Hij erdoor verveeld. Daarom geeft Kṛṣṇa het advies aan Zijn toegewijden, "Plan niets. Jij deugniet, onzin, geef Mij geen last. (gelach) Alstublieft geef je over aan Me. Ga gewoon volgens Mijn plan; je zal gelukkig zijn. Je maakt plannen, je bent ongelukkig; Ik ben ook ongelukkig. (gelach) Ik ben ook ongelukkig. Zoveel plannen komen dagelijks, en ik moet ze vervullen." Maar Hij is vol genade. Als een... Ye yathā māṁ prapadyante tāṁs... (BG 4.11).

Dus behalve de toegewijde van Kṛṣṇa, iedereen geeft gewoonweg Kṛṣṇa problemen, problemen, problemen, problemen. Daarom, ze worden duṣkṛtina genoemd. Duṣkṛtina, meest onverlaten, de onverlaten. Maak geen plannen. Aanvaardt Kṛṣṇa's plan. Dat zal gewoonweg problemen geven aan Kṛṣṇa. Daarom, een toegewijde bidt zelfs niet eens voor zijn onderhoud. Dat is zuivere toegewijde. Hij geeft geen problemen aan Kṛṣṇa's, zelfs niet voor zijn basis onderhoud. Als hij niet onderhouden wordt, hij zal lijden, vasten; toch, hij zal het Kṛṣṇa niet vragen, "Kṛṣṇa, ik heb heel veel honger. Geef me wat eten." Natuurlijk, Kṛṣṇa is waakzaam voor Zijn toegewijde, maar een toegewijde's principe is om geen plan te plaatsen voor Kṛṣṇa. Laat Kṛṣṇa doen. We moeten simpelweg gaan volgens het plan van Kṛṣṇa.

Dus wat is ons plan? Ons plan is, Kṛṣṇa zegt, sarva-dharmān parityajya mām ekaṁ śaraṇaṁ (BG 18.66). Man-manā bhava mad-bhakto mad-yājī. Dus ons plan is het zelfde. We zijn gewoonweg aan het werven voor Kṛṣṇa, dat "Jij wordt Kṛṣṇa bewust." We moeten ons voorbeeld tonen, hoe we Kṛṣṇa bewust worden, hoe we Kṛṣṇa vereren, hoe we door de straten gaan om Kṛṣṇa's naam te vibreren, transcendentale naam. Nu verdelen we Kṛṣṇa's prasādam. Zoveel mogelijk, onze taak is om personen te induceren hoe hij Kṛṣṇa bewust wordt. Dat is alles. Voor die redenen, kan je je plan maken, want dat is Kṛṣṇa's plan. Maar dat moet ook goedgekeurd worden door Kṛṣṇa. Maak niet je eigen gefabriceerd, verzonnen plan. Daarom, om je te leiden, een vertegenwoordiger van Kṛṣṇa is vereist. Dat is de geestelijk leraar.

Dus er is een enorm plan en een enorme regeling. Daarom moeten we in de voetstappen volgen van de mahājanas. Zoals het hier vermeld staat, dat dvādaśaite vijānīmo dharmaṁ bhāgavataṁ bhaṭāḥ. Hij zegt dat "Wij, de gekozen mahājanas, vertegenwoordigers van Kṛṣṇa, we weten wat bhāgavata-dharma is, wat Kṛṣṇa dharma is." Dvādaśa. Dvādaśa. De dvādaśa betekend twaalf namen, al eerder vermeld: svayambhūr nāradaḥ śambhuḥ... (SB 6.3.20). Ik heb dit uitgelegd. Dus Yamarāja zegt, "Alleen wij, deze twaalf mannen, vertegenwoordigers van Kṛṣṇa, we weten wat bhāgavata-dharma is." Dvādaśaite vijānīmaḥ. Vijānīmaḥ betekend "we weten." Dharmaṁ bhāgavataṁ bhaṭāḥ, guhyaṁ viśuddhaṁ durbodhaṁ yaṁ jñātvāmṛtam aśnute. "We weten." Daarom wordt er geadviseerd, mahājano yena gataḥ sa panthāḥ (CC Madhya 17.186). Deze mahājanas, zoals zij het hebben voorgeschreven, dat is de echte weg om Kṛṣṇa te begrijpen, of spirituele verlossing.

Dus we volgen de Brahma-sampradāya, de eerste, Svayambhū. Brahmā. Brahmā, dan Nārada, van Nārada, Vyāsadeva. Op deze manier, Madhvācārya, Śrī Caitanya Mahāprabhu, op deze manier. Dus vandaag, omdat we volgen in de voetstappen van Śrī Bhaktisiddhānta Sarasvatī Gosvāmī Prabhupāda, dus dit is, vandaag is zijn verschijningsdag. Dus we moeten deze tithi heel respectvol vereren en bidden tot Bhaktisiddhānta Sarasvatī Gosvāmī dat "We zijn bezig in uw dienst. Dus geef ons kracht, geef ons intelligentie. En we worden geleid door uw dienaar." Dus op deze manier moeten we bidden. En ik denk dat in de avond we prasādam zullen verdelen.