NL/Prabhupada 0068 - Iedereen moet werken: Difference between revisions

(Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0068 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1975 Category:NL-Quotes - Lec...")
 
No edit summary
 
Line 7: Line 7:
[[Category:NL-Quotes - in USA]]
[[Category:NL-Quotes - in USA]]
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- BEGIN NAVIGATION BAR -- DO NOT EDIT OR REMOVE -->
{{1080 videos navigation - All Languages|Dutch|NL/Prabhupada 0067 - De Gosvami's sliepen slechts twee uur|0067|NL/Prabhupada 0069 - Ik zal niet sterven|0069}}
<!-- END NAVIGATION BAR -->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<div class="center">
<div class="center">
Line 15: Line 18:


<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
{{youtube_right|l_zQXJRQgzE|Everyone Has to Work - Prabhupāda 0068}}
{{youtube_right|wpXb2SPjqYE|Iedereen moet werken<br/>- Prabhupāda 0068}}
<!-- END VIDEO LINK -->
<!-- END VIDEO LINK -->


<!-- BEGIN AUDIO LINK -->
<!-- BEGIN AUDIO LINK -->
<mp3player>http://vaniquotes.org/w/images/750726SB.LB_clip1.mp3</mp3player>  
<mp3player>https://s3.amazonaws.com/vanipedia/clip/750726SB.LB_clip1.mp3</mp3player>  
<!-- END AUDIO LINK -->
<!-- END AUDIO LINK -->


Line 27: Line 30:


<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT -->     
<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT -->     
Nitai: "In dit leven, elk persoon tot de evenredige mate van de soorten werk, hetzij religieus of niet-religieus, zoals ze worden uitgevoerd ook in het volgend leven, dezelfde persoon tot dezelfde mate, de zelfde variëteit, de verkregen actie van zijn karma moet genoten of geleden worden."  
Nitai: "In dit leven moet elk persoon in evenredige mate met de soorten werk, hetzij religieus of niet-religieus, zoals ze ook gedaan worden in het volgende leven, dezelfde persoon in dezelfde mate, dezelfde variëteit, hij moet de verkregen actie van zijn karma genieten of lijden."  


Prabhupāda:  
Prabhupāda:  


:yena yāvān yathādharmo
:''yena yāvān yathādharmo<br/>dharmo veha samīhitaḥ<br/>sa eva tat-phalaṁ bhuṅkte<br/>tathā tāvad amutra vai''<br/>([[Vanisource:SB 6.1.45|SB 6.1.45]])  
:dharmo veha samīhitaḥ
:sa eva tat-phalaṁ bhuṅkte
:tathā tāvad amutra vai
:([[Vanisource:SB 6.1.45|SB 6.1.45]])  


Dus in het vorige vers hebben we besproken, dehavān na hy akarma-kṛt. Iedereen die dit materieel lichaam kreeg, moet werken. Iedereen moet werken. In het spiritueel lichaam moet je ook werken. In het materieel lichaam moet je ook werken. Want het werkend principe is de ziel - de ziel is levenskracht - dus hij is bezig. Levend lichaam betekent dat er beweging is. Er is werk. Hij kan niet stil zitten. In de Bhagavad-gītā wordt gezegd, "Zelfs niet voor een ogenblik kan men werkeloos zijn." Dat is het symptoom van het levend wezen. Dus dit werken gaat verder volgens het bepaald lichaam. De hond rent ook, en een man rent ook. Maar een man denkt dat hij heel beschaafd is want hij rent per motorwagen. Beiden rennen ze, maar een man heeft een bepaald type van lichaam waarbij hij een voertuig of rijwiel kan maken, waar hij kan op lopen. Hij denkt dat "Ik ren aan een hogere snelheid dan de hond; daarom ben ik beschaafd. Dit is de moderne mentaliteit. Hij weet niet wat het verschil is tussen lopen aan een snelheid van vijftig mijl of vijf mijl of vijfduizend mijl of aan een snelheid van vijf miljoen mijl. De ruimte is ongelimiteerd. Welke snelheid je ook ontdekt, het is nog steeds ontoereikend. Nog steeds ontoereikend. Dus dit is niet het leven, dat "Omdat ik sneller dan de hond kan lopen, daarom ben ik beschaafd."  
Dus in het vorige vers hebben we besproken ''dehavān na hy akarma-kṛt'' ([[Vanisource:SB 6.1.44|SB 6.1.44]]). Iedereen die een materieel lichaam heeft moet werken. Iedereen moet werken. In het spirituele lichaam moet je ook werken. In het materiële lichaam moet je ook werken. Want het werkende principe is de ziel - de ziel is levenskracht - dus hij is bezig. Levend lichaam betekent dat er beweging is. Er is werk. Hij kan niet zitten nietsdoen. In de Bhagavad-gītā wordt gezegd: "Zelfs niet voor een ogenblik kan men nietsdoen." Dat is het kenmerk van het levende wezen. Dus dit werken gebeurt volgens het bepaalde lichaam. De hond rent ook en een man rent ook. Maar een man denkt dat hij heel beschaafd is want hij rent met de auto. Beiden rennen ze maar een man heeft een bepaald type van lichaam waarmee hij een voertuig of rijwiel kan maken waar hij mee kan rijden. Hij denkt dat: "Ik ren sneller dan een hond daarom ben ik beschaafd." Dit is de moderne mentaliteit. Hij weet niet wat het verschil is tussen lopen met een snelheid van vijftig mijl of vijf mijl of vijfduizend mijl of met een snelheid van vijf miljoen mijl. De ruimte is ongelimiteerd. Welke snelheid je ook ontdekt, het is nog steeds ontoereikend. Dus dit is niet het leven dat: "Omdat ik sneller dan een hond kan rennen daarom ben ik beschaafd."  


:panthās tu koṭi-śata-vatsara-sampragamyo
:''panthās tu koṭi-śata-vatsara-sampragamyo<br/>vāyor athāpi manaso muni-puṅgavānāṁ<br/>so 'py asti yat-prapada-sīmny avicintya-attve<br/>govindam ādi-puruṣaṁ tam ahaṁ bhajāmi''<br/>(Bs. 5.34)  
:vāyor athāpi manaso muni-puṅgavānāṁ
:so 'py asti yat-prapada-sīmny avicintya-tattve
:govindam ādi-puruṣaṁ tam ahaṁ bhajāmi
:(Bs. 5.34)  


Onze snelheid... Waarom snelheid? Omdat we naar een bepaalde bestemming willen gaan, dat is zijn snelheid. Dus de echte bestemming is Govinda, Viṣṇu En na te viduḥ svārtha-gatiṁ hi viṣṇu. Ze rennen met verschillende snelheden, maar ze kennen de bestemming niet. Onze grote poëet in ons land, Rabindranath Tagore, hij schreef een artikel - ik heb het gelezen - toen hij in Londen was. Dus in uw land, westerse landen, de motorwagens en de..., ze gaan met hoge snelheid. Dus Rabindranath Tagore, hij was poëet. Hij dacht dat "Deze Engelsen hun land is zo klein, en ze gaan verder op zo'n grote snelheid dat ze in de oceaan zullen vallen." Hij merkte dat op. Waarom gaan ze zo snel? Op dezelfde wijze, we rennen zo snel om naar de hel te gaan. Dat is onze positie, omdat we niet weten wat de bestemming is. Als ik niet weet wat de bestemming is en probeer om mijn wagen te rijden op volle snelheid, wat zal dan het resultaat zijn? Het resultaat zal een ramp zijn. We moeten weten waarom we lopen. Net zoals de rivier verdergaat in grote vloed, vloeiend, maar de bestemming is de zee. Wanneer de rivier in de zee aankomt, dan is zijn bestemming weg. Op dezelfde wijze, we moeten weten wat de bestemming is. De bestemming is Viṣṇu, God. We zijn deel en onderdeel van God. We zijn... Op de één of andere manier, we zijn in deze materiële wereld gevallen. Daarom zal onze levensbestemming zijn om terug te gaan naar huis, terug naar God. Dat is onze bestemming. Er is geen andere bestemming. Dus onze beweging voor Kṛṣṇa bewustzijn leert aan dat "Herstel je levensdoel." En wat is dat doel van het leven? "Terug naar huis keren, terug naar God. Je gaat deze richting uit, tegenovergestelde richting, naar de kant van de hel. Dat is niet je bestemming. Ga deze kant, terug naar God." Dat is onze propaganda.
Onze snelheid, wat voor snelheid? Omdat we naar een bepaalde bestemming willen gaan, dat is zijn snelheid. Dus de echte bestemming is Govinda, Viṣṇu. En ''na te viduḥ svārtha-gatiṁ hi viṣṇu'' ([[Vanisource:SB 7.5.31|SB 7.5.31]]). Ze rennen met verschillende snelheden maar ze kennen de bestemming niet. Een grote poëet in ons land, Rabindranath Tagore, schreef een artikel toen hij in Londen was, ik heb het gelezen. Dus in uw westerse landen gaan de auto's met hoge snelheid. Dus Rabindranath Tagore was poëet. Hij dacht dat: "Deze Engelsen, hun land is zo klein en ze rijden met zo'n grote snelheid dat ze in de oceaan zullen vallen." Hij merkte dat op. Waarom gaan ze zo snel? Op dezelfde wijze rennen we zo snel om naar de hel te gaan. Dat is onze positie omdat we niet weten wat de bestemming is. Als ik niet weet wat de bestemming is en ik probeer om mijn wagen op volle snelheid te rijden wat zal dan het resultaat zijn? Het resultaat zal een ramp zijn.  
 
We moeten weten waarom we rennen. Net zoals de rivier verdergaat vloeiend in grote vloed maar de bestemming is de zee. Wanneer de rivier in de zee aankomt dan is zijn bestemming weg. Op dezelfde wijze moeten we weten wat de bestemming is. De bestemming is Viṣṇu, God. We zijn essentieel onderdeel van God. Op de één of andere manier zijn we in deze materiële wereld gevallen. Daarom zal onze levensbestemming zijn om terug naar huis, terug naar God te gaan. Dat is onze bestemming. Er is geen andere bestemming. Dus onze Kṛṣṇa-bewustzijnsbeweging leert dat: "Herstel je levensdoel." En wat is dat doel van het leven? "Terug naar huis keren, terug naar God. Je gaat deze richting uit, de tegenovergestelde richting naar de kant van de hel. Dat is niet je bestemming. Ga deze kant, terug naar God." Dat is onze propaganda.
<!-- END TRANSLATED TEXT -->
<!-- END TRANSLATED TEXT -->

Latest revision as of 19:07, 9 April 2022



Lecture on SB 6.1.45 -- Laguna Beach, July 26, 1975

Nitai: "In dit leven moet elk persoon in evenredige mate met de soorten werk, hetzij religieus of niet-religieus, zoals ze ook gedaan worden in het volgende leven, dezelfde persoon in dezelfde mate, dezelfde variëteit, hij moet de verkregen actie van zijn karma genieten of lijden."

Prabhupāda:

yena yāvān yathādharmo
dharmo veha samīhitaḥ
sa eva tat-phalaṁ bhuṅkte
tathā tāvad amutra vai

(SB 6.1.45)

Dus in het vorige vers hebben we besproken dehavān na hy akarma-kṛt (SB 6.1.44). Iedereen die een materieel lichaam heeft moet werken. Iedereen moet werken. In het spirituele lichaam moet je ook werken. In het materiële lichaam moet je ook werken. Want het werkende principe is de ziel - de ziel is levenskracht - dus hij is bezig. Levend lichaam betekent dat er beweging is. Er is werk. Hij kan niet zitten nietsdoen. In de Bhagavad-gītā wordt gezegd: "Zelfs niet voor een ogenblik kan men nietsdoen." Dat is het kenmerk van het levende wezen. Dus dit werken gebeurt volgens het bepaalde lichaam. De hond rent ook en een man rent ook. Maar een man denkt dat hij heel beschaafd is want hij rent met de auto. Beiden rennen ze maar een man heeft een bepaald type van lichaam waarmee hij een voertuig of rijwiel kan maken waar hij mee kan rijden. Hij denkt dat: "Ik ren sneller dan een hond daarom ben ik beschaafd." Dit is de moderne mentaliteit. Hij weet niet wat het verschil is tussen lopen met een snelheid van vijftig mijl of vijf mijl of vijfduizend mijl of met een snelheid van vijf miljoen mijl. De ruimte is ongelimiteerd. Welke snelheid je ook ontdekt, het is nog steeds ontoereikend. Dus dit is niet het leven dat: "Omdat ik sneller dan een hond kan rennen daarom ben ik beschaafd."

panthās tu koṭi-śata-vatsara-sampragamyo
vāyor athāpi manaso muni-puṅgavānāṁ
so 'py asti yat-prapada-sīmny avicintya-attve
govindam ādi-puruṣaṁ tam ahaṁ bhajāmi

(Bs. 5.34)

Onze snelheid, wat voor snelheid? Omdat we naar een bepaalde bestemming willen gaan, dat is zijn snelheid. Dus de echte bestemming is Govinda, Viṣṇu. En na te viduḥ svārtha-gatiṁ hi viṣṇu (SB 7.5.31). Ze rennen met verschillende snelheden maar ze kennen de bestemming niet. Een grote poëet in ons land, Rabindranath Tagore, schreef een artikel toen hij in Londen was, ik heb het gelezen. Dus in uw westerse landen gaan de auto's met hoge snelheid. Dus Rabindranath Tagore was poëet. Hij dacht dat: "Deze Engelsen, hun land is zo klein en ze rijden met zo'n grote snelheid dat ze in de oceaan zullen vallen." Hij merkte dat op. Waarom gaan ze zo snel? Op dezelfde wijze rennen we zo snel om naar de hel te gaan. Dat is onze positie omdat we niet weten wat de bestemming is. Als ik niet weet wat de bestemming is en ik probeer om mijn wagen op volle snelheid te rijden wat zal dan het resultaat zijn? Het resultaat zal een ramp zijn.

We moeten weten waarom we rennen. Net zoals de rivier verdergaat vloeiend in grote vloed maar de bestemming is de zee. Wanneer de rivier in de zee aankomt dan is zijn bestemming weg. Op dezelfde wijze moeten we weten wat de bestemming is. De bestemming is Viṣṇu, God. We zijn essentieel onderdeel van God. Op de één of andere manier zijn we in deze materiële wereld gevallen. Daarom zal onze levensbestemming zijn om terug naar huis, terug naar God te gaan. Dat is onze bestemming. Er is geen andere bestemming. Dus onze Kṛṣṇa-bewustzijnsbeweging leert dat: "Herstel je levensdoel." En wat is dat doel van het leven? "Terug naar huis keren, terug naar God. Je gaat deze richting uit, de tegenovergestelde richting naar de kant van de hel. Dat is niet je bestemming. Ga deze kant, terug naar God." Dat is onze propaganda.