NL/Prabhupada 0072 - Dienaars taak is zich overgeven: Difference between revisions

(Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0072 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1976 Category:NL-Quotes - Lec...")
 
No edit summary
 
Line 7: Line 7:
[[Category:NL-Quotes - in USA]]
[[Category:NL-Quotes - in USA]]
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- BEGIN NAVIGATION BAR -- DO NOT EDIT OR REMOVE -->
{{1080 videos navigation - All Languages|Dutch|NL/Prabhupada 0071 - Roekeloos verkwistende zonen van God|0071|NL/Prabhupada 0073 - Vaikuntha betekent zonder angst|0073}}
<!-- END NAVIGATION BAR -->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<div class="center">
<div class="center">
Line 15: Line 18:


<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
{{youtube_right|esqDEULs8P8|Servant's Business is to Surrender - Prabhupāda 0072}}
{{youtube_right|F0n25ydemRE|Dienaars taak is zich overgeven<br/>- Prabhupāda 0072}}
<!-- END VIDEO LINK -->
<!-- END VIDEO LINK -->


<!-- BEGIN AUDIO LINK -->
<!-- BEGIN AUDIO LINK -->
<mp3player>http://vaniquotes.org/w/images/760715CC.NY_clip.mp3</mp3player>
<mp3player>https://s3.amazonaws.com/vanipedia/clip/760715CC.NY_clip.mp3</mp3player>
<!-- END AUDIO LINK -->
<!-- END AUDIO LINK -->


Line 27: Line 30:


<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT -->     
<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT -->     
Dus niemand kan meester zijn. Dat is niet mogelijk. Je zal in deze instructie vinden, ekale īśvara kṛṣṇa āra saba bhṛtya ([[Vanisource:CC Adi 5.142|CC Adi 5.142]]). Alleen Kṛṣṇa is de meester, en iedereen is dienaar. Dat is onze positie, daadwerkelijk. Maar artificieel proberen we om meester te worden. Dat is de strijd om het bestaan. We proberen voor iets dat we niet zijn. We kennen dit woord, "strijd om het bestaan,"wet van de sterkste." Dus dit is een strijd. We zijn geen meester, maar toch, we proberen om meester te worden. De Māyāvāda filosofie, ze proberen ook om strenge types van ontzeggingen, boetedoeningen, te doen, maar wat is het idee? Het idee is dat "Ik zal proberen één te worden met God." Dezelfde vergissing. Dezelfde vergissing. Hij is niet God, maar hij probeert om God te worden Zelfs al heeft hij zoveel zware boetedoeningen ondergaan, vairāgya, verzaking, alles... Soms geven ze alles op van materieel genot, gaan naar het bos, ondergaan zware vormen van boetedoening. Wat is het idee? "Nu zal ik een worden met God." Dezelfde fout. Dus māyā is heel sterk. dat deze vergissingen verdergaan zelfs al is men heel vergevorderd in zogenaamde spiritualiteit. Nee. Daarom raakt Caitanya Mahāprabhu het belangrijkste punt onmiddellijk aan met Zijn instructie. Dat is Caitanya Mahāprabhu's filosofie. Waar Kṛṣṇa het laatste woord zegt, sarva-dharmān parityajya mām ekaṁ śaraṇaṁ vraja.. ([[Vanisource:BG 18.66|BG 18.66]]). He spreekt over de positie; Hij is Kṛṣṇa, de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods. He vraagt, eist, "Jij dwaas, geef alles op. Geef je over aan me. Dan zal je gelukkig zijn." Dit is de laatste instructie van de Bhagavad-gītā. Caitanya Mahāprabhu, dezelfde Kṛṣṇa maar zich gedragende als een toegewijde van Kṛṣṇa; daarom zegt Hij hetzelfde. Kṛṣṇa zegt, "Geef je over," en Caitanya Mahāprabhu zegt dat "Elk levend wezen is de dienaar van Kṛṣṇa." Dat betekent dat hij zich moet overgeven. De dienaar's taak is om zich over te geven. niet om te argumenteren met de meester of te beweren "ik ben gelijk met u." Dat zijn alle fanatieke, gekke voorstellen.  
Dus niemand kan de baas zijn. Dat is niet mogelijk. Je zal het in deze instructie zien; ''ekale īśvara kṛṣṇa āra saba bhṛtya'' ([[Vanisource:CC Adi 5.142|CC Adi 5.142]]). Alleen Kṛṣṇa is de baas en iedereen is dienaar. Dat is onze werkelijke positie. Maar kunstmatig proberen we om de baas te worden. Dat is de strijd om het bestaan. We proberen voor iets dat we niet zijn. We kennen deze uitdrukking: "Strijd om het bestaan." en "Wet van de sterkste." Dus dit is een strijd. We zijn geen baas maar toch proberen we om de baas te worden.  


:piśācī pāile yena mati-cchanna haya
De māyāvāda filosofie doet ook strenge vormen van ontzeggingen en boetedoeningen. Maar wat is het idee? Het idee is dat: "Ik zal proberen één te worden met God." Dezelfde vergissing. Hij is niet God maar hij probeert om God te worden. Zelfs al heeft hij zoveel zware boetedoeningen ondergaan, ''vairāgya'', verzaking. Soms geven ze alle vormen van materieel genot op en gaan naar het bos en ondergaan zware vormen van boetedoening. Wat is het idee? "Nu zal ik één worden met God." Dezelfde fout. Dus ''māyā'' is zo heel sterk dat deze vergissingen blijven zelfs al is men heel vergevorderd in zogenaamde spiritualiteit. Nee.
:māyā-grasta jīvera se dāsa upajaya 


Een dienaar kan geen meester worden. Dat is niet mogelijk. Maar zodra dat... Zo lang we zullen volharden in dit verkeerd concept van het leven, dat "ik ben geen meester, ik ben dienaar," euh, "ik ben geen dienaar, ik ben meester," dan zal hij lijden. Dan zal māyā hem te lijden geven. Daivī hy eṣā. Net zoals bandieten, schurken en dieven, zij tarten de orde van de overheid: "Ik trek me niets aan van de regering." Maar dat betekent dat hij vrijwillig lijden aanvaard. Hij moet rekening houden met de wet van de regering. Als hij gewoonlijk geen rekening houdt, bandiet, dan zal hij in de gevangenis gestopt worden en onder dwang, door slagen, door straf, moet hij aanvaarden: "Ja, ja, ik aanvaard."  
Daarom raakt Caitanya Mahāprabhu het belangrijkste punt onmiddellijk met Zijn instructie. Dat is Caitanya Mahāprabhu's filosofie. Waar Kṛṣṇa het laatste woord zegt; ''sarva-dharmān parityajya mām ekaṁ śaraṇaṁ vraja'' ([[NL/BG 18.66|BG 18.66]]). He spreekt over de positie, Hij is Kṛṣṇa, de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods. Hij vraagt, eist: "Jij dwaas, geef alles op. Geef je over aan Mij. Dan zal je gelukkig zijn." Dit is de laatste instructie van de Bhagavad-gītā. Caitanya Mahāprabhu is dezelfde Kṛṣṇa maar Hij gedraagt zich als een toegewijde van Kṛṣṇa, daarom zegt Hij hetzelfde. Kṛṣṇa zegt: "Geef je over" en Caitanya Mahāprabhu zegt dat: "Elk levend wezen is de dienaar van Kṛṣṇa." Dat betekent dat hij zich moet overgeven. De taak van de dienaar is om zich over te geven. Niet om te argumenteren met de baas of te beweren: "Ik ben gelijk aan u." Dat zijn allemaal fanatieke gekke voorstellen.


Dus dit is māyā. Daivī hy eṣā guṇamayi mama māyā duratyayā ([[Vanisource:BG 7.14|BG 7.14]]). We zijn onder de heerschappij van māyā. Prakṛteḥ kriyamāṇāni guṇaiḥ karmāṇi sarvaśaḥ ([[Vanisource:BG 3.27|BG 3.27]]). Waarom? Omdat we ons meester verklaarden. Dienaar verklaart om meester te worden, daarom is er lijden. Zodra dat we aanvaarden dat "Ik ben geen meester; ik ben dienaar," dan is er geen lijden. Hele simpele filosofie. Dat is mukti. Mukti betekent kom gewoon naar het juiste platvorm. Dat is mukti. Mukti is gedefinieerd in de Śrīmad-Bhāgavatam, muktir hitvā anyathā rūpaṁ svarūpeṇa vyavasthitiḥ ([[Vanisource:SB 2.10.6|SB 2.10.6]]). Mukti betekent geef deze onzinnige zaken op, anyathā. Hij is dienaar, maar hij denkt meester. Dat is anyathā, net het tegenovergestelde. Dus wanneer hij deze tegenovergestelde conceptie van het leven opgeeft dat hij meester is, dan is hij mukti; hij is onmiddellijk bevrijd. Mukti neemt niet zoveel tijd in beslag dat je zo veel zware boetedoeningen moet ondergaan en naar de jungle te gaan en naar de Himalaya te gaan en te mediteren en op je neus te drukken en zo veel dingen. Het vereist niet zo veel dingen: Begrijp gewoon dit simpele ding, dat "Ik ben de dienaar van Kṛṣṇa" - dat ben je onmiddellijk mukta. Dat is de definitie van mukti gegeven in Śrīmad-Bhāgavatam. Muktir hitvā anyathā rūpaṁ svarūpeṇa avasthitiḥ. Net zoals een crimineel in de gevangenis, als hij onderdanig wordt "Vanaf nu zal ik de wet gehoorzamen. Ik zal dan de wetten van de regering gehoorzamen," dan wordt hij soms vervroegd vrijgelaten wegens het afleggen van een verklaring. Dus we kunnen onmiddellijk bevrijd worden van deze gevangenis van het materieel bestaan als we deze les aanvaarden van Caitanya Mahāprabhu, jīvera svarūpa haya nitya kṛṣṇera dāsa ([[Vanisource:CC Madhya 20.108-109|CC Madhya 20.108-109]]).
:''piśācī pāile yena mati-cchanna haya<br/>māyā-grasta jīvera se dāsa upajaya''<br/>(Prema-vivarta)
 
Een dienaar kan geen baas worden. Dat is niet mogelijk. Zolang we zullen volharden in deze verkeerde opvatting van het leven dat: "Ik ben geen dienaar, ik ben baas," dan zal hij lijden. Dan zal ''māyā'' hem te lijden geven. ''Daivī hy eṣā'' ([[NL/BG 7.14|BG 7.14]]). Net zoals bandieten, schurken en dieven, zij tarten de orde van de overheid: "Ik trek me niets aan van de regering." Maar dat betekent dat hij vrijwillig lijden aanvaard. Hij moet rekening houden met de wetten van de regering. Als de bandiet niet gewoon rekening houdt dan zal hij in de gevangenis gestopt worden en onder dwang, door slagen, door straf, moet hij aanvaarden: "Ja, ja, ik aanvaard." Dus dit is ''māyā''. ''Daivī hy eṣā guṇamayi mama māyā duratyayā'' ([[NL/BG 7.14|BG 7.14]]). We zijn onder de heerschappij van ''māyā''. ''Prakṛteḥ kriyamāṇāni guṇaiḥ karmāṇi sarvaśaḥ'' ([[NL/BG 3.27|BG 3.27]]). Waarom? Omdat we onszelf baas verklaarden. Dienaar verklaart om de baas te worden, daarom is er lijden.  
 
Zodra dat we aanvaarden dat: "Ik ben geen baas, ik ben dienaar," dan is er geen lijden. Hele simpele filosofie. Dat is ''mukti''. ''Mukti'' betekent; kom gewoon naar het juiste platvorm. Dat is ''mukti''. ''Mukti'' is gedefinieerd in het Śrīmad-Bhāgavatam; ''muktir hitvā anyathā rūpaṁ svarūpeṇa vyavasthitiḥ'' ([[Vanisource:SB 2.10.6|SB 2.10.6]]). ''Mukti'' betekent om deze onzinnige zaken op te geven, ''anyathā''. Hij is dienaar maar hij denkt de baas te zijn. Dat is ''anyathā'', net het tegenovergestelde. Dus wanneer hij deze tegenovergestelde opvatting van het leven, dat hij de baas is, opgeeft dan is hij ''mukti''; onmiddellijk bevrijd. ''Mukti'' neemt niet zoveel tijd in beslag dat je veel zware boetedoeningen moet ondergaan en naar de jungle gaan en naar de Himalaya gaan en mediteren en op je neus drukken en zoveel dingen. Het vereist niet zoveel dingen. Begrijp gewoon dit simpele ding dat: "Ik ben de dienaar van Kṛṣṇa" - dan ben je onmiddellijk ''mukta''. Dat is de definitie van ''mukti'' in het Śrīmad-Bhāgavatam. ''Muktir hitvā anyathā rūpaṁ svarūpeṇa avasthitiḥ'' ([[Vanisource:SB 2.10.6|SB 2.10.6]]). Net als wanneer zelfs een crimineel in de gevangenis onderdanig wordt; "Vanaf nu zal ik de wet gehoorzamen. Ik zal de wetten van de regering gehoorzamen," dan wordt hij soms vervroegd vrijgelaten wegens het afleggen van een verklaring. Dus we kunnen onmiddellijk bevrijd worden uit deze gevangenis van het materiële bestaan als we deze les aanvaarden van Caitanya Mahāprabhu; ''jīvera svarūpa haya nitya kṛṣṇera dāsa'' ([[Vanisource:CC Madhya 20.108-109|CC Madhya 20.108-109]]).
<!-- END TRANSLATED TEXT -->
<!-- END TRANSLATED TEXT -->

Latest revision as of 20:00, 10 April 2022



Lecture on CC Madhya-lila 20.108-109 -- New York, July 15, 1976

Dus niemand kan de baas zijn. Dat is niet mogelijk. Je zal het in deze instructie zien; ekale īśvara kṛṣṇa āra saba bhṛtya (CC Adi 5.142). Alleen Kṛṣṇa is de baas en iedereen is dienaar. Dat is onze werkelijke positie. Maar kunstmatig proberen we om de baas te worden. Dat is de strijd om het bestaan. We proberen voor iets dat we niet zijn. We kennen deze uitdrukking: "Strijd om het bestaan." en "Wet van de sterkste." Dus dit is een strijd. We zijn geen baas maar toch proberen we om de baas te worden.

De māyāvāda filosofie doet ook strenge vormen van ontzeggingen en boetedoeningen. Maar wat is het idee? Het idee is dat: "Ik zal proberen één te worden met God." Dezelfde vergissing. Hij is niet God maar hij probeert om God te worden. Zelfs al heeft hij zoveel zware boetedoeningen ondergaan, vairāgya, verzaking. Soms geven ze alle vormen van materieel genot op en gaan naar het bos en ondergaan zware vormen van boetedoening. Wat is het idee? "Nu zal ik één worden met God." Dezelfde fout. Dus māyā is zo heel sterk dat deze vergissingen blijven zelfs al is men heel vergevorderd in zogenaamde spiritualiteit. Nee.

Daarom raakt Caitanya Mahāprabhu het belangrijkste punt onmiddellijk met Zijn instructie. Dat is Caitanya Mahāprabhu's filosofie. Waar Kṛṣṇa het laatste woord zegt; sarva-dharmān parityajya mām ekaṁ śaraṇaṁ vraja (BG 18.66). He spreekt over de positie, Hij is Kṛṣṇa, de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods. Hij vraagt, eist: "Jij dwaas, geef alles op. Geef je over aan Mij. Dan zal je gelukkig zijn." Dit is de laatste instructie van de Bhagavad-gītā. Caitanya Mahāprabhu is dezelfde Kṛṣṇa maar Hij gedraagt zich als een toegewijde van Kṛṣṇa, daarom zegt Hij hetzelfde. Kṛṣṇa zegt: "Geef je over" en Caitanya Mahāprabhu zegt dat: "Elk levend wezen is de dienaar van Kṛṣṇa." Dat betekent dat hij zich moet overgeven. De taak van de dienaar is om zich over te geven. Niet om te argumenteren met de baas of te beweren: "Ik ben gelijk aan u." Dat zijn allemaal fanatieke gekke voorstellen.

piśācī pāile yena mati-cchanna haya
māyā-grasta jīvera se dāsa upajaya

(Prema-vivarta)

Een dienaar kan geen baas worden. Dat is niet mogelijk. Zolang we zullen volharden in deze verkeerde opvatting van het leven dat: "Ik ben geen dienaar, ik ben baas," dan zal hij lijden. Dan zal māyā hem te lijden geven. Daivī hy eṣā (BG 7.14). Net zoals bandieten, schurken en dieven, zij tarten de orde van de overheid: "Ik trek me niets aan van de regering." Maar dat betekent dat hij vrijwillig lijden aanvaard. Hij moet rekening houden met de wetten van de regering. Als de bandiet niet gewoon rekening houdt dan zal hij in de gevangenis gestopt worden en onder dwang, door slagen, door straf, moet hij aanvaarden: "Ja, ja, ik aanvaard." Dus dit is māyā. Daivī hy eṣā guṇamayi mama māyā duratyayā (BG 7.14). We zijn onder de heerschappij van māyā. Prakṛteḥ kriyamāṇāni guṇaiḥ karmāṇi sarvaśaḥ (BG 3.27). Waarom? Omdat we onszelf baas verklaarden. Dienaar verklaart om de baas te worden, daarom is er lijden.

Zodra dat we aanvaarden dat: "Ik ben geen baas, ik ben dienaar," dan is er geen lijden. Hele simpele filosofie. Dat is mukti. Mukti betekent; kom gewoon naar het juiste platvorm. Dat is mukti. Mukti is gedefinieerd in het Śrīmad-Bhāgavatam; muktir hitvā anyathā rūpaṁ svarūpeṇa vyavasthitiḥ (SB 2.10.6). Mukti betekent om deze onzinnige zaken op te geven, anyathā. Hij is dienaar maar hij denkt de baas te zijn. Dat is anyathā, net het tegenovergestelde. Dus wanneer hij deze tegenovergestelde opvatting van het leven, dat hij de baas is, opgeeft dan is hij mukti; onmiddellijk bevrijd. Mukti neemt niet zoveel tijd in beslag dat je veel zware boetedoeningen moet ondergaan en naar de jungle gaan en naar de Himalaya gaan en mediteren en op je neus drukken en zoveel dingen. Het vereist niet zoveel dingen. Begrijp gewoon dit simpele ding dat: "Ik ben de dienaar van Kṛṣṇa" - dan ben je onmiddellijk mukta. Dat is de definitie van mukti in het Śrīmad-Bhāgavatam. Muktir hitvā anyathā rūpaṁ svarūpeṇa avasthitiḥ (SB 2.10.6). Net als wanneer zelfs een crimineel in de gevangenis onderdanig wordt; "Vanaf nu zal ik de wet gehoorzamen. Ik zal de wetten van de regering gehoorzamen," dan wordt hij soms vervroegd vrijgelaten wegens het afleggen van een verklaring. Dus we kunnen onmiddellijk bevrijd worden uit deze gevangenis van het materiële bestaan als we deze les aanvaarden van Caitanya Mahāprabhu; jīvera svarūpa haya nitya kṛṣṇera dāsa (CC Madhya 20.108-109).