NL/Prabhupada 0350 - We proberen om de mensen gekwalificeerd te maken om Krishna te zien

Revision as of 20:54, 4 February 2016 by ErikAlbers (talk | contribs) (Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0350 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1975 Category:NL-Quotes - Lec...")
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)


Invalid source, must be from amazon or causelessmery.com

Lecture on BG 7.2 -- Nairobi, October 28, 1975

Brahmananda: Hij zegt dat wat we weten van de Veda's dat Kṛṣṇa onbeperkt is, vooral wanneer hij Zijn rāsa-līlā met de gopî's deed. Dus als Kṛṣṇa onbeperkt is, waarom heeft Hij niet ...?

Indiase man: Manifesteert Zich over de hele wereld, zodat alle levende wezens gelijke kans hebben om terug naar huis te gaan?

Brahmananda: Waarom heeft hij Zichzelf niet gemanifesteerd over de hele wereld, zodat alle levende wezens gelijke kans zou kunnen hebben ...?

Prabhupāda: Ja, Hij manifesteerde over de hele wereld, maar je hebt geen ogen om Hem te zien. Dat is je gebrek. Kṛṣṇa is overal aanwezig. Maar net als zon in de lucht is. Waarom zie je het niet nu? Huh? Beantwoord dit. Denk je dat de zon niet in de lucht is? Denk je dat de zon er niet is? Dus ga op het dak en zie de zon. (gelach) Waarom je jezelf bewijzen als een boefje, dat "Nee, nee, er is geen zon"? Zal het worden geaccepteerd door geleerde mannen? Omdat je de zon niet kunt zien, is er geen zon? Zal het door een geleerde worden geaccepteerd? 's nachts kun je de zon niet zien, dus als je zegt tegen een geleerde man, welke dan ook, die dingen weet, "Nee, nee, er is geen zon," zou hij dat accepteren? Hij zal zeggen "De zon is daar. Deugniet, je kan het niet zien." Dat is alles. "Kom gewoon uit je oplichterij. Dan zie je." Naham prakāśaḥ sarvasya yoga-māyā-samāvṛtaḥ (BG 7.25), zei Kṛṣṇa. Hij is niet blootgesteld aan de boefjes, maar degene die weet, die ziet.

premāñjana-cchurita-bhakti-vilocanena
santaḥ sadaiva hṛdayeṣu vilokayanti
yaṁ śyāmasundaram acintya-guṇa...
(Bs. 5.38)

De toegewijden zien Kṛṣṇa altijd. Voor hem, is hij altijd aanwezig. En voor de rakkers, Hij kan niet worden gezien. Dat is het verschil. Dus je moet geen deugniet worden; dan zul je zien. Īśvaraḥ sarva-bhūtānāṁ hṛd-deśe arjuna tiṣṭhati (BG 18.61). In ieders kern van het hart is Kṛṣṇa aanwezig. Maar weet je dat? Zie je? Kun je met hem praten? Hij is in je hart, hij is aanwezig. Maar Hij praat met wie?Teṣāṁ satata-yuktānāṁ bhajatāṁ prīti-pūrvakam, dadāmi buddhi-yogaṁ tam (BG 10.10). Hij praat met de toegewijde die vierentwintig uur bezig is in Zijn dienst. Deze staan ​​vermeld in de Bhagavad-gītā. Heb je de Bhagavad-gītā niet gelezen? Dus alles vereist kwalificatie. Dus dit Kṛṣṇa-bewustzijn betekent dat we proberen om de mensen die gekwalificeerd zijn Kṛṣṇa te laten zien. Zonder gekwalificeerd te zijn, hoe kun je zien? Dat vereist kwalificatie.