NL/Prabhupada 0375 - Het commentaar bij Bhajahu Re Mana, deel 2

Revision as of 04:53, 6 February 2016 by ErikAlbers (talk | contribs) (Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0375 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1967 Category:NL-Quotes - Pur...")
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)


Invalid source, must be from amazon or causelessmery.com

Purport to Bhajahu Re Mana -- San Francisco, March 16, 1967

Dus het leven is zeer wankelend en in een gevaarlijke positie. Daarom moet men gebruik maken van deze menselijke vorm van leven en onmiddellijk naar het Kṛṣṇa-bewustzijn gaan. Dat moet het verzoek zijn van iedereen aan zijn geest, "Mijn lieve geest, Sleep me niet mee in de gevaarlijke positie. Houd me in Kṛṣṇa-bewustzijn." Dus Kṛṣṇa bewustzijn, hoe het kan worden bereikt, dat wordt ook beschreven door Govinda dāsa. Hij zegt:

śravaṇa, kīrtana, smaraṇa, vandana,
pāda-sevana, dāsya re,
pūjana, sakhī-jana, ātma-nivedana
govinda-dāsa-abhilāṣa re

Abhilāṣa betekent aspiratie, hoop of ambitie. Hij is ambitieus om een toegewijde te worden op negen verschillende manieren. Het eerste ding is śravaṇa. śravaṇa betekent horen. Men moet van de autoriteiten horen. Dat is het begin van het geestelijk leven of Kṛṣṇa-bewustzijn. Net als Arjuna. Hij bereikte zijn spirituele bewustzijn of Kṛṣṇa-bewustzijn, door het horen van Kṛṣṇa. Op dezelfde manier moet men van Kṛṣṇa horen of van de vertegenwoordiger van Kṛṣṇa. Iemand die Kṛṣṇa's woorden presenteert als het is - van hem heeft men te horen want op dit moment hebben we geen kans om direct te horen. Om rechtstreeks van Kṛṣṇa te horen is er. De regeling is er. Kṛṣṇa is gelegen in het hart van iedereen, en men kan heel gemakkelijk van Hem horen, altijd en overal, maar hij moet de opleiding hebben hoe te horen. Voor dat doel moet men de hulp van de vertegenwoordiger van Kṛṣṇa hebben. Daarom zegt Caitanya Mahāprabhu dat men devotionele dienst aan Kṛṣṇa kan bereiken, door de gecombineerde genade van Kṛṣṇa en de spiritueel leraar. Guru-kṛṣṇa-kṛpāya pāya bhakti-latā-bīja (CC Madhya 19.151). Door de genade van de spiritueel leraar, goeroe, en door de genade van Kṛṣṇa, bereikt men de mogelijkheid om Kṛṣṇa te dienen in toegewijde dienst. Dus in de Caitanya-caritāmṛta wordt het ook gezegd, dat, spiritueel leraar is de directe manifestatie van Kṛṣṇa. Kṛṣṇa komt voor de toegewijde als spiritueel leraar, net als de zon in je kamer komt door de zonneschijn. Hoewel de zon niet je kamer of je stad of je land binnnkomt - hij is zo vele miljoenen en miljoenen mijlen ver weg - Maar, hij kan overal binnenkomen door zijn potentie, de zonneschijn. Ook Kṛṣṇa komt overal door Zijn verschillende vermogens. En om dit licht van Kṛṣṇa te ontvangen, moet men horen. Horen is zo belangrijk. Daarom zegt Govinda dāsa, śravaṇa. śravaṇa betekent gehoor. En wie goed heeft gehoord, zijn volgende fase zal kīrtanam zijn. Net als onze jongens die een beetje leuk hebben gehoord, nu zijn ze zeer enthousiast om te zingen, gaande van straat tot straat. Dit is natuurlijke volgorde. Het is niet dat je hoort, maar je stopt. Nee. De volgende fase zal kīrtanam zijn. Hetzij door de zang vibraties of door te schrijven, of door te spreken of door de prediking, de kirtana zal er zijn. Dus sravanam kirtanam, eerst horen en daarna chanten. En horen en chanten over wie? Over Viṣṇu, niet vanwege onzin. Sravanam kirtanam viṣṇoḥ (SB 7.5.23). Deze dingen worden in de śāstra beschreven. De gewone mensen, ze zijn ook bezig met het horen en chanten. Ze horen in de krant van een of andere politicus, en de hele dag bespreken ze dat en zingen, "Oh, deze man gaat gekozen worden. Deze man gaat gekozen worden." Dus horen en chanten is er overal. Maar als je spirituele verlossing wilt, dan moet je horen en zingen over Viṣṇu, niemand anders. Śravaṇaṁ kīrtanaṁ viṣṇoḥ. Dus de dichter zingt, Śravaṇa, kīrtana, smaraṇa, vandana, pāda-sevana, dāsya re. Er zijn dus verschillende processen: horen, chanten, herinneren, aanbidden in de tempel, betrokken zijn bij de dienst. Dus hij verlangt naar alle negen soorten van toegewijde dienst. Uiteindelijk pūjana sakhī-jana. Sakhī-jana betekent degenen die vertrouwelijke toegewijden van de Heer zijn, om hen te behagen. En ātma-nivedana. Ātmā betekent zichzelf en nivedana betekent overgave. Govinda-dāsa-abhilāṣa. De naam van de dichter is Govinda dāsa, en hij uit dat zijn verlangens slechts dit zijn. Hij wil de gelegenheid van zijn menselijke vorm van leven op deze manier gebruiken. Dit is de som en de inhoud van dit liedje