NL/Prabhupada 0390 - Het commentaar bij Jaya Radha-Madhava

Revision as of 00:21, 13 February 2016 by ErikAlbers (talk | contribs) (Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0390 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1971 Category:NL-Quotes - Pur...")
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)


Invalid source, must be from amazon or causelessmery.com

Purport to Jaya Radha-Madhava -- New York, July 20, 1971

Dus dit is de oorspronkelijke natuur van Kṛṣṇa, oorspronkelijke natuur van Kṛṣṇa. Hij is Rādhā-Madhava. Hij is de geliefde van Śrīmatī Rādhārāṇī. En kuñja-vihārī, altijd genietend van het gezelschap van de gopīs in de struiken van het Vrndavana bos. Rādhā-mādhava kuñja-vihārī. Dus Hij is niet alleen de geliefde van Rādhārāṇī, maar braja-jana-vallabha. Alle inwoners van Vṛndāvana, ze houden van Kṛṣṇa. Ze weten niet anders. Ze weten niet of Kṛṣṇa God is, of niet; noch zijn ze erg verontrust, dat "Ik zal houden van Kṛṣṇa als Hij God is." "Hij moge God of Hij kan zijn wat Hij is. Het maakt niet uit, maar we houden van Kṛṣṇa." Dat is alles. Dat heet zuivere liefde. "Als Kṛṣṇa God is, dan zal ik Hem liefhebben" - dit is voorwaardelijke liefde. Dat is geen pure liefde. Kṛṣṇa moge God zijn of wie Hij dan ook moge zijn, maar door Zijn wonderbaarlijke daden, de Vrajavāsī, ze denken, "O Kṛṣṇa, Hij is een zeer prachtig kind, misschien wat halfgod. Misschien een halfgod." Omdat mensen over het algemeen de indruk hebben dat de halfgoden almachtig zijn. Ze zijn krachtig in deze materiële wereld. Maar ze weten niet dat Kṛṣṇa boven al hen staat. Īśvaraḥ paramaḥ kṛṣṇaḥ sac-cid-ānanda-vigrahaḥ (Bs. 5.1). De hoogste halfgod, Brahmā, geeft zijn mening, "de allerhoogste bestuurder is Kṛṣṇa."

Dus zoals de inwoners van Vṛndāvana, ze houden van Kṛṣṇa zonder enige voorwaarde, Op dezelfde manier houdt Kṛṣṇa ook van hen. Vraja-jana-vallabha giri-vara-dhārī. Toen de inwoners van Vṛndāvana in gevaar waren, omdat ze gestopt waren met Indra-yajña, en Indra werd erg boos, en hij stuurde zeer grote krachtige wolk. en het regende onophoudelijk in Vṛndāvana gedurende zeven dagen, Dus toen de bewoners sterk werden verstoord, Kṛṣṇa, hoewel Hij pas een zeven jaar oude jongen was, Hij redde hen door het opheffen van de Govardhana Heuvel. Dus Hij leerde Indradeva, halfgod, dat, "Om jouw verstoring te stoppen is de zaak van van Mijn pink. Dat is alles." Zo kwam hij op zijn knieën. Deze dingen lees je in het Kṛṣṇa boek. Dus als de Gopī-jana-vallabha, Zijn enige zaak is hoe gopī-jana te beschermen. Dus onze Kṛṣṇa-bewustzijn beweging is hoe een van de gopī-jana te worden. Dan zal Kṛṣṇa ons redden van gevaar, zelfs door het opheffen van een heuvel of berg. Kṛṣṇa is zo vriendelijk en zo krachtig. Toen Kṛṣṇa de heuvel optilde, praktiseerde hij geen yoga systeem.. En dat is God. Hoewel hij een kind was, speelde hij als een kind, Hij speelde als een kind, maar toen er behoefte was, manifesteerde Hij Zich als God. Dat is Kṛṣṇa. Dat is Kṛṣṇa, niet dat Hij moet gaan en wat yoga moet beoefenen, dan wordt hij God. Nee, hij is niet dat soort van God, niet een gefabriceerde God. Hij is God.

Dus gopī-jana-vallabha giri-vara-dhārī. En als een kind, als een geliefd kind van Yaśodā, Yaśodā-nandana,... Kṛṣṇa vindt het leuk om een kind van een toegewijde te zijn. Hij wil worden gekastijd door Zijn toegewijde vader en moeder. Omdat iedereen Hem aanbidt, niemand straft Hem, Hij neemt er genoegen mee wanneer een toegewijde Hem kastijdt. Dat is Kṛṣṇa's service. Als Kṛṣṇa er genoegen mee neemt te worden gekastijd, zodat de verantwoordelijkheid wordt genomen door een toegewijde: 'Goed, ik zal Je vader worden en Je kastijden." Wanneer Kṛṣṇa wil vechten, één van Zijn toegewijden wordt Hiraṇyakaśipu en vecht met Hem. Dus alle activiteiten van Kṛṣṇa is met Zijn toegewijden. Hij is... Daarom, om metgezel van Kṛṣṇa te worden, om het Kṛṣṇa-bewustzijn te ontwikkelen... Yaśodā-nandana vraja-jana-rañjana. Zijn enige zaak is hoe om te voldoen aan... Als Braja-jana's zaak het is hoe Kṛṣṇa tevreden te stellen, op dezelfde manier, Kṛṣṇa's zaak is hoe braja-jana tevreden te stellen. Dit is de beantwoording van liefde. Yamunā-tīra-vana-cārī. Kṛṣṇa, de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods, wandelt aan de oevers van de Yamunā om de gopīs, de koeherdersjongens, de vogels, dieren, kalveren te behagen. Ze zijn geen gewone vogels, dieren, kalveren of mensen. Ze zijn op de top van zelfrealisatie. Kṛta-puṇya-puñjāḥ (SB 10.12.11). Na vele, vele levens kregen ze die positie, om te spelen met Kṛṣṇa.

Dus onze Kṛṣṇa-bewustzijn is zo mooi, dat iedereen naar Kṛṣṇaloka kan gaan, en word Zijn metgezel, een vriend of zo veel andere dingen, als een dienaar, als vader, als moeder. En Kṛṣṇa kan instemmen met elke van deze voorstellen. Deze dingen zijn zeer mooi beschreven in onze Teachings of Lord Caitanya. Dus Kṛṣṇa zet nog niet eens een stap buiten Vṛndāvana. De originele Kṛṣṇa is in Vṛndāvana. Dat wordt beschreven in de Brahma-saṁhitā,

cintāmaṇi-prakara-sadmasu kalpa-vṛkṣa-
lakṣāvṛteṣu surabhīr abhipālayantam
lakṣmī-sahasra-śata-sambrahma-sevyamānaṁ
govindam ādi-puruṣaṁ (tam ahaṁ bhajāmi)
(Bs. 5.29)

Brahmā aanvaardt de Allerhoogste Persoonlijkheid Govinda, Kṛṣṇa in Vṛndāvana. Veṇuṁ kvaṇantam: "Hij houdt zich bezig met het spelen van de fluit."

veṇuṁ kvaṇantam) aravinda-dalāyatākṣaṁ
barhāvataṁsam asitāmbuda-sundarāṅgam
kandarpa-koṭi-kamanīya-viśeṣa-śobhaṁ
govindam ādi-puruṣaṁ tam ahaṁ bhajāmi
(Bs. 5.30)

Dus profiteer van deze boeken, deze kennis en dit prasāda, dit chanten, en gelukkig zijn en ga naar Kṛṣṇa. Zo leuk ding. Okee.