NL/Prabhupada 0740 - We moeten zien door de bladzijden van de sastra

Revision as of 12:18, 2 December 2016 by ErikAlbers (talk | contribs) (Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0740 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1975 Category:NL-Quotes - Lec...")
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)


Invalid source, must be from amazon or causelessmery.com

Lecture on CC Adi-lila 1.7 -- Mayapur, March 31, 1975

Advaita acyuta anādi ananta-rūpam. Kṣīrodakaśāyī Viṣṇu is de persoon die in ieders, elk levend wezens, hart woont. Īśvaraḥ sarva-bhūtānāṁ hṛd-deśe 'rjuna tiṣṭhati (BG 18.61). Die īśvara, antaryāmī, die verblijft in ieders hart, dat is Kṣīrodakaśāyī Viṣṇu. Niet alleen in het hart van alle levende wezens, maar Hij is ook aanwezig in het atoom. Aṇḍāntara-stha-paramāṇu-cayā... Paramāṇu betekent atoom. Op deze manier zijn Viṣṇu expansies aanwezig. Het is onbevattelijk voor ons, maar door de genade van Krishna, kunnen we het uit de beschrijving van de śāstra's gedeeltelijk begrijpen. Anders kunnen we niet voorstellen hoe deze dingen gebeuren, maar het gebeurt. We moeten het aanvaarden. Śāstra-cakṣuṣaḥ (CC Madhya 23.72). We moeten zien door de ogen van śāstra. Anders is het niet mogelijk.

Als we viṣṇu-tattva willen begrijpen, als we Krishna willen begrijpen, Zijn verheven positie, dan hebben we de beschrijvingen uit de śāstra. En we moeten ze gewoon aannemen zoals ze zijn, zonder interpretatie. Met onze eigen buitengewone intelligentie ... is het niet mogelijk. We moeten het aanvaarden. Het gebod is dat je de verklaringen uit de śāstra's aanvaardt. De Bhagavad Gita zegt ook, yaḥ śāstra-vidhim utsṛjya vartate-kāma-kārataḥ (BG 16.23): "Als je de beschrijvingen uit de śāstra niet volgt, en zelf iets verzint," dan siddhiṁ sa avāpnoti, "dan zul je nooit perfectie bereiken." We moeten de śāstra volgen. Er is geen alternatief om de verheven positie van Krishna te begrijpen, hoe Hij zich expandeert in verschillende vormen, zoals Viṣṇu en Nārāyaṇa. Soms beweert men dat Krishna een incarnatie is van Viṣṇu. Dat is ook waar. Je vind dat in Caitanya ... Deze waarheid is dat als een incarnatie komt, Hij komt via Kṣīrobdhi-śāyī Viṣṇu. Maar Kṣīrobdhi-śāyī is een gedeeltelijke expansie van Krishna. Dit is een zeer ingewikkeld onderwerp, maar als we de śāstra aanvaarden en volgen, dan wordt het duidelijk.

Nityananda Rama ... yasyāṁśa sa nityānanda-rāmaḥ. Nityananda is Balarama. Daarom wordt over Hem gezegd, nityānandākhya-rāmaḥ (CC Ādi 1.7). Net als Śrī Caitanya Mahāprabhu ... Kṛṣṇāya-kṛṣṇa-caitanya nāmne (CC Madhya 19.53): "Ik bied mijn respectvolle eerbetuigingen aan Krishna, die nu verschenen is als Krishna Caitanya." Hij is Krishna. Op dezelfde manier, Nityananda is Balarama. balarāma hoilo nitāi. Daarom wordt gezegd, nityānandākhya-rāmaḥ: "Hij is Rama, Balarama, maar op dit moment is Hij verschenen met de naam Nityananda."

Hartelijk dank.

Toegewijden: Haribol!