NL/Prabhupada 0918 - Krishna's vijand worden is niet erg voordelig. Beter een vriend worden: Difference between revisions

 
 
Line 9: Line 9:
[[Category:Dutch Language]]
[[Category:Dutch Language]]
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- BEGIN NAVIGATION BAR -- DO NOT EDIT OR REMOVE -->
{{1080 videos navigation - All Languages|Dutch|NL/Prabhupada 0917 - De hele wereld is de zintuigen aan het dienen, dienaar van de zintuigen|0917|NL/Prabhupada 0919 - Krishna heeft geen vijand. Krishna heeft geen vriend. Hij is volledig onafhankelijk|0919}}
<!-- END NAVIGATION BAR -->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<div class="center">
<div class="center">
Line 17: Line 20:


<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
{{youtube_right|4ej15cUQ1ZU|Om een vijand te worden van Krishna is niet erg winstgevend. Het is beter een vriend te worden<br/>- Prabhupāda 0918}}
{{youtube_right|4ej15cUQ1ZU|Krishna's vijand worden is niet erg voordelig. Beter een vriend worden<br/>- Prabhupāda 0918}}
<!-- END VIDEO LINK -->
<!-- END VIDEO LINK -->


<!-- BEGIN AUDIO LINK (from English page -->
<!-- BEGIN AUDIO LINK (from English page -->
<mp3player>File:730421SB-LOS ANGELES_clip5.mp3</mp3player>
<mp3player>https://s3.amazonaws.com/vanipedia/clip/730421SB-LOS_ANGELES_clip5.mp3</mp3player>
<!-- END AUDIO LINK -->
<!-- END AUDIO LINK -->


Line 29: Line 32:


<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT (from DotSub) -->
<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT (from DotSub) -->
Dus, hier wordt gezegd: na veda kaścid bhagavaṁś cikīrṣitam ([[Vanisource:SB 1.8.29|SB 1.8.29]]). "Niemand weet wat het doel is van Uw verschijning en verdwijning. Niemand weet het." Dus tava, tava īhamānasya nṛṇāṁ viḍambanam ([[Vanisource:SB 1.8.29|SB 1.8.29]]). Het is verbijsterend. Niemand kan begrijpen wat het echte doel is. Het echte doel is Zijn vrije wil. "Laat Mij observeren." Hij hoeft hier niet te komen om demonen te doden. Er zijn ruim voldoende agenten, zodat als er een sterke wind waait, er duizenden demonen kunnen worden gedood in een moment. Dus Kṛṣṇa hoeft niet te komen om demonen te doden. En Hij hoeft ook geen bescherming te bieden aan de toegewijde. Simpelweg door wil, is alles aanwezig. Maar Hij wil een plezierig tijdverdrijf, "laat Ik eens gaan kijken."  
Dus hier staat; ''na veda kaścid bhagavaṁś cikīrṣitam'' ([[Vanisource:SB 1.8.29|SB 1.8.29]]). "Niemand weet wat de bedoeling van Uw verschijning en verdwijning is. Niemand weet het." ''Tava īhamānasya nṛṇāṁ viḍambanam'' ([[Vanisource:SB 1.8.29|SB 1.8.29]]). Het is verbijsterend. Niemand kan begrijpen wat de echte bedoeling is. Het echte reden is Zijn vrije wil: "Laat Ik gaan kijken." Hij hoeft niet te komen om de demonen te doden. Er zijn zoveel hulpmiddelen dat als er een sterke wind is kunnen er duizenden demonen in een moment gedood worden. Dus Kṛṣṇa hoeft niet te komen om de demonen te doden. En Hij hoeft ook niet te komen om de toegewijden te beschermen. Door het eenvoudigweg te willen is alles er. Maar Hij neemt een plezierig tijdverdrijf: "Laat Ik eens gaan kijken."  


Soms wil Hij vechten. Want vechtlust is er ook in Kṛṣṇa. Waar halen wij het anders vandaan? Omdat wij een essentieel onderdeel van Kṛṣṇa zijn, vindt je alle kwaliteiten van Kṛṣṇa in minieme hoeveelheden terug in ons. We zijn een deel van Kṛṣṇa, maar het..... waarvandaan komt die vechtlust? Die vechtlust komt vanuit Kṛṣṇa. Daarom, net zoals soms een groot man of een koning zich engageert te vechten met een worstelaar, zo betalen zij de worstelaar om te vechten met de koning. Maar hij is niet de vijand. Hij schenkt het plezier aan de koning door te vechten, show vechten.  
Soms wil Hij vechten. Want vechtlust is er ook in Kṛṣṇa. Waar halen wij het anders vandaan? Omdat wij essentieel onderdeel van Kṛṣṇa zijn, zijn alle kwaliteiten van Kṛṣṇa in minieme hoeveelheden in ons. We zijn een deel van Kṛṣṇa, maar waar krijgen we die vechtlust? De vechtlust is er in Kṛṣṇa. Daarom, net zoals soms een groot man of een koning met een worstelaar vecht. Ze betalen de worstelaar om met de koning te vechten. Maar hij is geen vijand. Hij geeft plezier aan de koning door te vechten, show vechten. Net zo, als Kṛṣṇa wil vechten, wie zal met Hem vechten? Eén van Zijn grote toegewijden zal met Hem vechten. Geen gewone. Net als een koning, als hij proef vechten wil oefenen dan zal een heel geoefende worstelaar gehuurd worden. Dat is ook dienst. Omdat Kṛṣṇa wil vechten dalen enkele van Zijn toegewijden af om Zijn vijand te worden. Net als Jaya-Vijaya, Hiraṇyakaśipu en Hiraṇyākṣa. Denk je dat zij gewone levende wezens zijn? Als Nṛsiṁhadeva, God zelf is gekomen om hem te doden? Denk je dat ze gewoon zijn? Nee, ze zijn niet gewoon. Ze zijn toegewijden. Maar Kṛṣṇa wilde vechten. In de Vaikuṇṭha wereld is er geen mogelijkheid om te vechten omdat iedereen daar bezig is met dienst voor Kṛṣṇa. Met wie zal Hij dan vechten? Daarom stuurt Hij enkele toegewijden verkleed als vijand en Kṛṣṇa komt hier om met hem te vechten. En tegelijkertijd om ons te leren dat een vijand van Kṛṣṇa worden niet erg voordelig is. Beter een vriend worden. Dat zal voordelig zijn.  


Ook wanneer Kṛṣṇa wil vechten, wie zal dat aangaan met Hem? Enkelen van Zijn toegewijde, grote toegewijde zal vechten met Hem. Geen gewone toegewijde. Net als een koning, als hij wil proef vechten, zal een zeer verheven vechter bij dit spel betrokken worden. Op deze wijze ... Is dat ook service. Omdat Kṛṣṇa wil vechten, daarom kiezen enkele van Zijn toegewijde om zijn vijand te worden. Net als Jaya-Vijaya, Hiraṇyakaśipu en Hiraṇyākṣa. Denk je dat zij gewone levende wezens zijn? Als ... Dat ... Nṛsiṁhadeva, God zelf is gekomen om hem te doden? Denk je dat ze "gewoon" zijn? Nee, ze zijn niet "gewoon". Ze zijn toegewijden. Maar Kṛṣṇa wilde vechten. In de Vaikuṇṭha is er geen mogelijkheid te gevechten, want iedereen is bezig met Kṛṣṇa's service. Met wie kan hij vechten? (gelach) Daarom stuurt Hij enkele toegewijden in het gewaad van de vijand, en Kṛṣṇa komt om te vechten met hem.  
Daarom staat er dat; ''na veda kaścid bhagavaṁś cikīrṣitam'' ([[Vanisource:SB 1.8.29|SB 1.8.29]]): "Niemand weet wat het doel van Uw verschijning en verdwijning is." ''Tava īhamānasya nṛṇāṁ viḍambanam'' ([[Vanisource:SB 1.8.29|SB 1.8.29]]): "U bent in deze wereld net als een gewoon mens. Dit is verbijsterend." Daarom kan de gewone mens niet geloven: "Hoe kan God een gewoon mens worden zoals ...?" Kṛṣṇa speelt. Hoewel Hij geen gewoon mens speelde. Hij speelde als God.


En tegelijkertijd leert hij ons, dat om een vijand van Kṛṣṇa te zijn niet erg gunstig is voor ons. Beter worden we een vriend. Dat is veel gunstiger (gelach). Daarom wordt er gezegd dat: na veda kaścid bhagavaṁś cikīrṣitam ([[Vanisource:SB 1.8.29|SB 1.8.29]]). "Niemand weet wat het doel is van Uw verschijning en verdwijning." Tava īhamānasya nṛṇāṁ viḍambanam. "Je bent in deze wereld, net zoals de gewone mens. Dit is verbijsterend. "Daarom kan de gewone mens niet geloven, "hoe God een gewoon mens kan worden...? ' Kṛṣṇa speelt maar... Maar Hij speelde niet als gewone mens. Hij speelde als God. Waar er ook noodzaak voorkwam...  
Net zoals Hij met 16.000 vrouwen trouwde. Toen Hij trouwde was Hij één, en 16.000 meisjes gaven zich over aan Kṛṣṇa dat: "We zijn nu ontvoerd. Als we naar huis gaan zal niemand met ons trouwen." Dat is een strikt Vedisch systeem. Als een ongetrouwd meisje zelfs maar voor één nacht haar huis verlaat dan zal niemand met haar trouwen. Dit gebeurt nog steeds. Niemand zal haar trouwen. Dus dit is het oude systeem. Alle 16.000 meisjes die door Bhaumāsura ontvoerd waren baden tot Kṛṣṇa en Kṛṣṇa kwam en doodde Bhaumāsura en verloste alle meisjes. Dus toen Kṛṣṇa hun vroeg: "Nu kunnen jullie veilig naar het huis van je vader gaan," antwoordden zij: "Heer, als we teruggaan naar het huis van onze vader wat zal ons lot zijn? Niemand zal met ons trouwen. Omdat deze man, deze ''rākṣasa'', ons ontvoerde." "Wat willen jullie dan?" "Wij willen dat U onze man wordt." Dus Kṛṣṇa is zo aardig. "Ja." Hij aanvaarde het direct. Dat is Kṛṣṇa.  


Net zoals wanneer Hij trouwde met 16.000 vrouwen. Toen Hij trouwde was Hij één en 16.000 meisjes gaven zich over aan Kṛṣṇa dus: "We zijn nu ontvoerd. Als we naar huis gaan, zal niemand ons trouwen." Dat is het strenge Vedische systeem. Als een ongehuwde meisje haar huis verlaat, zelfs maar voor een nacht, zal niemand haar trouwen. Dit komt nog steeds voor. Niemand zal trouwen. Dus dit is het oude systeem. Alle 16.000 meisjes die werden ontvoerd door Bhaumāsura... Dus baden ze tot Kṛṣṇa en Kṛṣṇa kwam en doodde de Bhaumāsura, en Hij redde alle meisjes. Dus toen Kṛṣṇa hen zei: "Nu kun je veilig naar het huis van je vader," Antwoordde zij: "Meneer, als we terug naar het huis van onze vader gaan, wat zal ons lot zijn? Niemand zal ons trouwen. Omdat deze man, deze rākṣasa, ons ontvoerde. " "Wat wil je dan?" "We willen dat U onze man wordt." Dus Kṛṣṇa is zo vriendelijk. "Ja." Onmiddellijk aanvaard. Dat is Kṛṣṇa.
Nu, toen ze thuis gebracht waren was het niet dat 16.000 vrouwen voor 16.000 nachten moeten wachten om Kṛṣṇa te ontmoeten. Kṛṣṇa expandeerde Zichzelf in 16.000 gedaantes en bouwde 16.000 paleizen en maakte op elk paleis ... De beschrijving staat in de ... Dat is Bhagavān. Dus die dwazen kunnen het niet begrijpen. Ze bekritiseren Kṛṣṇa dat Hij erg wellustig was. Hij trouwde met 16.000 vrouwen. Zelfs al is Hij wellustig, dan is Hij onbeperkt wellustig omdat Hij onbeperkt is. Waarom 16.000? Al zou Hij 16 miljoen vrouwen trouwen dan nog is het onvolmaakt. Dat is Kṛṣṇa.  
 
Nu, toen ze thuis gebracht waren, niet dat 16.000 vrouwen zouden moeten wachten tot 16.000 nachten verstreken zijn om Kṛṣṇa te ontmoeten. (gelach) Kṛṣṇa heeft Zichzelf daarom 16.000 keer gekopieerd, en bouwde voor hen 16.000 paleizen, met vestiging op elk paleis ... De beschrijving is daar in de ... Dat is Bhagavān. Dus die boefjes, kunnen Hem niet begrijpen. Ze bekritiseren Kṛṣṇa, dat Hij wel erg wellustig is. Hij trouwde met 16.000 vrouwen. (gelach) Zelfs al is Hij wellustig, Hij is onbeperkt wellustig. (gelach) Omdat Hij onbeperkt is. Waarom 16.000? Zelfs al zou hij 16 miljoenen vrouwen trouwen is het nog steeds onvolmaakt. Dat is Kṛṣṇa.
<!-- END TRANSLATED TEXT -->
<!-- END TRANSLATED TEXT -->

Latest revision as of 18:15, 10 October 2021



730421 - Lecture SB 01.08.29 - Los Angeles

Dus hier staat; na veda kaścid bhagavaṁś cikīrṣitam (SB 1.8.29). "Niemand weet wat de bedoeling van Uw verschijning en verdwijning is. Niemand weet het." Tava īhamānasya nṛṇāṁ viḍambanam (SB 1.8.29). Het is verbijsterend. Niemand kan begrijpen wat de echte bedoeling is. Het echte reden is Zijn vrije wil: "Laat Ik gaan kijken." Hij hoeft niet te komen om de demonen te doden. Er zijn zoveel hulpmiddelen dat als er een sterke wind is kunnen er duizenden demonen in een moment gedood worden. Dus Kṛṣṇa hoeft niet te komen om de demonen te doden. En Hij hoeft ook niet te komen om de toegewijden te beschermen. Door het eenvoudigweg te willen is alles er. Maar Hij neemt een plezierig tijdverdrijf: "Laat Ik eens gaan kijken."

Soms wil Hij vechten. Want vechtlust is er ook in Kṛṣṇa. Waar halen wij het anders vandaan? Omdat wij essentieel onderdeel van Kṛṣṇa zijn, zijn alle kwaliteiten van Kṛṣṇa in minieme hoeveelheden in ons. We zijn een deel van Kṛṣṇa, maar waar krijgen we die vechtlust? De vechtlust is er in Kṛṣṇa. Daarom, net zoals soms een groot man of een koning met een worstelaar vecht. Ze betalen de worstelaar om met de koning te vechten. Maar hij is geen vijand. Hij geeft plezier aan de koning door te vechten, show vechten. Net zo, als Kṛṣṇa wil vechten, wie zal met Hem vechten? Eén van Zijn grote toegewijden zal met Hem vechten. Geen gewone. Net als een koning, als hij proef vechten wil oefenen dan zal een heel geoefende worstelaar gehuurd worden. Dat is ook dienst. Omdat Kṛṣṇa wil vechten dalen enkele van Zijn toegewijden af om Zijn vijand te worden. Net als Jaya-Vijaya, Hiraṇyakaśipu en Hiraṇyākṣa. Denk je dat zij gewone levende wezens zijn? Als Nṛsiṁhadeva, God zelf is gekomen om hem te doden? Denk je dat ze gewoon zijn? Nee, ze zijn niet gewoon. Ze zijn toegewijden. Maar Kṛṣṇa wilde vechten. In de Vaikuṇṭha wereld is er geen mogelijkheid om te vechten omdat iedereen daar bezig is met dienst voor Kṛṣṇa. Met wie zal Hij dan vechten? Daarom stuurt Hij enkele toegewijden verkleed als vijand en Kṛṣṇa komt hier om met hem te vechten. En tegelijkertijd om ons te leren dat een vijand van Kṛṣṇa worden niet erg voordelig is. Beter een vriend worden. Dat zal voordelig zijn.

Daarom staat er dat; na veda kaścid bhagavaṁś cikīrṣitam (SB 1.8.29): "Niemand weet wat het doel van Uw verschijning en verdwijning is." Tava īhamānasya nṛṇāṁ viḍambanam (SB 1.8.29): "U bent in deze wereld net als een gewoon mens. Dit is verbijsterend." Daarom kan de gewone mens niet geloven: "Hoe kan God een gewoon mens worden zoals ...?" Kṛṣṇa speelt. Hoewel Hij geen gewoon mens speelde. Hij speelde als God.

Net zoals Hij met 16.000 vrouwen trouwde. Toen Hij trouwde was Hij één, en 16.000 meisjes gaven zich over aan Kṛṣṇa dat: "We zijn nu ontvoerd. Als we naar huis gaan zal niemand met ons trouwen." Dat is een strikt Vedisch systeem. Als een ongetrouwd meisje zelfs maar voor één nacht haar huis verlaat dan zal niemand met haar trouwen. Dit gebeurt nog steeds. Niemand zal haar trouwen. Dus dit is het oude systeem. Alle 16.000 meisjes die door Bhaumāsura ontvoerd waren baden tot Kṛṣṇa en Kṛṣṇa kwam en doodde Bhaumāsura en verloste alle meisjes. Dus toen Kṛṣṇa hun vroeg: "Nu kunnen jullie veilig naar het huis van je vader gaan," antwoordden zij: "Heer, als we teruggaan naar het huis van onze vader wat zal ons lot zijn? Niemand zal met ons trouwen. Omdat deze man, deze rākṣasa, ons ontvoerde." "Wat willen jullie dan?" "Wij willen dat U onze man wordt." Dus Kṛṣṇa is zo aardig. "Ja." Hij aanvaarde het direct. Dat is Kṛṣṇa.

Nu, toen ze thuis gebracht waren was het niet dat 16.000 vrouwen voor 16.000 nachten moeten wachten om Kṛṣṇa te ontmoeten. Kṛṣṇa expandeerde Zichzelf in 16.000 gedaantes en bouwde 16.000 paleizen en maakte op elk paleis ... De beschrijving staat in de ... Dat is Bhagavān. Dus die dwazen kunnen het niet begrijpen. Ze bekritiseren Kṛṣṇa dat Hij erg wellustig was. Hij trouwde met 16.000 vrouwen. Zelfs al is Hij wellustig, dan is Hij onbeperkt wellustig omdat Hij onbeperkt is. Waarom 16.000? Al zou Hij 16 miljoen vrouwen trouwen dan nog is het onvolmaakt. Dat is Kṛṣṇa.