NL/Prabhupada 1025 - Krishna wacht gewoon: "Wanneer zal deze dwaas zijn gezicht naar Mij keren?"

Revision as of 16:10, 24 May 2017 by ErikAlbers (talk | contribs) (Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Dutch Pages - 207 Live Videos Category:Prabhupada 1025 - in all Languages Category:NL...")
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)


Invalid source, must be from amazon or causelessmery.com

731129 - Lecture SB 01.15.01 - New York

Pradyumna: Vertaling: "Sūta Gosvāmī zei: Arjuna, de gevierde vriend van Lord Kṛṣṇa, was erg verdrietig door zijn sterke gevoel van scheiding van Kṛṣṇa, in het bijzonder door Mahārāja Yudhiṣṭhira's speculatieve vragen" (SB 1.15.1).

Prabhupāda: Dus evaṁ kṛṣṇa sakhaḥ kṛṣṇo. Arjuna's naam is Kṛṣṇa-Sakha, en hij wordt ook soms Kṛṣṇa genoemd, Omdat het lichamelijke uiterlijk van Arjuna bijna gelijk was aan dat van Kṛṣṇa. Dus hij was neerslachtig, afgescheiden van Kṛṣṇa, en zijn oudere broer was aan het vragen of hij neerslachtig was om deze, die of dat reden. Eigenlijk was hij ongelukkig omdat hij van Kṛṣṇa was afgescheiden. Vergelijkbaar, niet alleen Arjuna, wij allemaal, wij zijn ook ... Zoals Kṛṣṇa, Arjuna; hij is ook een levend wezen, wij zijn ook levende wezens. Dus wij zijn ook ongelukkig omdat we afgescheiden zijn van Kṛṣṇa. Deze moderne filosofen of wetenschappers, zij kunnen suggereren of zij kunnen doorgaan met anders denken, dat ze op hun eigen manier de wereldsituatie kunnen verbeteren, maar dat is niet mogelijk. We zijn ongelukkig omdat we van Kṛṣṇa zijn afgescheiden. Dat weten ze niet. Net als een kind, een kind huilt, niemand kan zeggen waarom het huilt, maar eigenlijk huilt een kind meestal omdat het is afgescheiden van de moeder.

Dus het is niet alleen de kwestie van Arjuna of Kṛṣṇa, iedereen van ons ... In de Upaniṣad wordt gezegd dat Paramātmā, Kṛṣṇa en het levende wezen, zij zitten in dezelfde boom: samāni vṛkṣe. Eén levend wezen eet het fruit van de boom, en het andere levende wezen is gewoon getuige, anumantā. Dus, Kṛṣṇa, Hij zit in ieders hart, Īśvaraḥ sarva-bhūtānāṁ hṛd-deśe 'rjuna tiṣṭhati (BG 18.61). Want zonder Zijn goedkeuring kan het levende wezen niets doen. Sarvasya cāhaṁ hṛdi sanniviṣṭo (BG 15.15): Kṛṣṇa zegt dat: "Ik zit in ieders hart." Dus het levende wezen wil zijn eigen bevliegingen volgen, Kṛṣṇa zegt, of Kṛṣṇa geeft goede raad dat: "Dit zal je niet gelukkig maken, doe dat niet." Maar hij is vasthoudend, hij zal het doen. Dan keurt Kṛṣṇa, Paramātmā het goed: "Oké, je doet het op je eigen risico." Zo gaat het. Iedereen van ons is zeer nauw verbonden met Kṛṣṇa, en Kṛṣṇa zit in ieders hart. Kṛṣṇa is zo vriendelijk dat hij gewoon wacht: "Wanneer zal deze dwaas zijn gezicht naar Mij keren". Hij is gewoon aan het kijken ... Hij is zo aardig. Maar wij levende wezens, wij zijn zo dwaas, we zullen ons gezicht naar alles keren behalve Kṛṣṇa. Dit is onze positie.