NL/Prabhupada 1031 - Alle levende wezens zijn gekleed door de materiële bedekking
740628 - Lecture at St. Pascal's Franciscan Seminary - Melbourne
Dus God, of de Allerhoogste Waarheid, Absolute Waarheid, is die van Wie alles is gekomen. Dus dat is het begin van het Śrīmad-Bhāgavatam. Janmādy asya yataḥ (SB 1.1.1): "Absolute Waarheid is dat van Wie alles is ontstaan." Wat is de aard van de Absolute Waarheid? "Alles" betekent ... Er zijn twee dingen: materie en geest. Twee dingen. Net als deze tafel is materie en wij, levende wezens, wij zijn geest, de spirituele ziel. Dit materiële lichaam is mijn bedekking, net als kleding. Ieder van ons is gekleed, bedekt met een soort kleding. Op dezelfde manier zijn alle levende wezens gekleed door de materiële bedekking. De grofstoffelijke kleding en de subtiele kleding. De grofstoffelijke kleding is gemaakt van vijf materiële elementen: aarde, water, lucht, vuur, ether, en de subtiele bedekking is geest, intelligentie en ego.
Dus wij, de spirituele ziel, essentieel onderdeel van God. Op dit moment zijn we bedekt met twee soorten kleding - De subtiele bedekking: geest, intelligentie en ego; en de grofstoffelijke bedekking. Subtiel betekent dat we weten dat dit ding er is, maar we kunnen het niet zien. Net zoals je weet dat ik een geest heb; ik weet dat jij een geest hebt, Maar ik zie jou geest niet, jij ziet mijn geest niet. Ik weet dat jij intelligentie hebt, jij weet dat ik intelligentie heb, Maar we zien niet wat die intelligentie is. Ook identificatie. Ik ben dit bewustzijn ... Jij hebt ook bewustzijn, ik heb bewustzijn, maar we zien het niet. Dus dingen die niet zichtbaar zijn voor deze materiële ogen, dat heet subtiel. En de spirituele ziel is nog subtieler. Dus het menselijke leven is bedoeld om die spirituele ziel te begrijpen en de Allerhoogste Ziel.