NL/Prabhupada 1061 - Het onderwerp in de Bhagavad-gita omvat vijf verschillende waarheden: Difference between revisions

(Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 1061 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1966 Category:NL-Quotes - Lec...")
 
 
Line 10: Line 10:
[[Category:Dutch Language]]
[[Category:Dutch Language]]
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- BEGIN NAVIGATION BAR -- DO NOT EDIT OR REMOVE -->
{{1080 videos navigation - All Languages|Dutch|NL/Prabhupada 1060 - Tenzij men ontvangt deze Bhagavad-gita in een onderdanige stemming|1060|NL/Prabhupada 1062 - Wij neigen controle uit te oefenen op de materiële natuur|1062}}
<!-- END NAVIGATION BAR -->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<div class="center">
<div class="center">
Line 18: Line 21:


<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
{{youtube_right|G9JE15msxco|De bedoeling van de Bhagavad-gita is het begrijpen van vijf waarheden<br />- Prabhupāda 1061}}
{{youtube_right|G9JE15msxco|Het onderwerp in de Bhagavad-gita omvat vijf verschillende waarheden<br />- Prabhupāda 1061}}
<!-- END VIDEO LINK -->
<!-- END VIDEO LINK -->


<!-- BEGIN AUDIO LINK -->
<!-- BEGIN AUDIO LINK -->
<mp3player>File:660219BG-NEW_YORK_clip05.mp3</mp3player>
<mp3player>https://s3.amazonaws.com/vanipedia/clip/660219BG-NEW_YORK_clip05.mp3</mp3player>
<!-- END AUDIO LINK -->
<!-- END AUDIO LINK -->


Line 30: Line 33:


<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT -->
<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT -->
Le Seigneur Kṛṣṇa descend en ce monde yadā yadā hi dharmasya glānir bhavati ([[Vanisource:BG 4.7|BG 4.7]]), dans le seul but d'établir ce qu'est le vrai but de la vie. Lorsque l'homme oubile ce qu'est le vrai but de la vie, la mission dévolue à la forme de vie humaine, c'est ce qu'on appelle dharmasya glāniḥ, une atteinte grave à la possibilité pour l'être humain d'agir selon sa condition. Dans de telles circonstances, parmi la multitude des êtres humains, s'il en est un dans l'esprit de qui s'éveille la compréhension de sa condition, alors, la Bhagavad-gītā est énoncée pour lui. Nous sommes engloutis par la tigresse de l'ignorance, et le Seigneur, parce qu'il est miséricordieux, sans qu'ils le méritent, envers les êtres vivants, surtout envers l'être huamin, a énoncé la Bhagavad-gītā, faisant de son ami Arjuna son élève.  
Dus Heer Kṛṣṇa daalt af, ''yadā yadā hi dharmasya glānir bhavati'' ([[NL/BG 4.7|BG 4.7]]), alleen om het echte doel van het leven te bepalen. Wanneer de mensen het echte doel van het leven, de missie van de menselijke levensvorm, vergeten dan heet dat ''dharmasya glāniḥ'', de verstoring van de bezigheid van de mens. Dus in die omstandigheden, voor de vele mensen die de geest ontwaken om zijn positie te begrijpen, voor hun is deze Bhagavad-gītā gesproken. We zijn als het ware opgeslokt door de tijger van onwetendheid, en de Heer met zijn grondeloze barmhartigheid voor de levende wezens, vooral voor de mensen heeft Hij de Bhagavad-gītā gesproken door Zijn vriend Arjuna de student te maken. Arjuna was natuurlijk als een vriend van Heer Kṛṣṇa boven alle onwetendheid. Maar toch werd Arjuna in onwetendheid geplaatst op het slagveld van Kurukṣetra, alleen om de Allerhoogste Heer te vragen over de problemen van het leven, zodat de Heer het kan uitleggen ten behoeve van de toekomstige generaties van mensen. Zodat men het leven kan plannen en op die manier leven zodat zijn missie van het menselijk leven perfect kan zijn.  


Il est certain qu'Arjuna... Etant un associé du Seigneur Kṛṣṇa, il était au-dessus de toute ignorance. Cependant, Arjuna a été plongé dans l'ignorance sur le champ de bataille de Kurukṣetra dans le seul but de lui permettre d'interroger le Seigneur suprême sur les problèmes de la vie, afin que le Seigneur puisse les lui expliquer, au bénéfice des générations futures, qu'il puisse lui donner les indications nécessaires pour qu'il puisse ébaucher le plan de sa vie et agir de manière à ce que sa vie, sa mission à remplir durant sa vie humaine, atteigne sa perfection.
Dus het onderwerp in de Bhagavad-gītā omvat vijf verschillende waarheden. De eerste waarheid is wat God is. Het is de inleidende studie van de wetenschap van God. Dus deze wetenschap van God wordt hier uitgelegd. Dan de wezenlijke positie van de levende wezens, ''jīva''. ''Īśvara'' en ''jīva''. De Allerhoogste Heer wordt ''īśvara'' genoemd. ''Īśvara'' betekent bestuurder en ''jīva'', de levende wezens zijn niet ''īśvara'' of de bestuurder. Zij worden bestuurd. Als ik kunstmatig zeg dat: "Ik word niet bestuurd, ik ben vrij," dat wijst niet op een verstandig mens. Een levend wezen wordt in elk opzicht bestuurd. Tenminste, in zijn geconditioneerde leven wordt hij bestuurd.  


Ainsi, le contenu de la Bhagavad-gītā consiste en cinq vérités distinctes. La première de ces vérités est la nature de Dieu. C'est la première étape de l'étude de la science de Dieu. Cette science de Dieu est expliquée ici. Ensuite, la position constitutive des êtres vivants, ou jīva. Īśvara et jīva. Le Seigneur, le Seigneur suprême, est appelé īśvara. Īśvara désigne celui qui contrôle et jīva, les êtres vivants, ce sont... Les jīvas, les êtres vivants, ne sont pas īśvara, celui qui contrôle. Ils sont ceux qui sont soumis à son contrôle. De façon erronée, si je dis: "Je ne suis soumis à aucun contrôle, je suis libre", ce ne sont pas les propos d'un homme sain d'esprit. Un être vivant est contrôlé à tous points de vue. Du moins, tant qu'il vit de manière conditionnée, il est contrôlé. Donc, la Bhagavad-gita traite d'īśvara, celui au pouvoir absolu de qui tout est soumis, des êtres vivants qui sont sous son contrôle, et de prakṛti, la nature, la nature matérielle. Le sujet suivant est le temps, la durée de l'existence de l'univers entier, c'est-à-dire la manifestation de la nature matérielle et la durée du temps, à savoir le temps éternel. Elle aborde aussi le karma. Le karma désigne l'activité. Tout, l'univers tout entier, toute la manifestation cosmique, tout est empli d'activités de toutes sortes. Les êtres vivants, en particulier, sont engagés dans toutes sortes d'activités. Donc, nous devons apprendre de la Bhagavad-gītā, īśvara, ce qu'est Dieu, jīva, ce que sont les êtres vivants, et prakṛti, ce qu'est la manifestation cosmique, et comment elle est contrôlée par le temps, et ce que sont ces activités.  
Dus in de Bhagavad-gītā omvat het onderwerp de ''īśvara'', de Allerhoogste Bestuurder en de bestuurde levende wezens en ''prakṛti'', de materiële natuur. En vervolgens de tijd of de duur van het bestaan van het hele universum of de manifestatie van de materiële natuur en de duur van de tijd of de eeuwige tijd. En ''karma''. ''Karma'' betekent activiteit. Alles, het hele universum, de hele kosmische manifestatie is vol met verschillende activiteiten. Vooral de levende wezens zijn bezig met allerlei verschillende activiteiten. Dus we moeten in de Bhagavad-gītā bestuderen wat ''īśvara'' God is, wat ''jīva'', de levende wezens zijn en wat ''prakṛti'', de kosmische manifestatie is en hoe het wordt bestuurd door de tijd en wat deze activiteiten zijn.  


Quant à ces cinq questions, la Bhagavad-gītā établit que le Dieu suprême, Kṛṣṇa, le Brahman, le Paramātmā... Vous pouvez l'appeler comme vous voulez. Mais il est celui au pouvoir absolu de qui tout est soumis. Il existe un suprême souverain. Ce suprême souverain est le plus grand entre tous. Et les êtres vivants, ils sont, en qualité, identiques au suprême souverain, tout comme le suprême souverain, le Seigneur, au pouvoir de qui tout l'univers, toute la nature matérielle sont soumis... Il est expliqué plus loin dans la Bhagavad-gītā que cette nature matérielle n'est pas indépendante. Elle agit sous la direction du Seigneur suprême. Mayādhyakṣeṇa prakṛtiḥ sūyate sa-carācaram ([[Vanisource:BG 9.10|BG 9.10]]). "La nature matérielle agit sous ma direction", mayādhyakṣeṇa, "sous ma supervision".
Nu, uit deze vijf onderwerpen wordt in de Bhagavad-gītā bevestigd dat de Allerhoogste God of Kṛṣṇa of Brahman of Paramātmā ... Je mag het noemen wat je wilt. Maar er is een Allerhoogste Bestuurder. Dus de Allerhoogste Bestuurder is de grootste van allemaal. En de levende wezens zijn in kwaliteit als de Allerhoogste Bestuurder. Net zoals de Allerhoogste Bestuurder, de Heer, Hij bestuurt de universele zaken, de materiële natuur, hoe de ... Het zal in volgende hoofdstukken van de Bhagavad-gītā worden uitgelegd dat de materiële natuur niet onafhankelijk is. Ze handelt onder de leiding van de Allerhoogste Heer. ''Mayādhyakṣeṇa prakṛtiḥ sūyate sa-carācaram'' ([[NL/BG 9.10|BG 9.10]]). Deze materiële natuur werkt onder Mijn leiding, ''mayādhyakṣeṇa'', onder Mijn toezicht.  
<!-- END TRANSLATED TEXT -->
<!-- END TRANSLATED TEXT -->

Latest revision as of 21:01, 2 February 2022



660219-20 - Lecture BG Introduction - New York

Dus Heer Kṛṣṇa daalt af, yadā yadā hi dharmasya glānir bhavati (BG 4.7), alleen om het echte doel van het leven te bepalen. Wanneer de mensen het echte doel van het leven, de missie van de menselijke levensvorm, vergeten dan heet dat dharmasya glāniḥ, de verstoring van de bezigheid van de mens. Dus in die omstandigheden, voor de vele mensen die de geest ontwaken om zijn positie te begrijpen, voor hun is deze Bhagavad-gītā gesproken. We zijn als het ware opgeslokt door de tijger van onwetendheid, en de Heer met zijn grondeloze barmhartigheid voor de levende wezens, vooral voor de mensen heeft Hij de Bhagavad-gītā gesproken door Zijn vriend Arjuna de student te maken. Arjuna was natuurlijk als een vriend van Heer Kṛṣṇa boven alle onwetendheid. Maar toch werd Arjuna in onwetendheid geplaatst op het slagveld van Kurukṣetra, alleen om de Allerhoogste Heer te vragen over de problemen van het leven, zodat de Heer het kan uitleggen ten behoeve van de toekomstige generaties van mensen. Zodat men het leven kan plannen en op die manier leven zodat zijn missie van het menselijk leven perfect kan zijn.

Dus het onderwerp in de Bhagavad-gītā omvat vijf verschillende waarheden. De eerste waarheid is wat God is. Het is de inleidende studie van de wetenschap van God. Dus deze wetenschap van God wordt hier uitgelegd. Dan de wezenlijke positie van de levende wezens, jīva. Īśvara en jīva. De Allerhoogste Heer wordt īśvara genoemd. Īśvara betekent bestuurder en jīva, de levende wezens zijn niet īśvara of de bestuurder. Zij worden bestuurd. Als ik kunstmatig zeg dat: "Ik word niet bestuurd, ik ben vrij," dat wijst niet op een verstandig mens. Een levend wezen wordt in elk opzicht bestuurd. Tenminste, in zijn geconditioneerde leven wordt hij bestuurd.

Dus in de Bhagavad-gītā omvat het onderwerp de īśvara, de Allerhoogste Bestuurder en de bestuurde levende wezens en prakṛti, de materiële natuur. En vervolgens de tijd of de duur van het bestaan van het hele universum of de manifestatie van de materiële natuur en de duur van de tijd of de eeuwige tijd. En karma. Karma betekent activiteit. Alles, het hele universum, de hele kosmische manifestatie is vol met verschillende activiteiten. Vooral de levende wezens zijn bezig met allerlei verschillende activiteiten. Dus we moeten in de Bhagavad-gītā bestuderen wat īśvara God is, wat jīva, de levende wezens zijn en wat prakṛti, de kosmische manifestatie is en hoe het wordt bestuurd door de tijd en wat deze activiteiten zijn.

Nu, uit deze vijf onderwerpen wordt in de Bhagavad-gītā bevestigd dat de Allerhoogste God of Kṛṣṇa of Brahman of Paramātmā ... Je mag het noemen wat je wilt. Maar er is een Allerhoogste Bestuurder. Dus de Allerhoogste Bestuurder is de grootste van allemaal. En de levende wezens zijn in kwaliteit als de Allerhoogste Bestuurder. Net zoals de Allerhoogste Bestuurder, de Heer, Hij bestuurt de universele zaken, de materiële natuur, hoe de ... Het zal in volgende hoofdstukken van de Bhagavad-gītā worden uitgelegd dat de materiële natuur niet onafhankelijk is. Ze handelt onder de leiding van de Allerhoogste Heer. Mayādhyakṣeṇa prakṛtiḥ sūyate sa-carācaram (BG 9.10). Deze materiële natuur werkt onder Mijn leiding, mayādhyakṣeṇa, onder Mijn toezicht.