NL/Prabhupada 0027 - Ze weten niet dat er een volgend leven is



Lecture on CC Adi-lila 7.1 -- Atlanta, March 1, 1975

Dus (lezend van (CC Ādi 7.1 commentaar)) "Een persoon in de geconditioneerde fase van materieel bestaan is in een toestand van hulpeloosheid. Maar de geconditioneerde ziel, onder de illusie van māyā of de uitwendige energie, denkt dat hij volledig beschermd is door zijn land, gemeenschap, vriendschap en liefde, niet wetende dat op het moment van de dood geen van deze hem kan redden." Dit wordt māyā genoemd. Maar hij gelooft het niet. Onder de illusie van māyā gelooft hij ook niet wat de betekenis van redden is. Redden betekent zichzelf redden van deze cyclus van geboorte en dood. Dat is echte redding. Maar ze weten het niet.

(lezend van (CC Ādi 7.1 commentaar)) "De wetten van de materiële natuur zijn zo sterk dat geen enkele van onze materiële bezittingen ons kan redden van de wrede handen van de dood." Iedereen weet het. En dat is ons echte probleem. Wie is niet bang voor de dood? Iedereen is bang voor de dood. Waarom? Want geen enkel levend wezen is bestemd om te sterven. Hij is eeuwig, daarom zijn geboorte, dood, ouderdom en ziekte vervelende zaken voor hem. Omdat hij eeuwig is wordt hij niet geboren, na jāyate, en degene die niet geboren wordt ervaart ook geen dood, na mriyate kadācit. Dit is onze werkelijke positie. Daarom zijn we bang voor de dood. Dat is onze natuurlijke neiging. Dus om ons te redden van de dood ... Dat is de eerste taak van de mensheid. We onderwijzen deze Kṛṣṇa-bewustzijnsbeweging enkel voor dit doel. Dat zou het doel van iedereen moeten zijn. Dat is de opdracht van de śāstra.

Hen die beschermers zijn ... De regering, de vader, de leraar, zij zijn beschermers van de kinderen. Zij zouden moeten weten hoe bescherming te geven aan de werelds ... Na mocayed yaḥ samupeta mṛtyum (SB SB 5.5.18). Dus waar in de hele wereld is deze filosofie? Er is niet zo'n filosofie. De Kṛṣṇa-bewustzijnsbeweging is de enige die deze filosofie naar voren brengt. Niet willekeurig, maar van de geautoriseerde śāstra, vedische literatuur. Dus dat is ons verzoek. We openen verschillende centra over de hele wereld in het belang van de maatschappij omdat ze het doel van het leven niet kennen, ze niet weten dat er een volgend leven na de dood is. Deze dingen weten ze niet. Er is zonder twijfel een volgend leven en je kan je volgende leven voorbereiden in dit leven. Je kan naar het hogere planeet systeem gaan voor beter materieel comfort. Je kan hier blijven in een veilige positie. Veilig betekent dit materiële leven. Net zoals er staat;

yānti deva-vratā devān
pitṟn yānti pitṛ-vratāḥ
bhūtāni yānti bhūtejyā
mad-yājino 'pi yānti mām

(BG 9.25)

Dus je kan jezelf voorbereiden voor een beter leven in de hemelse planeten of in een betere gemeenschap in deze wereld of om naar de planeten te gaan waar geesten en andere ellendelingen in controle zijn. Of je kan naar de planeet gaan waar Kṛṣṇa is. Alles is beschikbaar voor je. Yānti bhūtejyā bhūtāni mad-yājino 'pi yānti mām. Je moet je gewoon voorbereiden. Net zoals je in je jeugd wordt onderwezen - iemand zal ingenieur worden, iemand zal een medicus worden, iemand zal een advocaat worden en veel andere professionele mensen - ze bereiden zich voor door onderwijs, op dezelfde manier kan je je voorbereiden voor je volgende leven. Dit is niet moeilijk om te begrijpen. Maar ze geloven niet in het volgende leven alhoewel het heel logisch is. Er is werkelijk een volgend leven want Kṛṣṇa zegt het. En we kunnen met een klein beetje intelligentie van de filosofie begrijpen dat er een volgend leven is. Dus ons voorstel is dat: "Als je jezelf voor het volgend leven moet voorbereiden, waarom neem je dan niet de moeite om je voor te bereiden om terug naar huis, terug naar God te gaan?" Dat is ons voorstel.