NL/Prabhupada 0145 - We moeten een vorm van tapasya aanvaarden



Vrijheid komt niet vanzelf. Net zoals je ziek bent. Je bent onderhevig aan koorts of een andere pijnlijke aandoening of andere ziekte. Dus je moet wat boetedoening ondergaan. Net als wanneer je last hebt van een steenpuist op je lichaam. Het is erg pijnlijk. Dan, om het te genezen moet je een chirurgische ingreep ondergaan, indien je genezen wil. Daarom tapasā. Dat is tapasā. Tapa betekent pijnlijke toestand, tapa. Net als de temperatuur. Als je in een hoge temperatuur van 44 graden wordt gezet, dan is het zeer ondraaglijk voor u. Het is erg pijnlijk. Zelfs voor ons Indiërs - wij zijn geboren in India met een tropisch klimaat - toch, wanneer de temperatuur meer dan 38 is, wordt het ondraaglijk. En wat te zeggen van jou? Je bent geboren in een andere temperatuur. Evenzo kunnen we geen lagere temperatuur verdragen. Als het onder de 10 graden is, wordt het ondraaglijk voor ons. Dus er zijn verschillende klimaten, verschillende temperaturen. En in Canada tolereren ze 40 graden onder nul. Dus het is een kwestie van verschillende conditioneringen. Maar wij zijn geconditioneerd: hoge temperatuur, lagere temperatuur, extreem koud. Maar we kunnen elke vorm van geconditioneerd leven leren. Die capaciteit hebben we. Er is een Bengaals spreekwoord; śarīre na mahāśaya ya sahabe taya saya, het betekent; "Dit lichaam is," het kan elke mogelijke conditie verdragen, mits je het oefent." Het is niet zo dat je in een bepaalde toestand bent, en als je het veranderd, het zo onverdraaglijk wordt dat je niet kunt leven. Nee, als je oefent ... Net als tegenwoordig niemand gaat. Vroeger ging men naar de Himalaya en daar is het erg koud. En de tapasya, de methode die daar beoefend wordt: in verzengende hitte maken de heiligen of wijzen rondom een vuur. Er is al een hoge temperatuur, en toch zullen ze vuur rondom maken en doorgaan met hun meditatie. Dit is tapasya. Dit zijn de onderdelen van tapasya. Er is verzengende hitte en zij zullen dat maken. Er is schrille, kille koude, minder dan 10 graden, en zij zullen onder water gaan en het lichaam hieraan blootgeven, en mediteren. Dit zijn de onderdelen van tapasya. Dus voor Gods-realisatie ondergingen mensen vroeger zulke ernstige vormen van boetedoening, en tegenwoordig zijn we zo gevallen, we kunnen deze vier principes niet tolereren? Is het erg moeilijk? We verplichten wat tapasya dat; "Geef niet toe aan deze zaken. Geen ongeoorloofde seks, geen intoxicatie, geen vlees eten, niet gokken." Dit zijn de onderdelen van tapasya voor de voortgang in Kṛṣṇa-bewustzijn. Dus is het erg moeilijk? Het is niet moeilijk. Als men tot aan de nek in het water kan gaan in de kille schrille kou, is het moeilijker om ongeoorloofde seks, vlees en intoxicatie op te geven? Wij adviseren niet; "Geen seks." Ongeoorloofde seks. Dus waar is de moeilijkheid? Maar dit tijdperk is zo gevallen dat we zelfs deze primaire vorm van tapasya niet kunnen uitvoeren. Dat is het probleem. Maar als je God wilt realiseren, zoals hier wordt gezegd; tapasaiva, alleen door tapasya, alleen door boetedoening kan men realiseren. Anders niet. Anders is het niet mogelijk. Daarom wordt dit woord gebruikt; tapasaiva. Tapasā eva: "Alleen door tapasya." Er is geen andere manier. Tapasā eva param. Param betekent de Allerhoogste. Als je de Allerhoogste wilt realiseren, de Absolute, dan moet je een bepaalde vorm van tapasya accepteren. Anders is het niet mogelijk. De voorbereidende kleine tapasya. Net als ekādaśī. Dat is ook een onderdeel van de tapasya. Eigenlijk op ekādaśī eten we geen voedsel, we drinken zelfs geen water. Maar in onze gemeenschap doen we het niet zo strikt. We zeggen; "Ekādaśī, je mag geen granen eten. Neem een klein beetje fruit en melk." Dit is tapasya. Dus we kunnen deze tapasya niet uitvoeren? Als we niet bereidt zijn om zelfs deze zeer gemakkelijk uitvoerbare tapasya te ondernemen, hoe kunnen we dan verwachten terug naar huis, naar God te gaan? Nee, dat is niet mogelijk. Daarom wordt hier gezegd; tapasaiva, tapasā eva. Eva betekent zeker. Je moet. Nu, bij het uitvoeren van deze tapasya, boetedoeningen, ben je een verliezer? Je bent geen verliezer. Nu, iedereen die van buitenaf komt zal zien dat in onze gemeenschap, onze leden, jongens en meisjes. Zij zeggen; "helder gezicht." nietwaar? Zij zien het verschil. Een priester in gewone kleding ... Ik ging van Los Angeles naar Hawaii. Een priester kwam naar me in het vliegtuig. Hij vroeg mijn toestemming; "Kan ik met u praten?" "Ja, waarom niet?" Zijn eerste vraag was; "Uw leerlingen hebben ongelooflijk heldere gezichten. Hoe heeft u dat gedaan?" Hij is oprecht. Dus waar is het verlies? Door het ondergaan, door het ontkennen van al deze dingen, zondige activiteiten, zijn wij geen verliezer. We kunnen heel eenvoudig leven. We kunnen op de grond zitten, we kunnen op de grond liggen. We hebben niet veel meubels of een grote hoeveelheid prachtige kleding nodig. Dus tapasya is vereist. Als we vooruitgang willen maken in het spirituele leven, moeten we een soort van tapasya accepteren. In Kali-yuga kunnen we deze ernstige vorm van tapasya niet doen als in de kou, onder water, soms bijna verdrinken of zo en dan mediteren of Hare Kṛṣṇa chanten. Dat is niet mogelijk. Het minimum. Dus tapasya moet er zijn. Dus we moeten opmerken bij dit vers dat een bepaalde vorm van tapasya gedaan moet worden, indien we serieus zijn met Gods-realisatie. Dat is vereist.