NL/Prabhupada 0230 - Volgens de Vedische beschaving zijn er vier indelingen van de maatschappij



Lecture on BG 2.1-5 -- Germany, June 16, 1974

Dus dit was een discussie tussen Arjuna en Kṛṣṇa op het slagveld van Kurukṣetra. Het onderwerp van de discussie was dat, hoewel de oorlog al verklaard was, toen Arjuna zag dat; "Aan de andere kant staan mijn familieleden," hoe kan ik hun doden? Kṛṣṇa adviseerde hem dat iedereen zijn voorgeschreven plicht moet doen zonder na te denken over enig persoonlijk verlies of winst. Volgens de Vedische beschaving zijn er vier indelingen in de samenleving. Over de hele wereld zijn dezelfde indelingen. Dit is heel natuurlijk. Net zoals we kunnen leren van ons eigen lichaam; er is een hoofd, er zijn armen, er is de buik, er zijn de benen, vergelijkbaar, in de maatschappij moet er een klasse mensen zijn die we als de hersenen zien, een andere klasse mensen moet er zijn die de samenleving beschermt tegen gevaar, een andere klasse mensen is goed in het produceren van voedsel en beschermt de koeien en handelt. En de resterende klasse mensen, die niet als de hersenen kunnen werken, en niet kunnen beschermen tegen gevaar, geen voedsel kunnen produceren of de koeien beschermen, die heten "śūdra's". Je kan het niet vermijden om je lichaam compleet te hebben; de hersenen afdeling, de armen afdeling, de buik afdeling en de lopen of werken afdeling.

Dus Arjuna behoorde tot de groep die bedoeld was voor het beschermen van de samenleving. Dus toen Arjuna er van af zag om te vechten, toen gaf Kṛṣṇa hem het advies; "Het is je plicht om te vechten." Dus over het algemeen is doden helemaal niet goed, maar als er een vijandige aanvaller is, dan is het doden van de aanvaller geen zonde. Dus de andere partij op het slagveld van Kurukṣetra waren de aanvallers van Arjuna's partij. Dit is het begin plaatje van de Bhagavad-gītā. Het werkelijke doel is om Arjuna over spiritueel inzicht te onderrichten.

Dus spiritueel inzicht betekent ten eerste te weten wat de ziel is. Als je niet weet wat de ziel is, waar is dan het spirituele inzicht? Mensen zijn te veel bezig met het lichaam. Dat heet het materialisme. Maar als je begrijpt wat de ziel is en ernaar handelt, dat heet spiritualiteit. Dus Arjuna aarzelde om te vechten met de andere partij omdat hij lichamelijke verwantschap had met hun. Dus Arjuna en Kṛṣṇa hadden een discussie, maar dat was een vriendelijke discussie. Daarom, toen Arjuna begreep dat met vriendelijk discussiëren het probleem niet op te lossen was, werd hij Zijn discipel. Arjuna gaf zich over aan Kṛṣṇa: śiṣyas te 'ham śādhi māṁ prapannam (BG 2.7) "Mijn lieve Kṛṣṇa, tot nu toe waren wij aan het praten als vrienden. Nu word ik Je disciple. Help mij door Je instructies te geven. Wat moet ik doen?" Daarom, op dit punt aangekomen, adviseert Kṛṣṇa Arjuna als volgt: śrī-bhagavān uvāca. Nu staat hier, wie spreekt er tegen Arjuna? De Bhagavad-gītā werd gesproken door Kṛṣṇa. Het was een discussie tussen Kṛṣṇa en Arjuna en het is opgenomen door Vyāsadeva en later werd het een boek. Net zoals wanneer wij praten wordt het opgenomen en later wordt het gepubliceerd als een boek. Daarom staat er in dit boek: bhagavān uvāca. Vyāsadeva is de schrijver. Hij zegt niet: "Ik spreek". Hij zegt: bhagavān uvāca - "En de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods zei."