NL/Prabhupada 0371 - Het commentaar bij Amara Jivana



Purport to Amara Jivana in Los Angeles

Āmāra jīvana sadā pāpe rata nāhiko puṇyera leśa. Dit is een lied gezongen door Bhaktivinoda Ṭhākura met Vaiṣṇava nederigheid. Een Vaiṣṇava is altijd zachtmoedig en nederig. Dus hij beschrijft het leven van mensen in het algemeen en ziet zichzelf als een van hen. De mensen in het algemeen zijn zoals hier wordt beschreven. Hij zegt dat: "Mijn leven is altijd bezig met zondige activiteiten, en als je het probeert te vinden zal je niet eens een spoor van vrome activiteiten vinden. Alleen vol van zondige activiteiten. En ik ben altijd geneigd om problemen te geven aan andere levende wezens. Dat is mijn bezigheid. Ik wil zien dat anderen lijden en dat ik geniet."

Nija sukha lāgi' pāpe nāhi ḍori. "Voor mijn persoonlijke zinsbevrediging kunnen zondige activiteiten mij niet schelen. Dat betekent dat ik elke zondige activiteit aanvaard als het mijn zintuigen maar bevredigt."

Dayā-hīna swārtha-paro. "Ik ben helemaal niet genadig en ik let alleen maar op mijn persoonlijk gewin."

Para-sukhe duḥkhī. "Als zodanig, wanneer anderen lijden word ik heel gelukkig, en ik praat altijd leugens," sadā mithyā-bhāṣī. "Zelfs voor de gewone dingen ben ik gewend om leugens te spreken."

Para-duḥkha sukha-karo. "En als iemand lijdt, dat is erg prettig voor mij."

Aśeṣa kāmanā hṛdi mājhe mora. "Ik heb veel verlangens in mijn hart, en ik ben altijd boos en verwaand, altijd opgeblazen met valse trots."

Mada-matta sadā viṣaye mohita. "Ik ben gefascineerd met onderwerpen over zinsbevrediging, en ik ben bijna gek."

Hiṁsā-garva vibhūṣaṇa. "Mijn ornamenten zijn jaloersheid en valse trots."

Nidralāsya hata sukārje birata. "Ik word beheerst, of ik ben veroverd door slaap en luiheid," sukārje birata, "en ik ben altijd afkerig van vrome activiteiten," akārje udyogī āmi, "en ik ben heel enthousiast om zondige activiteiten te doen."

Pratiṣṭha lāgiyā śāṭhya-ācaraṇa. "Ik bedrieg altijd anderen voor mijn aanzien."

Lobha-hata sadā kāmī. "Ik ben bezeten door hebzucht en altijd wellustig."

E heno durjana saj-jana-barjita. "Dus ik ben zo gevallen, en ik heb geen omgang met toegewijden."

Aparadhi, "overtreder." Nirantara, "altijd."

Śubha-kārja-śūnya. "In mijn leven is er geen beetje gunstige activiteit."

Sadānartha manāḥ, "en mijn geest is altijd aangetrokken door iets ondeugends."

Nānā duḥkhe jara jara. "Daarom aan het laatste eindje van mijn leven, ik ben bijna invalide door al dat lijden."

Bārdhakye ekhona upāya-vihīna. "Op mijn oude dag heb ik nu geen ander alternatief," tā 'te dīna akiñcana, "dus onder dwang ben ik nu heel nederig en zachtmoedig geworden."

Bhaktivinoda prabhura caraṇe. "Dus Bhaktivinoda Ṭhākura biedt hiermee zijn verklaring aan van zijn levensactiviteiten aan de lotusvoeten van de Allerhoogste Heer."