NL/Prabhupada 0775 - Gehechtheid aan familie is het grootste obstakel om vooruitgang in Krishna-bewustzijn te maken



Lecture on SB 7.6.8 -- New Vrindaban, June 24, 1976

Prabhupāda: Over het algemeen raken de mensen te veel gehecht aan het gezinsleven. Ik zeg soms dat de jonge jongens die in de westerse landen bij het Kṛṣṇa-bewustzijn komen, hun enige grote kwaliteit is dat ze niet gehecht zijn aan de familie. Dat is een heel goede kwalificatie. Op een of andere manier zijn ze zo geworden, daarom wordt hun gehechtheid aan Kṛṣṇa heel standvastig. In India hebben ze georganiseerde familie gehechtheid. Ze zijn niet geïnteresseerd. Ze zijn nu op geld uit. Dat heb ik meegemaakt. Ja.

Dus familie gehechtheid is het grootste obstakel om vooruitgang in Kṛṣṇa-bewustzijn te maken. Maar als de hele familie Kṛṣṇa-bewust is dan is dat heel goed. Net als Bhaktivinoda Ṭhākura. Hij was een gezinsman, maar zij allemaal, Bhaktivinoda Ṭhākura, zijn vrouw, zijn kinderen ... en het beste kind is onze Guru Mahārāja, het beste kind ... Dus hij heeft uit ervaring gezongen; ye dina gṛhe bhajana dekhi gṛhete goloka bhaya. Als in de familie iedereen bezig is met Kṛṣṇa's dienst dan is dat heel goed. Dat is geen gewone familie. Die gehechtheid is geen gewone gehechtheid. Maar over het algemeen zijn de mensen materieel gehecht. Dat wordt hier veroordeeld. Śeṣaṁ gṛheṣu saktasya pramattasya apayāti hi (SB 7.6.8). Ze heten pramatta. Iedereen denkt dat: "Mijn familie, mijn vrouw, mijn kinderen, mijn land, mijn gemeenschap, dat is alles. Wat is Kṛṣṇa?" Dit is de grootste illusie opgelegd door māyā. Maar niemand zal je kunnen beschermen.

dehāpatya-kalatrādiṣv
ātma-sainyeṣv asatsv api
teṣāṁ pramatto nidhanaṁ
paśyann api na paśyati
(SB 2.1.4)

Alles zal over zijn. Niemand kan ons beschermen behalve Kṛṣṇa. Als we uit de greep van māyā bevrijd willen worden; janma-mṛtyu-jarā-vyādhi (BG 13.9), dan moeten we beschutting zoeken bij de lotusvoeten van Kṛṣṇa, via de spiritueel leraar en met toegewijden samenleven die met hetzelfde doel bezig zijn. Het heet ... Wat is het juiste woord? Sakhi of zo. Ik ben het vergeten. Maar we moeten met gelijkgezinden leven en Kṛṣṇa-bewustzijn beoefenen. Dan zullen deze obstakels; gṛheṣu saktasya pramattasya. Alle karmī's zijn gehecht aan dit gezinsleven, maar het gezinsleven is goed op voorwaarde dat er Kṛṣṇa-bewustzijn is. Gṛhe vā vanete thāke, hā gaurāṅga bole dāke. Het maakt niet uit of iemand een gezinsleven heeft of dat hij een sannyāsī is, als hij een toegewijde is dan is zijn leven succesvol.

Heel hartelijk dank.

Toegewijden: Jaya Prabhupāda.