NL/Prabhupada 0983 - Materialistische mensen kunnen hun zintuigen niet beheersen



720905 - Lecture SB 01.02.06 - New Vrindaban, USA

Teṣāṁ satata-yuktānāṁ bhajatāṁ prīti-pūrvakam buddhi-yogaṁ dadāmi tam (BG 10.10). Kṛṣṇa zegt dat: "Ik geef hem intelligentie." Aan wie? Satata-yuktānām, aan degenen die vierentwintig uur bezig zijn. Op welke manier is hij bezig? Bhajatam, bhajana, degenen die bezig zijn met toegewijde dienst. Wat voor soort toegewijde dienst? Prīti-pūrvakam, met liefde en genegenheid. Iemand die bezig is met toegewijde dienst aan de Heer met liefde en toewijding. Wat is het kenmerk van liefde? Het belangrijkste kenmerk van liefde is dat de toegewijde wil zien dat de naam, roem, etc. van zijn Heer zich wijdverbreid. Hij wil zien dat: "De naam van mijn Heer zal overal bekend zijn." Dit is liefde. Als ik van iemand houd dan wil ik zien dat zijn glorie over de hele wereld verspreid is. En Kṛṣṇa zegt ook in de Bhagavad-gītā; na ca tasmāt manuṣyeṣu kaścit me priya-kṛttamaḥ (BG 18.69), niemand is Hem dierbaarder dan degene die Zijn glorie predikt.

Alles staat in de Bhagavad-gītā, hoe je kan liefhebben, wat de kenmerken van liefde zijn, hoe je God kan behagen, hoe Hij met je kan praten, alles is daar. Maar je moet er gebruik van maken. We lezen de Bhagavad-gītā maar door het lezen van de Bhagavad-gītā word ik een politicus. Dus wat voor soort lezen van de Bhagavad-gītā is dat? Politicus is er natuurlijk ook, maar het werkelijke doel van de Bhagavad-gītā lezen is om Kṛṣṇa te kennen. Als iemand Kṛṣṇa kent dan weet hij alles. Hij kent de politiek, hij kent de economie, hij kent de wetenschap, hij kent de filosofie, hij kent religie, hij kent sociologie, alles. Tasmin vijñāte sarvam etaṁ vijñātaṁ bhavanti (Muṇḍaka Upaniṣad 1.3), that is een vedisch voorschrift. Als je gewoon God, Kṛṣṇa, begrijpt dan zal alles geopenbaard worden want Kṛṣṇa zegt: buddhi-yogaṁ dadāmi tam (BG 10.10). Als Kṛṣṇa je van binnenuit intelligentie geeft, wie kan Hem overtreffen? Niemand kan Hem overtreffen. Maar Kṛṣṇa kan je intelligentie geven op voorwaarde dat je een toegewijde wordt of van Kṛṣṇa houdt. Teṣāṁ satata-yuktānāṁ bhajatāṁ prīti-pūrvakam, buddhi-yogaṁ dadāmi tam (BG 10.10). En wat is die buddhi-yoga, wat is de waarde van buddhi-yoga? De waarde vanbuddhi-yoga of bhakti-yoga is; yena mām upayānti te (BG 10.10). Zulke buddhi-yoga, zulke intelligentie zal hem terug naar huis, terug naar God brengen. Niet dat hij door zulke intelligentie naar de hel zal gaan. Dat is materiële intelligentie.

Adānta-gobhir viśatāṁ tamisram (SB 7.5.30). Alles is besproken in het Bhāgavatam. Voor de materialistische mens, adānta-gobhi. Adānta betekent onbeheerst, ongecontroleerd. Go betekent indriya of zintuigen. Materialistische mensen kunnen hun zintuigen niet beheersen. Ze zijn de dienaar van de zintuigen, godāsa. Go betekent indriya en dāsa betekent dienaar. Dus als je op het niveau komt dat je de zintuigen kan beheersen dan ben je gosvāmī. Dat is gosvāmī. Gosvāmī betekent de zintuigen beheersen, die volledig de zintuigen onder controle heeft. Svāmī of gosvāmī. Svāmī betekent dat ook en gosvāmī betekent ook hetzelfde. In het algemeen; adānta-gobhir viśatāṁ tamiśram (SB 7.5.30). De onbeheerste zintuigen gaan. Het is niet dat Kṛṣṇa ze aanstuurt. Hij maakt zijn eigen weg duidelijk, ofwel terug naar huis, terug naar God, of afglijden naar de donkerste delen van de hel. Die twee dingen zijn er, en je hebt de mogelijkheid in de menselijke levensvorm om te kiezen. Zoals Kṛṣṇa aan Arjuna vroeg; "Of je illusie is verdwenen."