NL/Prabhupada 1016 - Bhagavatam zegt dat de Oorspronkelijke Bron van alles bewust is



720200 - Lecture SB 01.01.01 - Los Angeles

Volgens mijn verlangen heb ik dit lichaam gemaakt. Maar hoewel ik beweer dat het mijn lichaam is, weet ik niet hoe het lichaam werkt. Dat is mij onbekend. Ik knip mijn haar maar ik weet niet hoe het haar weer groeit. Ik knip mijn nagels. Maar ik weet niet wat de werking binnenin is zodat ook na het knippen van de nagels en haren het weer groeit. Ik eet, dat weet ik omdat ik iets degelijks eet, het wordt omgezet in verschillende soorten stoffen in mijn buik en die worden verspreid. Ik weet dat van een dokter of de medische wetenschap. Maar wat mij betreft, ik weet niet hoe mijn voedsel in bloed wordt omgezet en hoe het bloed wordt verdeeld over verschillende delen van mijn lichaam. En dan krijg ik weer energie. Eigenlijk weet ik het niet.

Maar de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods weet het allebei, direct en indirect, hoe deze materiële kosmische manifestatie werkt. Hij weet alles. Hoe de zon op komt. Hoe de maan op komt. Hoe de oceanen stabiel zijn. Het stroomt niet over het land. Zo'n grote oceaan die kan in een seconde een stad of een land onmiddellijk overstromen. Maar dat doet die niet. Dus het beheer is er. Daarom zegt het Bhāgavatam dat de Oorspronkelijke Bron van alles bewust is. En bewust alles beheert. Anvayād itarataś cārtheṣv abhijñaḥ (SB 1.1.1). Abhijñaḥ betekent helemaal bewust.

De volgende vraag kan worden gesteld: "Waar heeft Hij de kennis vandaan?" Hij is de oorsprong. Omdat we het idee hebben dat elk levend wezen zijn kennis van anderen krijgt. Net zoals wij onze kennis van onze spiritueel leraar hebben. Mijn discipelen krijgen kennis van mij, dus hun kennis is ook door iemand gegeven. Het heeft een bron. Maar als de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods de oorsprong is, hoe heeft Hij deze kennis van creatie en onderhoud gekregen? Het antwoord is sva-rāṭ. Hij kreeg geen kennis van iemand. Hij is zelfvoorzienend, Hijzelf, in kennis. Dat is de aard van God. Hij hoeft geen kennis van iemand hoger te krijgen want niemand kan hoger zijn dan God noch gelijk aan God. Asamordhva. Niemand is gelijk aan Hem. Niemand is groter dan Hem.

We weten dat het eerste schepsel, levende wezen, in dit universum Lord Brahma is. Dus hij kreeg ook kennis zonder hulp van anderen want er was ... Hij is het eerste levende wezen. Dus er was geen ander levend wezen dus hoe kreeg hij kennis? Dus betekent dit dat de Originele Bron Lord Brahma is? Mensen kunnen dat vragen maar het Bhāgavatam zegt nee. Hij is het oorspronkelijke schepsel van dit universum, dat is oké, maar hij is ook een geschapen wezen. Omdat de kosmische manifestatie is gecreëerd door God, de Allerhoogste. En na deze creatie werd Brahma gemaakt. Daarom is hij een geschapen wezen. Na de kosmische manifestatie. En omdat God of de Allerhoogste Heer ... Hij is de schepper dus Hij is niet een van de geschapen wezens. Hij schept maar Hij is niet geschapen. Maar Brahma is geschapen. Daarom krijgt hij kennis van de Opperste Schepper die onafhankelijk is.