"Ons Vaiṣṇava-principe is dus dat we onszelf moeten kwalificeren, net als katten en honden. Maar we gaan de gewone mens niet dienen. Kṛṣṇa en Zijn vertegenwoordiger - dan is zijn leven perfect. Kalau śūdra sambhava. In dit tijdperk is iedereen praktisch een śūdra die een meester zoekt. Maar laat hem een meester zoeken. Kṛṣṇa is voorbereid. Hij zegt, sarva-dharmān parityaja mām ekaṁ (BG 18.66) "Accepteer Me gewoon als je meester." De meester is klaar. Als we deze meester aanvaarden, is ons leven succesvol."
|