NL/Prabhupada 0967 - Om Krishna, God, te begrijpen moeten we onze zintuigen zuiveren: Difference between revisions

 
(Vanibot #0005: NavigationArranger - update old navigation bars (prev/next) to reflect new neighboring items)
 
Line 9: Line 9:
[[Category:Dutch Language]]
[[Category:Dutch Language]]
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- BEGIN NAVIGATION BAR -- DO NOT EDIT OR REMOVE -->
{{1080 videos navigation - All Languages|Dutch|NL/Prabhupada 0966 - Iemand kan God zien als de ogen gezalfd zijn met de zalf van bhakti|0966|NL/Prabhupada 0968 - De westerse filosofie is hedonisme; eet, drink, wees vrolijk en geniet|0968}}
<!-- END NAVIGATION BAR -->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<div class="center">
<div class="center">
Line 17: Line 20:


<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
{{youtube_right|VRsgsmsjo48|Om Krishna, God, te begrijpen, moeten we onze zintuigen zuiveren<br/>- Prabhupāda 0967}}
{{youtube_right|VRsgsmsjo48|Om Krishna, God, te begrijpen moeten we onze zintuigen zuiveren<br/>- Prabhupāda 0967}}
<!-- END VIDEO LINK -->
<!-- END VIDEO LINK -->


<!-- BEGIN AUDIO LINK -->
<!-- BEGIN AUDIO LINK -->
<mp3player>File:720527BG-LOS ANGELES_clip2.mp3</mp3player>
<mp3player>https://s3.amazonaws.com/vanipedia/clip/720527BG-LOS_ANGELES_clip2.mp3</mp3player>
<!-- END AUDIO LINK -->
<!-- END AUDIO LINK -->


Line 29: Line 32:


<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT -->
<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT -->
Er wordt gezegd dat een zuivere toegewijde Kṛṣṇa ziet op elk moment. Santaḥ sadaiva (Bs 5.38). Sadaiva betekent elk moment. Hij ziet, maar dat betekent dat hij een ander mens is. Zijn zintuigen zijn gezuiverd. Bekrachtigd. Geheiligd. Daarom kan hij zien. En iemands ogen, als die niet zijn geheiligd, gezuiverd, dan kan hij niet zien. Er zijn zoveel voorbeelden. Net zoals een machine. Een kind ziet het, maar hij kan niet juist zien. Hij ziet alleen een hoop metaal. Maar een ingenieur, als hij het ziet, dan begrijpt hij meteen dat deze machine is gemaakt door die en die, waar het voor werkt, of het een goede of slechte machine is. Hij kan het op een andere manier zien, omdat hij de ogen om te zien heeft. Vergelijkbaar, om Kṛṣṇa, God te begrijpen, moeten we onze zintuigen zuiveren. Dat wordt omschreven door Narada Pancharatra. Sarvopādhi-vinirmuktaṁ ([[Vanisource:CC Madhya 19.130|CC Madhya 19.130]]). Bevrijd zijn van alle soorten van identificaties. Net zoals we het Kṛṣṇa bewustzijn zien, we aanvaarden het Kṛṣṇa-bewustzijn in een denkbeeld. En iemand anders, een gewone man... Stel dat iemand christen is. Hij ziet Kṛṣṇa bewustzijn als een beweging van de hindoes. Maar eigenlijk is het dat niet. Daarom moet hij vrij worden van de identificatie dat hij een Amerikaan is. Sarvopādhi-vinirmuktaṁ. Men moet vrij zijn van de identificatie. Dit lichaam is een identificatie. Eigenlijk is er geen verschil tussen een Amerikaans lichaam en een Indiaas lichaam. Dezelfde fysiologische constructie. Er is bloed, er is vlees, er is bot. Als je in het lichaam kijkt is er geen verschil. Maar toch hebben we aangeduid, "Ik ben Amerikaans, jij bent Indiaas, jij bent zwart, ik ben blank..." Dit zijn allemaal identificaties. Verkeerd.  
Er wordt gezegd dat een zuivere toegewijde op elk moment Kṛṣṇa ziet. ''Santaḥ sadaiva'' (Bs 5.38). ''Sadaiva'' betekent elk moment. Hij ziet, maar dat betekent dat hij een ander mens is. Zijn zintuigen zijn gezuiverd, bekrachtigd, geheiligd. Daarom ziet hij. En als iemands ogen niet geheiligd en gezuiverd zijn dan kan hij niet zien. Er zijn zoveel voorbeelden. Net zoals een machine. Een kind ziet het maar hij kan het niet juist zien. Hij ziet een hoop metaal. Maar als een ingenieur hij ziet dan begrijpt hij meteen dat deze machine is gemaakt door die en die, waar het voor dient, of het een goede of slechte machine is. Hij kan het op een andere manier zien omdat hij de ogen om te zien heeft.  


Dus men moet vrij worden van de identificaties. Dat is bepaald, dat wanneer we bevrijd zijn van de identificatie. Sarvopādhi-vinirmuktaṁ. Men moet bevrijd zijn van de identificatie. Eigenlijk heeft identificatie geen waarde. De persoon is belangrijk. Niet de identificatie. Dus om Kṛṣṇa te zien betekent, ten eerste moet je vrij worden van de identificaties. Sarvopādhi-vinirmuktam tat-paratvena nirmalam ([[Vanisource:CC Madhya 19.170|CC Madhya 19.170]]). Hier wordt gezegd mat-parah, en Narada zegt tat-parah. Tat-parah betekent ge-Kṛṣṇa-liseerd te worden en mat-para betekent... Kṛṣṇa zegt dat je mat-parah moet worden. Intens in-beslag-genomen door Mij. En de toegewijde zegt intens geabsorbeerd in Kṛṣṇa. Dat is het idee, en eigenlijk is het doel hetzelfde. Dus men moet identificatie vrij worden, en intens in Kṛṣṇa geabsorbeerd zijn. Sarvopādhi-vinirmuktam, mat-paratvena ... Dan zal hij nirmal zijn. Nirmal betekent gezuiverd zonder enige materiële vervuiling. Ik denk in voorwaarden van mijn lichamelijke levensopvatting, dat is materieel, omdat het lichaam materieel is. Zolang ik denk: "Ik ben Amerikaan, ik ben Indiaas, ik ben brahmaan, ik ben kshatriya, ik ben dit, ik ben dat," het zijn allemaal identificaties. Dat is niet nirmalam, gezuiverde conditie. Gezuiverd conditie is wanneer men begrijpt dat ik de ziel ben, Kṛṣṇa is de Allerhoogste Spirituele Ziel, en ik ben een essentieel onderdeel van Kṛṣṇa. Wij zijn één in kwaliteit. We zijn verschillend als individuen. Kṛṣṇa is een groot persoon. Ik ben een klein persoon. Net als in deze materiële wereld, één man is zeer krachtig. Een andere man is minder krachtig. Maar beide van hen zijn mannen. Ze zijn geen dieren. Op dezelfde manier, Kṛṣṇa, God, is kwalitatief één met mij. Kwantitatief is Hij zeer, zeer krachtig.  
Net zo, om Kṛṣṇa, God, te begrijpen moeten we onze zintuigen zuiveren. Dat is omschreven in Narada Pancharatra. ''Sarvopādhi-vinirmuktaṁ'' ([[Vanisource:CC Madhya 19.170|CC Madhya 19.170]]). Bevrijd zijn van alle soorten van identificaties. Net zoals we het Kṛṣṇa-bewustzijn zien, we aanvaarden het Kṛṣṇa-bewustzijn in een denkbeeld. En iemand anders, een gewone man, stel dat iemand christen is. Die ziet het Kṛṣṇa-bewustzijn als een beweging van de hindoes. Maar eigenlijk is het dat niet. Daarom moet hij vrij worden van de identificatie dat hij een Amerikaan is. ''Sarvopādhi-vinirmuktaṁ''. Men moet vrij zijn van de identificatie. Dit lichaam is een identificatie. Eigenlijk is er geen verschil tussen een Amerikaans lichaam en een Indiaas lichaam. Dezelfde fysiologische constructie. Er is bloed er is vlees er is bot. Als je in het lichaam kijkt is er geen verschil. Maar toch identificeren we: "Ik ben Amerikaans, jij bent Indiaas, jij bent zwart, ik ben blank." Dit zijn allemaal identificaties. Verkeerd.
 
Dus men moet vrij worden van de identificaties. Het is bepaald dat wanneer we bevrijd zijn van de identificatie ... ''Sarvopādhi-vinirmuktaṁ''. Men moet bevrijd zijn van de identificatie. Eigenlijk heeft identificatie geen waarde. De persoon is belangrijk. Niet de identificatie. Dus om Kṛṣṇa te zien betekent dat je ten eerste vrij moet worden van de identificaties. ''Sarvopādhi-vinirmuktam tat-paratvena nirmalam'' ([[Vanisource:CC Madhya 19.170|CC Madhya 19.170]]). Hier wordt gezegd ''mat-parah'' en Narada zegt ''tat-parah''. ''Tat-parah'' betekent ge-Kṛṣṇa-liseerd te worden en ''mat-para'' betekent ... Kṛṣṇa zegt dat je ''mat-parah'' moet worden. Intens geabsorbeerd door Mij. En de toegewijde zegt intens geabsorbeerd in Kṛṣṇa. Dat is het idee, maar eigenlijk is het doel hetzelfde.  
 
Dus men moet identificatie vrij worden en intens in Kṛṣṇa geabsorbeerd zijn. ''Sarvopādhi-vinirmuktam, mat-paratvena ([[Vanisource:CC Madhya 19.170|CC Madhya 19.170]]).'' Dan zal hij ''nirmal'' zijn. ''Nirmal'' betekent gezuiverd zonder enige materiële vervuiling. Ik denk in voorwaarden van mijn lichamelijke levensopvatting, dat is materieel omdat het lichaam materieel is. Zolang ik denk: "Ik ben Amerikaan, ik ben Indiaas, ik ben ''brahmaan'', ik ben ''ksatriya'', ik ben dit, ik ben dat," het zijn allemaal identificaties. Dat is niet ''nirmalam'', gezuiverde toestand. Gezuiverd toestand is wanneer men begrijpt dat ik de ziel ben en Kṛṣṇa is de Allerhoogste Spirituele Ziel en ik ben een essentieel onderdeel van Kṛṣṇa. Wij zijn één in kwaliteit. We zijn verschillend als individuen. Kṛṣṇa is een groot persoon. Ik ben een klein persoon. Net zoals in deze materiële wereld, een man is heel krachtig, een andere man is minder krachtig. Maar beide van hen zijn mannen, ze zijn geen dieren. Net zo is Kṛṣṇa, God, kwalitatief één met mij. Kwantitatief is Hij heel erg krachtig.  
<!-- END TRANSLATED TEXT -->
<!-- END TRANSLATED TEXT -->

Latest revision as of 08:05, 22 November 2021



720527 - Lecture BG The Yoga System - Los Angeles

Er wordt gezegd dat een zuivere toegewijde op elk moment Kṛṣṇa ziet. Santaḥ sadaiva (Bs 5.38). Sadaiva betekent elk moment. Hij ziet, maar dat betekent dat hij een ander mens is. Zijn zintuigen zijn gezuiverd, bekrachtigd, geheiligd. Daarom ziet hij. En als iemands ogen niet geheiligd en gezuiverd zijn dan kan hij niet zien. Er zijn zoveel voorbeelden. Net zoals een machine. Een kind ziet het maar hij kan het niet juist zien. Hij ziet een hoop metaal. Maar als een ingenieur hij ziet dan begrijpt hij meteen dat deze machine is gemaakt door die en die, waar het voor dient, of het een goede of slechte machine is. Hij kan het op een andere manier zien omdat hij de ogen om te zien heeft.

Net zo, om Kṛṣṇa, God, te begrijpen moeten we onze zintuigen zuiveren. Dat is omschreven in Narada Pancharatra. Sarvopādhi-vinirmuktaṁ (CC Madhya 19.170). Bevrijd zijn van alle soorten van identificaties. Net zoals we het Kṛṣṇa-bewustzijn zien, we aanvaarden het Kṛṣṇa-bewustzijn in een denkbeeld. En iemand anders, een gewone man, stel dat iemand christen is. Die ziet het Kṛṣṇa-bewustzijn als een beweging van de hindoes. Maar eigenlijk is het dat niet. Daarom moet hij vrij worden van de identificatie dat hij een Amerikaan is. Sarvopādhi-vinirmuktaṁ. Men moet vrij zijn van de identificatie. Dit lichaam is een identificatie. Eigenlijk is er geen verschil tussen een Amerikaans lichaam en een Indiaas lichaam. Dezelfde fysiologische constructie. Er is bloed er is vlees er is bot. Als je in het lichaam kijkt is er geen verschil. Maar toch identificeren we: "Ik ben Amerikaans, jij bent Indiaas, jij bent zwart, ik ben blank." Dit zijn allemaal identificaties. Verkeerd.

Dus men moet vrij worden van de identificaties. Het is bepaald dat wanneer we bevrijd zijn van de identificatie ... Sarvopādhi-vinirmuktaṁ. Men moet bevrijd zijn van de identificatie. Eigenlijk heeft identificatie geen waarde. De persoon is belangrijk. Niet de identificatie. Dus om Kṛṣṇa te zien betekent dat je ten eerste vrij moet worden van de identificaties. Sarvopādhi-vinirmuktam tat-paratvena nirmalam (CC Madhya 19.170). Hier wordt gezegd mat-parah en Narada zegt tat-parah. Tat-parah betekent ge-Kṛṣṇa-liseerd te worden en mat-para betekent ... Kṛṣṇa zegt dat je mat-parah moet worden. Intens geabsorbeerd door Mij. En de toegewijde zegt intens geabsorbeerd in Kṛṣṇa. Dat is het idee, maar eigenlijk is het doel hetzelfde.

Dus men moet identificatie vrij worden en intens in Kṛṣṇa geabsorbeerd zijn. Sarvopādhi-vinirmuktam, mat-paratvena (CC Madhya 19.170). Dan zal hij nirmal zijn. Nirmal betekent gezuiverd zonder enige materiële vervuiling. Ik denk in voorwaarden van mijn lichamelijke levensopvatting, dat is materieel omdat het lichaam materieel is. Zolang ik denk: "Ik ben Amerikaan, ik ben Indiaas, ik ben brahmaan, ik ben ksatriya, ik ben dit, ik ben dat," het zijn allemaal identificaties. Dat is niet nirmalam, gezuiverde toestand. Gezuiverd toestand is wanneer men begrijpt dat ik de ziel ben en Kṛṣṇa is de Allerhoogste Spirituele Ziel en ik ben een essentieel onderdeel van Kṛṣṇa. Wij zijn één in kwaliteit. We zijn verschillend als individuen. Kṛṣṇa is een groot persoon. Ik ben een klein persoon. Net zoals in deze materiële wereld, een man is heel krachtig, een andere man is minder krachtig. Maar beide van hen zijn mannen, ze zijn geen dieren. Net zo is Kṛṣṇa, God, kwalitatief één met mij. Kwantitatief is Hij heel erg krachtig.